VERENIGDE ARABISCHE EMIRATEN 2: Grens Oman, Abu Dhabi, Liwa, Fujeirah, Sharjah, Dubai, Boot Iran


View Larger Map
VAE 2 = rode route


Niemandsland:
Nog nagenietend van onze tijd met Thomas en Verena, reden wij richting de grens met de VAE bij Al Buraymi. Deze keer was de grensovergang van Oman een makkie en zeer snel waren wij op weg naar de VAE. Of zo dachten wij. Er blijkt nog een groot gebied tussen de grens van Oman en die van de VAE te zijn, die nog tot Oman hoort, maar waarbij je wel al uit het land bent gestempeld. Wij waren dus officieel nergens meer! Wij konden het niet laten om dit gebied een beetje te gaan verkennen. Ik sloeg mijn gids erop na en vond een paar bezienswaardigheden in de buurt. Wij zouden dan aan het eind van de dag de grens naar de VAE wel oversteken. Net toen wij een off-road pad in wilde slaan naar een waterpoel toe (ik was nog op de kaart aan het kijken of wij wel goed zaten), reden er vijf jeeps voor ons het pad op. Shit, dachten wij, daar gaat onze rust. Maar, omdat het bloedje heet was en wij snakte naar een verfrissende duik in het poeltje besloten wij de auto’s toch maar langs het pad te volgen. Het was in elk geval duidelijk dat wij goed zaten.

Toen wij aan het eind van de weg kwamen stonden daar de vijf auto’s en waren de mensen begonnen aan het opslaan van hun kamp (het was lang weekend). Zij waren duidelijk van plan om daar een nachtje te blijven. Gelijk toen wij stopte kwam een man lachend naar ons toe om een praatje te maken, duidelijk herkende hij ons nummerbord. “Hé Nederlanders!” riep hij ons vrolijk in het Vlaams toe. “Blijven jullie hier ook slapen? Gezellig! Zet je auto maar ergens neer. Je bent van harte welkom, wij hebben eten zat bij ons! Jullie zijn wel van ver gekomen. Mijn vrouw zei ‘dat zijn Nederlanders’, ik zei ‘dat kan niet’, maar toch is het zo! Haha!” Dat was onze eerste ontmoeting met Francis, een expat uit België die inmiddels al twintig jaar in de Abu Dhabi woont. Wij gingen met Francis mee om met de andere expats kennis te maken, maar hielden vol dat wij waarschijnlijk ergens anders zouden slapen. Wij wilde hun kampeerweekend niet verstoren en wisten niet of iedereen zo enthousiast was over onze aanwezigheid als Francis bleek te zijn. Toen wij tegen Francis zeiden dat wij na het zwemmen weg zouden gaan schatterde hij het uit. “Hier is nu geen water hoor,” zei hij lachend, “daar is het nu veel te warm voor, het poeltje is allang opgedroogd!” Dus besloten wij maar gelijk afscheid te nemen, zodat wij nog tijd hadden om de grensovergang te nemen, maar toen wij dat deden werd al gauw duidelijk dat iedereen wilde dat wij bleven. Na een onderling kort overleg bij de auto zijn wij dan toch maar gebleven en hebben ons bij het kampeerweekend gevoegd (N24º19.535, E055º53.926). Inmiddels waren wij al twee dagen Oman aan het verlaten, maar dit was nog steeds niet gelukt!
Nog voordat de zon onderging hebben wij met een gedeelte van de groep een berg in de buurt beklommen en al snel werd duidelijk dat het erg goed klikte met iedereen. De BBQ was geweldig en wij kregen zelfs een drankje aangeboden! Wat een gastvrijheid van een groep vreemde. Wij hadden het gevoel alsof wij hun al jaren kende en al snel waande wij ons in het leven van een expat.

De volgende dag was afscheid nemen opnieuw moeilijk. Wij wilde alweer niet opdringen, maar toen duidelijk werd dat wij allemaal naar Abu Dhabi gingen, namen ze geen afscheid van ons aan. Wij zouden samen de grens over gaan en de dag nog samen in de VAE doorbrengen. Wij legde uit dat een grensovergang voor ons wel eens lang kon duren wegens alle papierwerk, maar dat maakte hun niks uit. Hun mening stond al vast; wij hoorde bij elkaar. Samen uit, samen thuis.

Terug in de VAE:
De grensovergang ging verrassend soepel waardoor wij zelfs op een auto van hun moesten wachten. Op de grens namen wij afscheid van een van de auto’s, de Duitser Axel en zijn Spaanse vrouw Anna, omdat zij nog wat werk in Abu Dhabi moesten doen. Wij werden aan het eind van de middag bij hun uitgenodigd voor de borrel. Dus gingen wij met de vier overgebleven auto’s naar Al Ayn (de èchte oase waar ze nu de waterbron van aan het uitputten zijn, zie VAE 1) om deze plek samen te bezichtigen. ’s Middags gingen wij uit lunchen en daarna vervolgde onze tocht naar Abu Dhabi. Om 16 uur kwamen wij aan bij het huis van de eerder vertrokken Axel en Anna en hebben wij gezellig in hun tuin geborreld. Wij waren inmiddels al helemaal ‘one of the gang’. Omdat het de volgende dag voor sommige weer een werkdag was, gingen ze allemaal voor het eten naar huis. Van iedereen kregen wij het aanbod om bij hun te blijven slapen, maar sommige hadden helaas geen parkeerplaats voor de auto. Wij besloten met Francis, zijn Spaanse vrouw Lucy en hun zoontje Luc mee te gaan omdat zij redelijk centraal wonen; in de buurt van de stad en de Pakistaanse ambassade en wij konden de auto op de oprit voor de deur zetten. Heel aardig kregen wij een kamer aangeboden, maar wij wilde liever in de auto slapen.

Abu Dhabi:
Drie dagen hebben wij bij hun op de oprit gelogeerd. Het was geweldig. Wat een ongelofelijke gastvrijheid! Overdag nam Lucy ons mee naar mooie plekjes in de stad en ’s avonds aten wij samen in hun tuintje. Elke ochtend stond Luc op het balkon naar ons te roepen: “Friends! Friends! Are you awake yet!?” en maakte wij onszelf klaar voor een nieuwe dag. Ook hebben wij tijdens ons verblijf het visum voor Pakistan opnieuw kunnen regelen. Deze keer was het geen probleem en binnen een (weliswaar extreem chaotische) dag waren wij in het bezit van een nieuw visum.

Omdat wij nog graag het zuiden van de VAE wilde zien besloten wij na drie dagen te vertrekken. Gelijk werden wij uitgenodigd om twee dagen later mee te doen aan de Hash. De Hash wordt elke week op dinsdag gehouden. In het kader van gezond en gezellig, is het idee dat de leden na het werk een uur gaan rennen of lopen, waarna er gezamenlijk bij een van de leden thuis wordt gegeten. Elke week is weer een ander aan de beurt om de loop uit te zetten en het eten te koken. Het idee van een Hash kende ik al, want ik weet nog dat mijn vader daar aan meedeed toen wij in het buitenland woonde. Duidelijk iets wat je doet als je in het buitenland werkt. Het enige dat ik er van kon herinneren was dat er redelijk overmatig werd gezopen! Het werd (misschien daardoor?) toen ook maar één keer per jaar gehouden. Hier is het wekelijks, dus zou het zuipen wel meevallen. Iedereen die wij op het kampeerweekend hebben ontmoet zou er ook zijn, dus konden wij het aanbod moeilijk afslaan.

Wij waren veel te laat vertrokken; gezellig met Lucy en Luc zitten ontbijten en nog naar de Carrefour en…de liquorstore. (Wij hebben van Francis uitleg gekregen waar wij een winkel konden vinden waarbij je geen pasje nodig hebt om alcohol te kopen: Abu Dhabi National Hotel, goud gebouw vlakbij de Carrefour, kan niet missen. N24º25.280, E054º26.746. Hij is tussen de middag dicht). Eenmaal klaar voor vertrek, was het al veel te laat om de tocht naar Liwa te maken. Wij besloten een nachtje aan het strand in Abu Dhabi te staan (N24º27.786, E054º18.236). Wij hebben een mooi plekje aan de public beach gevonden en hebben onze sushi (lang leven de Carrefour!) op een dekentje aan de zee gegeten. Toen wij na het eten, langs de pier liepen om van de zonsondergang te genieten, zagen wij tussen de rotsen een schildpad zwemmen. Wij kroppen langs de rotsen omlaag en hurkte vlakbij de zee. Het water was kraak helder en wij konden de schildpad goed in het water zien zoeken naar eten. Om de zoveel minuten kwam hij boven om lucht te happen. Hij was zo dichtbij dat wij hem bijna konden aanraken! Toen wij hem een tijdje hadden bekeken liepen wij verder naar het puntje van de pier. Daar eenmaal aangekomen was de zon net onder. Wij stonden samen over het water naar de stad te kijken toen er voor onze neus een familie dolfijnen opdook. Ons geluk kon maar niet op! Wat een super afsluiting van de dag!

Liwa:
Wij vertrokken vanuit Abu Dhabi en namen highway 65 richting Liwa. De Liwa woestijn grenst aan Saoedi Arabië en is het begin van het lege kwartier. Zodra je Abu Dhabi verlaat zit je weer in de woestijn (heel VAE is woestijn) maar hoe dichter je bij Liwa komt hoe hoger de duinen worden en hoe roder het zand. Een prachtige tocht.
Wij wilde het echte ruige lege kwartier ervaren en namen bij Hamim een zandweg vanaf de snelweg die je regelrecht door de woestijn naar de grens van Saoedi Arabië brengt. Een paar kilometer van de grens kwamen wij een zoutvlakte tegen met meerdere zandheuvels en besloten hierop te rijden om een slaapplaats te zoeken. Wij vonden een oorverdovend stil plekje tussen twee heuvels in (N22º47.780, E054º24.143). Al snel werd het donker en hebben wij onze stoeltjes uitgeklapt in de lig-stand en uren naar de talloze sterren liggen kijken. Toen mijn moeder er was hebben wij de namen van een aantal sterrenstelsels opgezocht en elke avond geprobeerd ze in de lucht te vinden. Voor degene die het iets zegt, die avond hebben wij mogen genieten van Orion, De kleine en grote beer, Casiopea, het zuider kruis en de Melkweg.

De volgende dag zijn wij via highway 45 terug naar Abu Dhabi gereden, waar wij net op tijd aankwamen voor de Hash. Wij hebben meer gekletst dan gelopen en daarna kwamen wij bij een Scandinaviër thuis voor het eten. Sommige dokken zijn zwembad in, maar wij waren te druk met praten. Alweer waande wij ons in het leven van een expat; het was alsof wij er al jaren woonde. Wij werden door iedereen aangemoedigd om bij terugkomst in Nederland een contract in Abu Dhabi te regelen zodat wij snel weer terug zouden zijn. Klinkt erg aantrekkelijk… De volgende dag zou iedereen samen gaan uiteten in een plaatselijke club, maar deze keer hebben wij het aanbod afgeslagen. Als wij hadden gewild, hadden wij elke dag ergens aan deel kunnen nemen, maar het werd tijd voor ons om weer verder te reizen. Met heel veel moeite hebben wij onszelf dan eindelijk losgerukt van dit geweldig leventje en zijn de volgende dag uit Abu Dhabi vertrokken.

De Rainbow Sjeik:
Een aantal kilometer buiten Abu Dhabi aan highwag 65 (de weg naar Liwa), ligt een afvalverbrandingcentrale, met daar tegenover een automuseum. De afvalverbrandingcentrale, zoals het wordt aangegeven op de kaart en op de bordjes langs de weg, is alles behalve een afvalverbranding-centrale. Alle afval van het emiraat Abu Dhabi wordt hier naartoe gebracht om verwerkt te worden. Het is alleen niks meer of minder dan een afvalstortplaats waar de rotzooi in de openlucht in de fik wordt gestoken. Zo’n rijk land en er wordt geen cent uitgegeven om een veilig, milieuvriendelijke centrale te bouwen om hun afval netjes te verwerken! Wij konden het maar niet geloven. Een skihal; natuurlijk! Maar het milieu; ach ja.

Een milieu zijspoor:
Er is in de VAE een Sjeik die bezig is met het bouwen van een groene stad. Deze stad zal ’s werelds eerste CO2 vrije stad gaan worden. Met andere woorden, een stad zonder auto’s en dergelijke CO2 producerende vervuilers. Een geweldig plan, ongeacht wat de beweegredenen zijn om zoiets te bouwen; de eerste zijn om iets dergelijks te bedenken of liefde voor het milieu?
Voor de presentatie van het project, die op locatie zou worden gehouden, kwam de Sjeik er echter achter dat er geen stroom in de woestijn aanwezig is. Om zijn uiterst spectaculaire en meest unieke presentatie (het blijft wel de VAE!), toch nog te kunnen realiseren, huurde hij dè grootste dieselaggregaat die hij in de emiraten (en waarschijnlijk dus ook in de wereld) kon vinden, om de benodigde stroom te leveren. Het feit dat dit apparaat tijdens de presentatie meer CO2 heeft uitgestoten dan een gemiddelde stad in 5 jaar produceert, werd door de aanwezigen voor het gemak door de vingers gezien. De zwarte rookwolk die vanuit het kolossale ding omhoog steeg was van veraf te zien en bedekte de toekomstige groene stad in zijn eerste en hopelijk dus ook zijn enige laagje smog.
In een land waar een auto essentieel is, simpleweg omdat je het niet overleefd om jezelf, (vooral tijdens de 50 graden zomers), zonder airco te verplaatsen, ben ik erg benieuwd hoe zo’n stad zal functioneren. Wij waren aan de rand van de zomer in de VAE en kunnen beamen dat airco geen overbodige luxe zou zijn geweest. Het raam open doen was namelijk net zo erg als dicht want de lucht was zo heet dat je alleen al van de wind kon verbranden! Wij reden dan ook met een natte handdoek om onze hoofd gedraaid om wat verkoeling te realiseren. Wij zijn in elk geval erg benieuwd naar de uitkomst en als alles klaar is gaan wij misschien weer terug (wij willen zo-ie-zo ooit een keer terug, en dan hebben wij een goed excuus) om een kijkje te nemen, deze keer per kameel in plaats van de auto natuurlijk!

Het automuseum:
Tegenover de afval-openlucht-verbrandings-stortplaats, heeft een sjeik, bekend als de Rainbow Sjeik, midden in de woestijn een automuseum gebouwd. Op weg naar Liwa waren wij hier al langs gekomen, maar omdat wij niet wisten hoelang de tocht naar Liwa zou duren, hebben wij toen besloten om het museum over te slaan. Nu dat wij weer tijd zat hadden, reden wij eerst terug naar het museum. De sjeik heeft zijn privé collectie aan auto’s in een gigantisch op een piramide lijkend gebouw uitgestald. Ook heeft hij een exemplaar van de grootste rijdende auto ter wereld, die hij zelf heeft laten maken. Het enige wat de goede man miste was een Landcruiser! Onze redenering hierover was dat hij daar natuurlijk in rondreed. Zonde om zoiets in een museum te stallen!

Op weg naar de oostkust:
Na een bezoekje aan het automuseum vervolgde wij onze reis richting de oostkust van de VAE. Via Abu Samrah, Sweihan, Al Hayer en Al Faqa reden wij binnendoor, langs de grens van Oman, naar de hoofdweg die zich van de west- naar oostkust uitstrekt. Toen het donker begon te worden waren wij nog lang niet bij de oostkust en zaten wij bij Al Haba, nog middenin de woestijn. Opnieuw pakte wij een zijweggetje en zette de auto ergens in de woestijn neer voor de nacht (N25º01.266, E055º40.971). Het enige probleem was dat dit betekende dat wij deze nacht in het emiraat Sharjah moesten doorbrengen, zoals eerder verteld, het strengste emiraat. Dat betekend dat alcohol streng verboden is, ook al breng je het van een andere emiraat mee en moesten wij voorzichtig zijn met onze kostbare voorraad. Gelukkig zaten wij in de woestijn en verwachte dus ook niet echt problemen.
De volgende dag zijn wij via de hoofdweg naar het oosten gereden en kwamen ’s middags aan in het emiraat Fujeirah.

Fujeirah:
Fujeirah ligt aan de oostkust, tegen de grens van Oman aan. De oostkust staat bekend om zijn witte stranden en helder blauwe zee met vele tropische vissen. Wij hadden de waypoints van een mooi plekje, net buiten de stad richting Oman, aan een mangrove (N25º00.699, E056º21.789). Het was erg makkelijk te vinden en binnen een paar minuten hadden wij kamp opgeslagen. Wij zaten net op onze stoeltjes in de schaduw van onze luifel te genieten van een koude cola en een broodje toen wij realiseerde dat overal om ons heen in het water, kopjes van schildpadden boven kwamen. Gelijk rukt wij onze snorkels uit, trokken zwemkleding aan en vonden een goede plek van waaruit wij het water in konden duiken.
Het is onze droom om met schildpadden te zwemmen! Wij wilde het in Salalah proberen, maar de plek waar wij toen de schildpadden hadden gezien was onderaan een steile klif in een baai waar de zee woeste golven tegen de rotsen gooide. Te gevaarlijk dus. De keer dat wij het schildpadje in Abu Dhabi hadden gezien werd het donker dus was dat ook geen optie en hier was dan onze derde kans. Drie keer scheepsrecht, toch?
Vol enthousiasme sprongen wij de mangrove in. Al snel werd duidelijk dat ook deze poging zou mislukken. Het water was vreselijk troebel waardoor wij nog geen meter voor ogen zagen. De schildpadden konden ons makkelijk ontwijken. Als wij met ons hoofd bovenwater over de oppervlakte keken zagen wij ze overal zwemmen, maar onderwater was het onmogelijk één te spotten. Wat een tegenvaller. En tot overmaat van ramp stapte ik op een oester bij het uitstappen waardoor ik een diepe wond onder mijn voet had. Dubbel balen!
Dan maar genieten van wat je hebt, dus zetten wij onszelf weer met een nieuwe koud colaatje aan de rand van de mangrove neer en bewonderde ze van bovenaf. Onze kans komt nog wel…hoop ik.

Khor Fakkan:
De volgende dag besloten wij een nieuwe poging te doen, maar dan in de prachtige zee. Langs de oostkust, ten noorden van Fujeirah, ligt het populaire badplaatsje Khor Fakkan. Net vanaf de kust is er een rots in de zee, Snoepie Island, die bekend staat om zijn overvloed aan tropische vissen, haaien, koraal en… schildpadden die rondom het eiland te zien zijn. Het is makkelijk, snorkelend, vanaf het vasteland te bereiken. Een perfecte locatie voor ons om onze vierde poging te doen.
Wij reden langs de kustweg en kwamen onderweg de oudste moskee van de VAE tegen waar wij even zijn gaan kijken. Toen wij aankwamen bij Snoepie Island bleek het toch iets moeilijker te zijn dan verwacht om het eiland te bereiken. Een enorm 5 sterren hotel had voor het eiland zijn complex gebouwd en het strand ervoor opgeëist. Om het eiland te bereiken zouden wij nu dus een heel stuk verder moeten zwemmen, maar dat hadden wij er wel voor over. Om namelijk gebruik te maken van het strand van het hotel, moest je 30 euro dokken. No way! In tegenstelling tot Oman, mag men hier een stuk land aan het strand kopen en het stuk strand privé houden. In Oman is al het strand openbaar. Als men een groot hotel aan het strand bouwt, mag hij het strand ervóór niet opeisen en blijft deze voor iedereen toegankelijk. Het heeft allebei z’n voor- en nadelen, maar in dit geval was een privé strand voor ons een nadeel.
Het ‘openbaar’ strand, naast de muur van het hotel, was een smerig stukje zand. Wij pakte maar gelijk onze snorkels en dokken de zee in. Van lekker zonnen was hier vanwege de rotzooi toch geen spraken. Wij zwommen langs de muur en golfbrekers van het hotel en trappelde richting het eiland. Na een paar minuten werd het mij duidelijk dat ook deze poging niet ging lukken. Er stond veel wind en de golven sloegen tegen de golfbreker. Door de ruige zee was ook deze troebel en het zicht matig. Ik besloot terug te zwemmen, maar Roger wilde het nog proberen en zwom verder. Ik zat goed en wel op het strand, toen ik Roger in één keer 180 graden zag draaien (dus weer terug richting strand) en met een rotvaart zichzelf naar de kant trappelen. Ik rende naar hem toe om te kijken wat aan de hand was, klaar om de haai (mijn eerste gedachte) met mijn slipper te meppen. Toen het ondiep genoeg was dat hij kon staan sprintte Roger het water uit. “Ik sta in brand!” riep hij terwijl hij zijn schouder vastpakte. Op zijn schouder en rug liepen enorme rode striemen over zijn huid die elke seconde dikker leken te worden. Kwallen! Ik had wel eens gehoord dat het de steek neutraliseert als je eroverheen urineert, maar toen ik die optie benoemde stemde Roger niet in. Hij vond het een beter idee om azijn te proberen, deze is immers ook zuur. Nadat de helft van onze kostbare appelazijn over Roger schouder was gegaan en er nog geen verbetering leek te zijn, besloten wij naar het hotel te gaan om te kijken of ze een medische post hadden. Toen Roger zijn rug aan de bewaker toonde mochten wij gelijk doorlopen naar de receptie. Aldaar kregen wij een zalfje van een medewerker. Hij vertelde dat het kwallentijd was en dat ze dagelijks met dit soort dingen te maken hadden, maar hij was toch erg onder de indruk van de omvang van de striemen die Roger had. Vanuit de receptie liepen wij naar het zwembad en zo waren wij gratis binnen. Het zalfje heeft goed geholpen tegen de pijn, maar de wonden hebben toch dagen nodig gehad om te helen. Een nieuwe poging hebben wij niet meer aangedurfd.

Wij hadden eerst gedacht om aan het strand in Khor Fakkan te overnachten, maar omdat het zo’n rotzooi was gingen wij liever terug naar onze rustige mangrove in Fujeirah. Eenmaal in Fujeirah aangekomen, kwamen wij een grote menigte tegen op een grasveldje langs de weg. Wij parkeerde de auto en liepen op de menigte af om te kijken wat er aan de hand was. Op het grasveldje waren ze stierengevechten aan het houden. Elke vrijdag wordt er in Fujeirah aan ‘bull butting’ gedaan. Dan komen boeren vanuit heel de VAE bijeen om te zien wie de sterkste stier heeft. Het zijn werkdieren en de boeren willen absoluut niet dat er iets met hun stieren gebeurd, dus worden de stieren onder streng toezicht aan elkaar overgelaten. Het eerste wat de stieren doen is met hun horens tegen de ander aanstaan en elkaar proberen weg te duwen. Na enkele seconden worden de stieren uit elkaar gehaald en is de winnaar bekend(?). Voor ons kompleet een raadsel hoe je kon bepalen welke sterker was! Nadat de stieren waren weggehaald kwamen de volgende twee het grasveldje op. Wij waren blij verrast met de manier waarop de dieren werden behandeld en hoe, zonder dat er een druppel bloed vloeide, een ‘gevecht’ kon worden gehouden. Tot twee keer toe brak een stier vrij en kwam recht op ons afstuiven. Iedereen om ons heen begon dan als een idioot weg te rennen (en wij natuurlijk ook) voor het gevaar een hoorn in je reet te krijgen! Het waren enorme beesten!
Na anderhalf uur waren alle wedstrijden gedaan en reden wij door naar ons mangroveplekje.

In de tussentijd hebben wij contact gehad met het ferrybedrijf over de boot terug naar Iran. Er werd ons verteld dat er momenteel het Iraanse nieuwjaar werd gevierd en de festiviteiten zouden twee weken duren. In die twee weken zouden er geen ferry varen tussen de VAE en Iran. Vanaf eind maart zouden ze het werk weer hervatten. Wij hadden een emailtje van Thomas en Verena gekregen, die vertelde dat zij op 31 maart de ferry hadden geboekt, dus besloten wij deze ook te nemen. Het was inmiddels 29 maart, hoogste tijd om in Sharjah de boot te gaan boeken. Je zou denken dat je dit soort dingen telefonisch kan doen, maar alles behalve is waar. Je moet gewoon lijfelijk aan de balie staan, anders krijg je niks voor elkaar.
Via de oostkust zijn wij richting het noorden gereden, waar wij halverwege een mooie wadi tocht hebben gedaan naar een waterval en zwempoeltje. Een heerlijke verfrissing midden op de hete dag.

Sharjah 2:
’s Avonds kwamen wij aan in Sharjah. Wij waren hier aangekomen met de boot, maar hadden hier nooit overnacht dus kozen wij voor de meest logische optie; aan het strand in de stad. Helaas was dit moeilijker dan wij dachten want ook in Sharjah is het hele strand volgebouwd met hotels, met hetzelfde resultaat als in Khor Fakkan (deze behoort trouwens tot het emiraat Sharjah, misschien ligt het daaraan) dat alle stukjes strand tussen de hotels in, smerig zijn en vol met louche figuren. Met gebrek aan beter kozen wij een iets minder smerig stukje uit om te overnachten (N25º20.128, E055º21.609).

Gelijk ’s ochtends vroeg gingen wij naar het bootbedrijf om een ticket voor de dag erna te regelen. Eenmaal daar aangekomen werd ons verteld dat de boten pas vanaf begin april zouden varen en niemand kon ons een definitieve dag zeggen. Wij legde uit dat wij contact hadden met een Duits koppel die morgen de boot zou nemen, maar volgens hun was die boot vertraagd. Er zat niks anders op dan wachten. Hun advies was om elke dag te bellen en te vragen of al meer bekend was over de dag dat het schip zou varen. Toen wij dit slechte nieuws hadden gehad (als je eenmaal besluit dat je weg wil dan is elke dag wachten te lang) wisten wij gelijk wat wij wilde doen; naar Dubai! Al was het alleen maar voor de prachtige stranden.

Dubai 2:
Toen wij erover nadachten bleken er nog wat dingen die wij aan de auto wilde laten doen voordat wij vertrokken naar Iran, dus was het uitstel uiteindelijk behoorlijk vruchtbaar. Wij gebruikte de extra tijd bijvoorbeeld om vier nieuwe banden te kopen. Die van ons waren ernstig versleten (ideaal voor zandrijden maar gevaarlijker op de weg) en wij wilde (lees Roger wilde) perse BF Goodrich All-Terrain merkbanden. Wij hadden op internet gezien dat je deze banden na de VAE voorlopig nergens zou kunnen krijgen (Iran, Pakistan, India, Nepal) dus moesten wij ze hier wel aanschaffen. Ze koste maar liefst 100 euro per stuk! Nog altijd goedkoper dan de 140 die je ervoor in Nederland moet neerleggen, maar weer een behoorlijke hap uit ons spaargeld. Bij het vervangen van de banden zou de garage ook de wielen balanceren en uitlijnen. Wij hadden al een tijdje gemerkt dat het stuur niet recht stond dus was de man van de garage aan onze stuurstang aan het draaien om dit te corrigeren. Hij was zo lomp bezig en net voordat Roger hem tegen wilde houden rukte hij zo hard aan de stang dat het koggelgewricht brak en de stang met een luid gekletter op de grond viel. Wij schreeuwde het uit! Er vloeide een rivier aan scheldwoorden en woede uit de monden van Roger en ik en de man trok wit weg. “Je zorgt maar dat je het weer maakt”, zei Roger en met die woorden liep de man bibberend naar zijn chef toe. Wat bleek nou, wij hadden van tevoren een contract moeten ondertekenen waarop stond dat zij niet verantwoordelijk waren voor dingen die tijdens de werkzaamheden stuk gingen. Dat hoorde bij de risico’s van de cliënt en zo ook de financiële gevolgen die daarbij kwamen. Zij hadden echter vergeten ons dit briefje te laten ondertekenen, waardoor ze geen poot hadden om op te staan. “You broke it, you fix it!” riep Roger tegen de man. Wij waren maar in een bandenbedrijf en geen garage, dus er werd druk onderling overlegd hoe ze dit gingen oplossen. Wij konden ook niet meer naar de garage rijden want ons stuur werkte niet meer. Verder stond onze auto ook nog bij hun op de enige brug die ze hadden, waardoor al hun werk die dag volledig stil stond. “And it beter be an original Toyota piece” dreigde Roger verder. De rest van de dag waren wij er zoet mee. Een van de medewerkers sjeesde weg naar de Toyota garage om een nieuw onderdeel te gaan halen en de rest ging maar zitten. Er was niks meer te doen. Na anderhalf uur kwam de man met het goede onderdeel terug (met de rekening als bewijs dat hij hem bij de toyota garage had gekocht) en kon begonnen worden met de reparatie. Onder streng toezicht van Roger, die er nu met zijn neus bovenop zat, werd een nieuwe kogelgewricht aangesloten en de stuurstang teruggeplaatst. Tijdens het installeren vroeg de monteur of wij het toch niet erg vonden om de kosten voor het nieuw onderdeel te betalen (70 euro). “Vergeet het maar”, zei Roger, “jij hebt hem gebroken, dat is niet mijn probleem”. Hij bleef verder stil, maar het was duidelijk dat hij zich ernstig zorgen maakte. Toen het eenmaal tijd werd om te betalen vroeg hij het nog een keer en weer kreeg hij van ons hetzelfde antwoord. Bleek liep hij terug naar de garage. Toen kwam de aap uit de mouw. De chef vertelde ons dat dit soort kosten uit zijn eigen zak moeten komen en dat de man maar 200 euro per maand verdiende. Gelijk voelde wij ons schuldig. Omdat alles uiteindelijk goed was gekomen, waren wij niet meer zo boos als dat wij voordeden, maar met zijn uitleg ging het laatste beetje irritatie die wij nog hadden om in medelijden. Hoe kan het nou dat een bedrijf niet voor dit soort dingen verzekerd is? vroegen wij de man. Hij legde uit dat zij zich normaal indekte door mensen eerst het contract te laten tekenen, maar dat was vandaag niet gebeurd en zal je net zien dat er dan iets verkeerd gaat. Wij besloten een compromis te sluiten en de helft van de kosten te betalen. Toen de man dit hoorde sprong hij zowat een gat in de lucht. Zijn collega’s hadden allemaal aangeboden om de kosten met hem te delen, waardoor ze nu ieder 5 euro moesten betalen. Uiteindelijk was dus iedereen blij en wij al helemaal, want daarna zat het stuur kaarsrecht en waren alle afwijkingen opgelost.

Na dit akkefietje waren wij wel even klaar voor die dag en reden naar Jumeirah bearch voor de overnachting.

De volgende dag was de differentieelolie aan de beurt (wij hadden ’s ochtends gebeld en er was nog geen nieuws over de boot). Bij elk tankstation kan je deze laten vervangen en dit was dan ook zo geregeld. De rest van de dag hebben wij in de Emirates Mall doorgebracht. Wij wilde nog veel lekkere dingen inslaan voor onze overtocht naar Iran.
Toen wij die ochtend op het strand zaten was er een Deense vrouw naar ons toe gekomen en vertelde dat er in de buurt van de Burj al Arab (het 7*hotel) een mooi stukje strand was waar het ongelofelijk rustig was. Ze had er regelmatig andere overlanders zien staan en dacht dat het voor ons een betere optie was dan het drukke Jumeirah beach. Wij namen haar tip aan en reden die avond naar de plek die zij had beschreven. Inderdaad een paradijselijk wit stuk strand met een prachtig uitzicht op de Burj al Arab en Palm Ijsland.

’s Ochtends zaten wij lekker onder de luifel aan ons ontbijt toen wij het bedrijf belde om te vragen hoe de stand van zaken was. Het antwoord was: je moet nu komen, de boot vertrekt morgen! Wij zeiden dat wij wel een uurtje nodig hadden om van Dubai naar Sharjah te komen maar dat wij onderweg waren. Helaas van ons mooie stekkie! Wij gooide alles in de auto en reden naar Sharjah. Dit is een gruwelijk stuk om te rijden. De twee steden liggen zowat tegen elkaar aan (6km), maar vanwege de drukte duurt het een uur om van de een bij de ander te komen. Eindelijk bereikte wij na een uur het bedrijf en kon alles geregeld worden. Die avond reden wij het vies stukje strand in Sharjah weer op en zagen daar de vrachtwagen van Thomas en Verena staan. Wij zouden samen de overtocht naar Iran maken.

Van Sharjah naar Bandar Abbas:
Wij moesten om negen uur bij de boot zijn dus stonden wij om zeven uur aan het hek van de haven om alle papierwerk te regelen. Het stempelen van de carnet was zo geregeld, de man kende ons nog van toen wij het land in kwamen. Toen wij echter onszelf wilde uitstempelen bleek het kantoor nog dicht te zijn. Er werd verteld dat deze pas om half negen open zou gaan en dat het verstandigst was om de auto al bij de boot te zetten en net voor vertrek langs te komen om de pasporten te laten stempelen. Zo gezegd, zo gedaan en om acht uur stonden wij met de auto gereed bij de boot. Om half negen kwamen wij weer aan in het kantoortje maar deze was nog steeds gesloten. Wij zouden maar om een uur of twaalf terug moeten komen volgens de portier! Dan zijn wij al het land uit riepen wij hem toe, maar het was natuurlijk niet zijn schuld of probleem dat het douanepersoneel niet aanwezig was. Toen wij dit nieuws bij de boot kwamen melden werden wij gerustgesteld, de boot zou pas na 12 uur vertrekken, er was wat vertraging. Wij wisten niet wat erger was. Om twaalf uur was er nog lang geen sprake van vertrek en om een uur of twee zijn wij weer eens richting het kantoortje gelopen. Het was eigenlijk lunchtijd, maar de man heeft ons toch vriendelijk geholpen en eindelijk was alle papierwerk klaar. Toen wij terug bij de boot kwamen, waar Thomas en Verena ook stonden, vertelde wij hun dat het kantoor open was. Gelijk gingen ook zij een stempel halen. Een half uur later kwamen ze terug. Ze hadden voor een gesloten deur gestaan; alweer dicht! Etenstijd kwam en ging en nog was er geen teken van vertrek. Uiteindelijk is de boot om negen uur ’s avonds vertrokken, een miezerige 12 uur vertraging, waar heb je het over?! Het enige probleem was dat dit zou betekenen dat wij donderdag ochtend in Iran aan zouden komen en dan begint het weekend. Wij wisten nog van de heenreis wat dat betekende!

Iran…bijna:
Wij mochten gelukkig bij de auto komen en hebben ’s avonds met z’n vieren stiekem in de auto van Thomas en Verena onze laatste restjes alcohol gedronken. Wij wilde geen risico nemen op de grens in Iran en omdat het een Iraans schip was, mocht er officieel aanboord niet gedronken worden… Wij voelde ons net een stel tieners die op schoolreisje stiekem in hun kamer een biertje dronken en giechelend liepen wij dan ook aan het eind van de avond terug naar onze ‘kamer’. Wij hebben heerlijk in de auto kunnen slapen en werden ’s ochtends wakker tot…een zee uitzicht?!…dat hadden wij niet verwacht. Wij hadden gedacht ’s ochtends in de haven te zijn, maar bij betere inspectie bleek dat wij voor de kust verankerd lagen. Wij hadden nog geen toestemming gekregen om de haven in te varen en dat zou nog even duren. Ook dat nog! Er werd maar weer een kop koffie gezet, onze boeken kwamen uit de kast en wij installeerde onszelf op het zonnedek.
Het verhaal is nog lang niet afgelopen want uiteindelijk heeft het 48 uur geduurd om van de VAE naar Iran te varen en dat, alweer, voor maar een schamele 500 USD. Je kan veel zeggen over het rampzalig bedrijf en zijn uit de hand gelopen tijdsschema’s, maar één ding is zeker, je krijgt wel waar voor je geld! De rest van het verhaal vervolgd in Iran 3.

2 opmerkingen:

Anoniem zei

Lieve kinders, wat een fijn verhaal. Karlijn, die HHH in Cairo was wel vaker dan 1 keer in het jaar! Gelukkig is dat uit je geheugen gewist...
Ik ga trouwens voor "Iran 4", no. 3 hebben we al gehad. Zo zie je maar hoe intensief we jullie verhaal lezen! Veel liefs Mom

Anoniem zei

zo, zo, dat klinkt weer goed! En wat een stresse als ze je auto aan het slopen zijn! Gelukkig is het goed afeglopen..... Ik ben nog steeds jaloers: ik wil ook weer op reis!!!

XXX Marjon