OMAN 3: Dhofar, Salalah, Muskat, Grens VAE


View Larger Map
Oman 3 = paarse route


Dhofar:
In een van onze off-road boeken werd een mooie wadi tocht (droge rivierbed) beschreven vanaf de snelweg dwars door de bergen naar Salalah toe. Als je namelijk in het zuiden aankomt, rijd je regelrecht tegen een bergketen op, de Dhofar mountains; één van de redenen dat het zo’n mooi gebied is. De bergen houden de wolken die vanaf de zee komen tegen waardoor het veel regent in het zuiden, wat natuurlijk minder fijn is, maar het resultaat is dat het er bijzonder groen is. Ook is het hierdoor een stuk koeler en vooral zomers gaan veel bewoners van Muskat, enkele weken naar de mildere temperaturen van Salalah om af te koelen. Toen wij aankwamen bij het begin van Wadi Dhahbun werd het donker en zijn wij gelijk achter een bergje gereden om te overnachten (N17º40.435, E054º15.994).

Om het kort te houden, Wadi Dhahdun is een 68 kilometer lange wadi waar wij maar liefst ZES uur over gedaan hebben! Werkelijk de hele dag hebben wij zwaar off-road gereden over een rivierbed met behoorlijke stenen en obstakels. Toen wij eindelijk om 14 uur de wadi uit kwamen waren wij helemaal gaar en volledig door elkaar geschud. Als wij geen room bij ons hadden gehad, was het inmiddels boter geweest! Op zich was de tocht erg mooi, maar het duurde ons een paar uur te lang. Aan het eind van de tocht kwamen wij een militaire checkpoint tegen. De man was zo verrast om ons te zien dat hij zonder een woord te zeggen, de hefboom opende en ons door liet. Het is duidelijk een route die niet al te veel gereden wordt en al helemaal niet met auto’s uit Nederland. Wij waren al bijna bang dat hij ons terug ging sturen! Dat is dan het voordeel van onze onverwachte verschijning.

Na Wadi Dhahdun kwam de verharde weg als een geschenk uit de hemel. Even geen hobbels meer! Omdat het nog vroeg was zijn wij nog een beetje in de buurt gaan bezichtigen, waarna wij zijn doorgereden naar een van de meest indrukwekkende overnachtingsplekken die wij tot nu toe hebben mogen ervaren (N17º06.370, E054º42.234). Werkelijk prachtig! Helemaal aan het randje van Jebal Samhan, een berg plateau, hebben wij de auto neergezet. Eén meter van de voorwielen vandaan, viel de plateau weg langs een klif, 1350 meter recht omlaag, tot aan zeeniveau, waar de laatste paar kilometers land de prachtige blauwe zee bereikte. Wat een uitzicht! Die nacht heeft Roger de handrem getrokken (normaal), de auto in een versnelling gezet (al iets voorzichtiger) en stenen voor de banden gelegd (okay, nu maakt hij zich zorgen!). Vanuit ons bedje keken wij neer op de lichtjes van het dorpje Mirbat, dat aan zee ligt, en het leek net alsof wij vanuit een vliegtuig omlaag keken. ’s Ochtends werden wij wakker met een super uitzicht. Dit is toch een van de momenten dat wij zo gelukkig zijn om het allemaal met onze auto te mogen meemaken, de andere toeristen liggen allemaal in een hotelletje.

Salalah:
De volgende dag hebben wij de afdaling naar zee gemaakt. Eerst hebben wij het dorpje Mirbat bezocht, die wij vanaf de plateau hadden gezien, met zijn mooie tombe die aan de rand van het dorpje ligt.
Toen wij vanaf Mirbat langs de kust naar Salalah reden zagen wij op een gegeven moment iets groots langs de weg liggen. Ik had het nog maar net in mijn ooghoek gezien, en ik wist het niet zeker, maar ik dacht dat ik iets heel bijzonders had gezien… Ik riep naar Roger om te stoppen en terug te keren. Een halve kilometer verder keerde wij op de weg en reden terug naar waar het beest naast de weg. Toen wij dichterbij kwamen werd het duidelijk dat ik het toch goed had gezien. Daar, naast de weg, lag een hyena! Weliswaar aangereden, maar toch, een hyena! Als wij iets niet hadden verwacht in Oman te zien was het dat wel. Wij dachten dat die dieren alleen in Afrika voorkwamen? Wij zijn voorzichtig gaan kijken. In de buurt lag een half opgegeten koe, dus hij had duidelijk eerst van de koe genoten, waarna hij met volle maag de weg over stak. Na een uitgebreide inspectie: even snel de haren voelen en een foto (het is immers toch een hyena!), zijn wij weer verder gereden.

Langs de zuidkust zijn er meerdere ayn’s om te bezichtigen. Een ayn is een bron die vanuit de bergen in prachtige poelen terecht komt. Wij dachten lekker af te koelen in het heerlijke water, maar daar werd algauw een stokje voor gestoken. Aan elk meertje stonden om de vijf meter borden die je in het Engels en Arabisch waarschuwde niet te gaan zwemmen. Volgens de tekst was er een worm in het water die via je huid in je bloedbaan komt en in je blaas en urinewegen schade aanricht. Gatverpatsie, dat klonk niet zo lekker! Je kan onze verbazing dus ook voorstellen toen wij bij elke ayn, groepen tienerjongens in de poeltjes zagen zwemmen, drinken(!) en wassen. Typisch.

Aan het eind van de dag kwamen wij in Salalah aan. Dit is de tweede grootste stad van Oman. Nog niet zo modern als Muskat, maar goed op weg dat te worden. Opnieuw kom je de grote supermarkten en winkelcentra tegen en alles is er te verkrijgen.
Het eerste wat ons opviel was de kleur van de Omani’s. Hun huidskleur was een stuk donkerder dan in het noorden en hun haar kroes. Voor de tweede keer vandaag waande wij ons in Afrika. Wat een verschil met de lichte Arabieren in het noorden. Vroeger had Oman hechte banden met Afrika, dus is het niet raar om in Oman mensen met een Afrikaans uiterlijk aan te treffen, maar wij stonden versteld van de plotselinge overgang tussen noord en zuid.

Ook komen hier de vier en vijf sterren hotels weer in overvloed voor. Natuurlijk hoefde wij daar niet te slapen, maar het is wel fijn om in de buurt te staan zodat je van alle faciliteiten gebruik kan maken. Je kan als westerling doodgewoon zo’n peperdure complex binnenlopen en doen alsof je er thuis hoort. Er is geen mens die hieraan zou twijfelen want wie slaapt er nou naast het hotel op het strand in de auto? Niemand toch?!…
Naast de Crown Plaza Hotel (5 *) strekt een prachtig wit strand zich uit langs een klein vogel reservaat die zich middenin de stad bevind. Hier mag niet gebouwd worden en je kan langs het strand naar de stad lopen. En perfecte kampeerplek vonden wij en hebben de auto op het strand onder de palmbomen gezet (N17º00.325, E054º08.257). Het was paradijs op aarde! Wij stonden super centraal, maar merkte er niks van vanwege het vogelreservaat achter ons. De hele dag door liepen de bad gasten van het hotel op en neer voor onze deur en keken keer op keer verbaasd op als ze ons daar zagen zitten in onze tuinstoelen met een pot koffie op ons uitgeklapt tafeltje naast de auto onder de palmbomen. Alleen een Zweed durfde de stap te zetten om naar ons toe te komen en heeft een halve dag bij ons gezeten om al onze reisverhalen te horen. Omdat het zo’n relaxt plekje was hebben wij hier een aantal dagen vertoefd.

De eerste avond dat wij er waren besloten wij gelijk gebruik te maken van onze buren en liepen naar het Crown Plaza Hotel (CPH) om een drankje in de bar te nuttigen. Natuurlijk is een pilsje rete duur in een vijf sterren hotel, maar meer keus heb je niet. Officieel is Oman een alcoholvrij land, maar voor de toeristen wordt er een uitzondering gemaakt en verstrekken de meeste dure hotels toch alcoholische versnaperingen in hun bar.

Even een alcoholisch zijspoor:
Een Omani mag van de overheid geen alcohol kopen, maar, waarom zouden ze het ook willen, alcohol is immers volgens de koran verboden, toch? Expats, die in Oman wonen en werken (hetzelfde geldt trouwens ook voor de VAE), krijgen een pasje waarmee ze elk jaar een gelimiteerd (afhankelijk van hun salaris!) hoeveelheid alcohol mogen kopen in speciale winkels. Van horen zeggen is de hoeveelheid voldoende om het jaar mee door te komen. Als toerist kan je niet in bezit komen van zo’n pasje en zal je dus naar een hotel of duur restaurant moeten om een pilsje te drinken. De fles wordt ook altijd aan de bar opengemaakt zodat je hem niet mee naar buiten kan nemen. Wij hebben meerdere keren geprobeerd om een dicht blikje mee te krijgen zodat wij in de auto nog wat hadden, maar dit is nooit gelukt.

Terug naar de Crown Plaza:
Enfin, wij gingen dus naar de bar en waren net op tijd, want er begon tien minuten later een vreselijk foute entertainment show. Wij hadden het gevoel dat wij op een cruise schip zaten. Vier, uit het Oostblok komende artiesten, bewogen zich een uur lang ‘sierlijk’ over het toneel, naar liedjes van Ace of Base en ABBA. De hotelgasten (allemaal boven de 50) genoten volop en klapte a-ritmisch met de muziek mee. Wij schoten keer op keer in de slappe lach en ik moest me inhouden het kostbare bier niet in mijn broek te piesen. Je wilt het natuurlijk zo lang mogelijk inhouden, alleen al vanwege de prijs!
Tijdens de pauze werd aangekondigd dat er een loterij zou plaats vinden waarbij de winnaar twee gratis drankjes kon winnen. Je moest je naam en kamernummer op een briefje schrijven en in een hoed deponeren. Dat was een beetje een probleem want een kamernummer hadden wij natuurlijk niet en we wilde niet door de mand vallen, dus deden wij net alsof wij het niet gehoord hadden en schreven alleen onze naam op. De seconde dat ik het briefje in de hoed liet vallen voelde ik het al aankomen… gelijk had ik spijt dat ik niet Roger op mijn briefje had geschreven. Ja hoor, na een trommelgeroffel van de presentator op een tafel haalde hij een briefje tevoorschijn:
“Hey, this one doesn’t have a room number!”
Ik verdween iets onder de tafel.
“K-a-r-l-a-g-j-i-n?”
Shit! Okay, begrijp me niet verkeerd, ik wil erg graag een gratis drankje, maar ik wil er liever niks voor hoeven doen en dit was nou net zo’n soort show, waarbij dat duidelijk niet ging lukken.
“Come up on stage!”
Ik zakte nog verder in mijn stoel.
“Karlagjin??!” riep de man weer.
Roger lag natuurlijk helemaal dubbel en sprong gelijk op. “Here she is!” riep hij wijzend naar nog maar een plukje van mijn haar dat boven de tafel uit kwam.
“Come on down girl!” riep de man weer.
Met een kop zo rood als een tomaat en het gevoel dat hij zou ontploffen, zig-zagde ik tussen de kunstgebitten naar het podium.
“Sooooo, ladies and gentlemen, what should we make her do for a free drink?!”
Oh mijn God, zie je nou wel!
“Sing!!” riep een al te bekende stem vanuit het publiek. Ik schoot Roger een dodelijke blik, maar het kwaad was al geschiet.
“Okay, let’s here you sing!” riep de lul met de microfoon.
Met een trillende kraak stem (ik ben niet met een zang talent geboren) bracht ik de eerste zin uit van het enige liedje dat in mij op kwam. “It’s raining men…(doem-da-doem), haliluoeoeoelia,…it’s raining men..(doem-doem), Amen!”.
Doodse stilte in de zaal.
“Okay okay,” riep de man snel “let’s not scare the people away, we still have half a show to do!!!” Gebrul vanuit de zaal.
Na mijn prijscoupon in ontvangst te hebben genomen mocht ik dan godzijdank het podium verlaten. Ik heb nog een half uur na zitten gloeien in mijn stoel, maar mijn schaamrode wangen werden snel geblust door twee half liter blikken Carlsberg en maakte plaats voor een rode neus.

Wij waren nog maar halverwege ons gratis drankje toen de show voorbij was en er werd aangekondigd dat er nu een Russische band zou komen en dat daar entree voor betaald zou moeten worden. Iedereen liep de zaal uit. Wij werden vriendelijk verzocht om of te betalen of te verkassen, maar ik protesteerde heftig tegen. Ik was niet naar de hell en terug gegaan om nu in één minuut mijn drankje weg te ketsen. Ik zei dat wij zouden gaan als het op was en dat wij de show niet hoefde te zien. Gelukkig mocht dit en al nippend aan ons blikje zaten wij in een lege zaal op de Russische band te wachten. Twee minuten voor de show begon, stroomde het vol met lokale Omani heren die bijna over elkaar heen vielen om vooraan te kunnen zitten. Wat is dit?! dachten wij. Snel bestelde ze allemaal een alcoholisch drankje alsof ze een kilo cocaïne aan het verhandelen waren en maakte zich klaar voor de show. De lichten gingen uit en het gordijn werd getrokken. Daar, op het podium, stond een man met een leren giletje aan achter een keyboard een zeer fout deuntje te spelen en om hem heen stonden vier meiden te dansen. De meiden konden niet ouder zijn dan achtien en stonden half naakt, (alleen bedekt met een klein stukje tijgerprint, dat niet eens genoeg zou zijn om mijn kleine teen te bedekken) zogenoemd sexy bewegingen te maken op de muziek. Het ergste was nog dat ze alle vier naar de mannen op de voorste rij zwaaide en knipoogde met een blik van herkenning! Toen de man achter de keyboard even moest niesen, waardoor zijn vingers een paar seconden van de toetsen afkwamen, en het muziek toch gewoon doorspeelde was het voor ons een teken om zo snel mogelijk te vertrekken. We ketste de laatste slokken weg en rende de bar uit.

De volgende ochtend rende wij de zee in voor een verfrissende ochtendduik. Zwemmen in de zee trekt altijd veel aandacht omdat de lokale mensen bang zijn om in de zee te zwemmen. Misschien omdat ze niet kunnen zwemmen; ik weet het niet. In elk geval zwemt er maar zelden nog iemand bij je in zee. Toch zag ik op een gegeven ogenblik een, wat ik herkende als een hoofd (ik had mijn lenzen niet in), enkele meters van mij vandaan in het water. “He”, zei ik tegen Roger, “kijk nou, er is nog iemand aan het zwemmen.” Roger keek naar waar ik wees maar kon niemand ontdekken. Toch kon ik zweren dat ik net iemand had gezien en bleef naar de plek kijken. Een paar seconden later kwam het hoofd weer boven. “Kijk dan!” riep ik naar Roger die alweer mijn wijzende vinger volgde. “Jesus!” riep Roger. “Nou, dat lijkt me sterk in een Moslim land, Mohammed misschien.” Grapte ik. “Heb jij je lenzen niet in?” “Nee. Hoezo?” vroeg ik, nog steeds naar de zwemmer kijkend die in een behoorlijke rotvaart onze richting op kwam. “Het is geen persoon!” riep Roger, “Het zijn dolfijnen!”. Ik sprinten het water uit om mijn bril te pakken die op mijn handdoek op het strand lag en zag ze nu ook. Ik snelde weer het water in. Vijftien meter van ons vandaan schoot een familie dolfijn door de golven op zoek naar vis. Het was duidelijk dat ze aan het voeden waren en bleven een paar minuten om ons heen zwemen. Fantastisch! Van onze dolfijn-zwem ervaring in Nieuw Zeeland wisten wij dat ze naar je toe komen als je met een voorwerp onderwater tikt of met platte hand op het water slaat. Ze zijn namelijk behoorlijk nieuwsgierig en komen kijken naar waar het geluid vandaan komt. Helaas waren deze dolfijnen te druk met hun ontbijt bezig om ons op te merken en na vijf minuten zwommen ze weer verder om nog meer vis te zoeken. Helemaal hyper kwamen wij de zee uit. De hele dag hebben wij naar het water zitten staren en om de zoveel tijd de dolfijnen langs zien komen. Wij gingen er vanuit dat dit hun territorium was en dat wij ze dus elke dag zouden mogen aanschouwen, maar na deze dag hebben wij ze nooit meer teruggezien. Later hoorde wij dat niemand anders ze had gezien! Wat hebben wij toch mazzel gehad.

Mughsayl:
Na een aantal dagen niks doen vonden wij het toch maar weer tijd om de buurt te gaan verkennen. Vanaf Salalah tot de grens met Jemen zijn nog vele prachtige stranden om te bezichtigen en te slapen. Aan een zo’n strand, Mughsayl, heeft de zee gaten in de rotsen geslagen, zogehete blowholes, en bij vloed spuit het zeewater enkele meters de lucht in door de blowholes heen. In de buurt van de blowholes waren mooie stranden en wij besloten een nachtje op deze plek te slapen. Toen wij bij de blowholes aankwamen was er net een bus toeristen aangekomen en stonden wij met 50 man om de gaten te dringen. Omdat wij toch de tijd hadden, zijn wij een stuk verder de rotsen opgeklommen naar een baaitje, waar wij wilde wachten tot de bus weer vertrokken was. Vanaf de rotsen stonden wij het baaitje in te kijken toen wij een donkere verschijning naar de oppervlakte zagen komen. Een seconde later zagen wij het hoofd van een schildpad het water uit komen om lucht te happen, waarna hij snel weer de diepte in dook. Schildpadden!! riepen wij in koor. Er zaten een stuk of tien schildpadden in de baai te voeden en om beurten kwamen zij naar de oppervlakte om lucht te krijgen. Zeker twee uur lang hebben wij aan de rand van de rotsen gestaan, kijkend naar de reuze schildpadden. De hele tijd dat wij daar stonden zagen wij bussen toeristen komen en gaan maar niemand had het heldere idee om naar ons toe te komen om te vragen waar wij de hele tijd naar stonden te kijken. Het was ons geheimpje.

Toen de film rolletjes op waren gingen wij terug naar de auto om naar het strand te rijden waar wij wilde overnachten. Eenmaal bij het strand aangekomen stond er een kite-surfer met zijn vrienden op het strand zijn spullen klaar te maken. Nederlander (je herkent ze van ver af aan), dachten wij gelijk, en liepen op de jongen af om een kijkje te nemen. Inderdaad, een Nederlander. Omdat de wind wat was gaan liggen, nam hij het besluit om de boel maar weer in te pakken en de rest van de middag hebben wij samen met hem en zijn vrienden op het strand doorgebracht. Het was een groep ‘overzeeërs’ (http://www.vascodagammarally.nl). Ze waren met vijftien boten tussen de 10 en 20 meter lang, de wereld rond aan het zeilen en lagen nu met z’n allen in de haven van Salalah. Zij waren aan het wachten op hun visum voor India, die iemand in Muskat aan het regelen was, en waren in de tussentijd lekker aan het relaxen op de stranden langs de kust van Salalah. Wel hadden ze alleen een havenpas en geen officieel visum voor Oman, dus moesten ze elke avond terug in de haven zijn. Ze vertelde ons dat er in de haven een Club Oasis was waar de expats van Salalah kwamen om te zuipen. Het bier was vele malen goedkoper dan in de hotels en elke avond was het feest. Gelijk spraken wij af om hun daar ’s avonds te ontmoeten. Zij waren nog bezig met hun spullen en wij reden al richting de haven om te kijken of er een geschikte slaapplaats in de buurt was, zodat wij straks niet meer zouden hoeven rijden. Blijkt er nou pal naast de Club Oasis een strandje te zijn…super! Na ons kamp te hebben opgeslagen (N16º55.823, E053º59.780) en te hebben gegeten troffen wij de jongens in de club. Bij hun zaten de rest van de zeilers, waaronder een aantal Nederlanders, en hebben wij ervaringen uitgewisseld. Na een gezellige avond zwalkte wij naar het strand naast de deur.
De volgende dag werd dus weer een relaxdag.

Eindelijk was het weer tijd om terug naar de VAE te gaan. Om de grens te bereiken moet je weer helemaal terug naar het noorden rijden en dan pas kan je afslaan naar het westen. Het zuidelijk deel van de VAE maakt deel uit van het lege kwartier en bestaat volledig uit ongerepte woestijn met de grootste zandduinen ter wereld. Geen optie dus.

Sayq Plateau:
Eenmaal in het noorden aangekomen besloten wij nog een laatste 4x4 tocht uit ons boek te maken, om het af te leren. Wij hadden deze tocht met mijn moeder willen doen, maar wegens tijdgebrek hebben wij hem helaas moeten overslaan. De tocht over het Sayq Plateau schijnt echter een van de mooiste tochten van de Hajar gebergte te zijn en wij konden het niet laten om ervoor terug te rijden. De Sayq Plateau is een grote vlakte bovenop de bergketen en de weg ernaartoe is angstaanjagend stijl. Je mag alleen met een 4x4 de plateau op omdat de weg te stijl is voor een personenauto en je auto wordt door een militaire post onderaan de berg gecontroleerd. Wij hadden maar weinig discussie met de militairen omdat een Landcruiser zowat de enige auto is die je hier uberhaupt ziet en zonder problemen mochten wij door. Ook al was de weg geasfalteerd, het was verschrikkelijk stijl en om de paar meter waren er parkeerplaatsen waar je even kon uitrusten van de zware klim. Eenmaal bovengekomen stopte wij op een parkeerplaats met uitzicht over de weg die wij net genomen hadden. Wij stonden samen van het uitzicht te genieten toen wij achter ons een keihard sissend geluid hoorde. Huiverig draaide wij om tot een verschrikkelijk beeld. Onze radiator was vloeistof over de hele parkeerplaats aan het spuiten! Een gigantische lekkage dus. Het enige wat wij konden doen was wachten tot de boel was afgekoeld en ondertussen liep de parkeerplaats helemaal onder de koelvloeistof. Gelijk liep de stress hoog op. Niet alleen was er maar weinig verkeer op deze weg, maar hoe zouden wij hier ooit weggehaald kunnen worden! Jezelf naar beneden laten rollen was op zich wel een optie, maar dan? Toen het spuiten eindelijk was gestopt en Roger alle rampscenario’s langs had laten komen, bedacht ik me in een keer dat wij een blikje ‘stop radiator leak’ bij ons hadden. Volgens Roger was de lekkage te groot om deze te kunnen gebruiken, maar met gebrek aan betere ideeën hebben wij het blikje toch maar in de radiator gemikt en weer met water gevuld. Uiterst voorzichtig reden wij de berg weer af en het eerste dorpje in. Onvoorstelbaar maar waar bleef de temperatuur van de motor laag! Wij moesten nu kiezen om Muskat te proberen te bereiken (150km) of om een sleepauto te bellen. Wij kozen voor het eerste met het besef dat wij misschien halverwege alsnog het tweede nodig zouden hebben, maar ja, niet geprobeerd is altijd misgeschoten. Voorzichtig reden wij de snelweg naar Muskat op, maar hoe hard wij ook reden, de temperatuur bleef laag en de lekkage bleef dicht. Fantastisch spul, dat blikje!

Muskat 3:
’s Avonds bereikte wij Muskat en hebben de auto bij Al Qurm op het strand gezet om te overnachten (N23º36.956, E058º27.669). De volgende ochtend reden wij gelijk naar de Toyota garage waar ze onze auto hadden gespoten en vraagde een offerte aan. De kosten voor een nieuwe, originele Toyota radiator waren toren hoog. Wij besloten het even te laten bezinken, de radiator functioneerde immers weer, en spraken af later weer contact op te nemen met het bedrijf. Toen wij echter een paar uur later terug belde om te vragen of de prijs niet wat gedrukt kon worden, werden wij volledig afgekaft door de man aan de telefoon en gooide hij de hoorn op. Nou, dan niet.
De volgende dag reden wij naar de autobuurt van Muskat en zijn gaan informeren naar nieuwe radiatoren. Al snel werden wij naar een bedrijfje ‘Dolfin Radiators’ verwezen in de autobuurt en reden wij daar op af. Ze wilde de lekkage wel voor zes euro repareren, een aanzienlijk verschil met de honderd euro die in de Toyota garage werd gevraagd! Toch ging ons voorkeur uit naar een geheel nieuwe radiator, omdat hij immers niet meer de nieuwste was en wij al in Nederland nog hadden getwijfeld om hem bij voorbaad nog te laten vervangen. Bij betere inspectie bleek dat er nog drie kleinere lekkages in de radiator zaten. Goede keuze dus. Om een lang verhaal kort te maken, zij hebben de kern van onze radiator vervangen en de originele reservoirs hergebruikt, en dit voor nog maar een fractie van de prijs die de dealer ons wilde laten neerleggen. Hij was weer als nieuw. Later hoorde wij van de eigenaar dat de Toyota garage waar wij waren geweest geen radiator’s repareert. De radiator wordt bij de Toyota garage eruit haalt en bij Dolfin Radiators gebracht om te laten maken. Wij hadden dus nu precies dezelfde radiator die wij anders via Toyota ook hadden gekregen! Wij bedankte de man vriendelijk, kochten een nieuw blikje ‘stop radiator leak’ (never leave home without it!) en reden terug naar het strand om te overnachten.

Terug naar de VAE:
Muskat hadden wij inmiddels wel gezien en zodra alles geregeld was wilde wij zo snel mogelijk de stad weer verlaten. Wij besloten de volgende dag vroeg te vertrekken in de hoop ’s avonds Abu Dhabi in de VAE te bereiken. Wij waren nog geen 30 kilometer buiten Muskat toen wij een overlander met Duits kenteken op de ventweg zagen staan. Gelijk stopte wij (op de snelweg, dat kan hier allemaal) reden over de stoep de heuvel af (lang leven de 4x4) naar de ventweg en keerde terug naar de auto die wij hadden gezien. Een enthousiaste Thomas en Verena begroette ons toen wij naast hun auto tot stilstand kwamen. Al snel werd het duidelijk dat het goed klikte tussen ons en besloten wij op het strand een mooi plekje te zoeken om verder te kletsen. De twee engelse leraren (gelukkig, mijn Duits is ver te zoeken) wilde ook naar de VAE en waren op weg terug naar Duitsland. Zij hadden Pakistan en India gezien en in Nepal zijn ze omgekeerd om terug te rijden. Omdat zij eigenlijk precies dezelfde route hadden gereden die wij nog wilde rijden konden ze ons veel informatie geven en, nog het allerbelangrijkst, geruststellen over het rijden door Pakistan. Zij waren er nu dus twee keer geweest (heen- en terugweg) en waren erg te spreken over het land. Ze vonden het fantastisch en hebben weinig gemerkt van de onrust in het land.
Toen het begon te schemeren en wij nog lang niet waren uitgepraat kozen wij ervoor om samen in Sohar te overnachten (N24º24.447, E056º43.140). Wij wisten dat daar een hotel was aan het strand waar wij iets konden drinken dus reden wij achter elkaar aan naar Sohar toe. Helaas bleek het een religieuze vakantiedag te zijn en mocht er van de overheid (grrrr!!!) nergens alcohol geschonken worden, dus werd het een pot thee op onze stoeltjes op het strand. Ook niet slecht.
De volgende ochtend vervolgde het gesprek opnieuw en bleven wij de hele ochtend samen. Toch wilde Roger en ik graag de grens over naar de VAE, dus hebben wij het voor elkaar gekregen om onszelf rond 13 uur los te koppelen van de gezelligheid en zijn op pad gegaan. Zij wilde een andere grensovergang nemen, dus zeiden wij elkaar hier gedag.

1 opmerking:

Anoniem zei

goeie auto hebben jullie! Beter dan die barrel die wij in nieuw zeeland hadden gekocht! ik ben alweer benieuwd naar het volgende verhaal. Ik vond vooral het verhaal over het gratis bier ERG hilarisch!!! Hebben jullie foto's genomen van Karlijn op het podium?? (ik ga direct even kijken in jullie foto album!)

XX Marjon