View Larger Map
India 7 = roze lijn
Amritsar 3:
Lekker beroerd werd ik afgeleverd bij de Tourist Guesthouse in Amritsar en in een bed gestopt. Dit was het hotel waar Kinh en Jennifer de eerste keer verbleven en het was een prima plekje. Mrs Bhandari’s Guesthouse is namelijk peperduur als je er een kamer moet huren (en om te kamperen trouwens ook) en ik was echt aan een kamer toe met ventilatie en vooral…een toilet. Voor de tweede keer sinds ons vertrek sliepen wij niet in de auto.
Drie dagen heb ik op bed gelegen. Al snel was de diarree over, maar de misselijkheid was verschrikkelijk hardnekkig. Als ik op bed lag ging het wel, maar bij enige beweging kwam er weer een vlaag over me heen en moest ik weer plat. Gelukkig hadden wij tv met een film zender dus heb ik me prima vermaakt. Roger reed intussen rond van de TNT, maar helaas nog geen post en naar Bhandari’s, waar nog wat overlanders waren. Ook heeft hij twee nieuwe start accu’s gekocht (die zijn dan weer in India goedkoper dan in Pakistan) en zo was hij ook de hele dag met van alles en nog wat bezig.
Na drie dagen had ik het wel weer gezien in bed en wilde ik naar Bhandari’s verhuizen voor wat afleiding. Toen wij daar het terrein opreden kwam de manager ons al tegemoet lopen met een grote glimlach op zijn gezicht; ons pakje was aangekomen! Eindelijk, daar hebben wij een maand op moeten wachten! Er was nog maar één overlander in de tuin, het koppel Thomas en Sylvie uit Zwitserland met een Land Rover Defender (http://orange-iguana.ch). Zij waren net uit Pakistan gekomen en hadden daar een naar ongeluk gehad. Toen ze een bergweg aan het rijden waren is de weg onder hun auto vandaan afgebrokkeld en kwamen zij, na een koprol, ondersteboven in een rivier terecht. Ze hadden gelukkig geen riem om en konden daardoor snel via het kapotte voorraam naar buiten zwemmen. Een maand lang was er aan hun auto gewerkt om hem weer in rijdende staat te krijgen. Ze waren nog erg geschrokken van het geheel en zagen op tegen het rijden in India (begrijpelijk!). Het was erg gezellig en wij bleven een dag langer samen op de camping. Nu dat ons pakje er was konden wij namelijk eindelijk verder, maar een dag langer maakt dan ook niks meer uit.
Inmiddels was mijn misselijkheid redelijk over. Het enige probleem was dat ik echt niet kon eten. Als ik alleen al eten zag werd ik onpasselijk. Zelfs met pannenkoeken of andere lekkernij was mijn lichaam niet te verleiden. Het was heel vreemd, want ik stierf van de honger, maar ik kreeg het gewoon niet weg. Het leek me verstandig om richting Delhi te gaan. Daarvan weet ik dat het een moderne stad is met de beste medische zorg van India. Ik had op dat moment niet gedacht dat ik die ‘super-zorg’nodig zou hebben, maar het kon geen kwaad om het in de buurt te hebben. Ook moesten wij naar Delhi om onze visum voor Bangladesh aan te vragen.
Delhi:
In twee dagen reden wij van Amritsar naar Delhi met een tussenstop bij een tankstation waar wij al eerder hadden geslapen (zie India 1). Ook in Delhi is het moeilijk om een plek te vinden waar je in de auto kan slapen, maar wij hadden van meerdere mensen gehoord dat er een parkeerplaats was bij Nehru park waar je kan staan. Wij reden ernaartoe en waren blij verrast. Nehru Park ligt middenin de ambassade buurt en dat was nou precies waar wij moesten zijn. Zoals altijd, kwamen wij weer laat op vrijdag aan en moesten dus het weekend wachten tot de ambassades weer open zouden zijn. Wij hadden van tevoren erg op gezien tegen het rijden in Delhi, maar het is ons absoluut meegevallen. In New Delhi zijn de straten duidelijk, breed en het stikt er van de rotondes waardoor het verkeer goed doorstroomt. Wij hebben er drie weken gezeten en vonden het een leuke stad om in te vertoeven, ook erg makkelijk om in te navigeren.
Zaterdag hebben wij lekker in het park rondgehangen en rustig aangedaan. Zondag middag had Roger zin in een lekker kopje koffie, dus namen wij de metro naar het centrum. Daar heb je vele café’s lijkend op Starbucks. Zoals inmiddels gewoonlijk, kreeg ik geen hap door mijn keel en het heeft me een uur geduurd om mijn cappuccino weg te werken. Toen de koffie op was begon ik me gelijk misselijk te voelen en ik werd draaierig. Ik was bang dat ik flauw zou vallen zoals Roger had gedaan en bleef met moeite bij mijn positieven. Wij gingen gauw naar de metro en terug naar de auto. Daar aangekomen was ik niet veel beter dus besloten wij op zoek te gaan naar een hotel waar wij een kamer konden huren. Het was nog steeds bloedheet en wij lagen ’s nachts behoorlijk te zweten. Ik dacht dat ik hierdoor misschien uitgedroogd was en vond het beter een kamer met airco te nemen.
Bij de eerste drie hotels waar wij kwamen was er geen kamer vrij. Inmiddels was mijn hele lichaam aan het tintelen, maar ik dacht dat het misschien kwam doordat ik licht aan het hyperventileren was. Ik deed mijn ogen dicht en probeerde rustig te blijven. Weer reden wij naar een hotel maar weer was het zonder resultaat. Ik kon het niet geloven! Wat is nou de kans dat heel Delhi vol zit?! Wij reden net de straat uit van het vierde hotel toen mijn lichaam het begaf. De spieren in mijn armen and benen verkrampte in een spastische houding en ik kon niks meer bewegen. Volledig in paniek gilde ik tegen Roger dat hij NU naar een ziekenhuis moest. Dat was natuurlijk onmogelijk want ik navigeer altijd en Roger had geen benul waar hij was of waar hij naartoe moest. Op dat moment stopte een auto naast ons en Roger sprong uit de auto om aan de vrouw te vragen ons voor te rijden naar een ziekenhuis. Ik kon alleen maar ‘HELP ME!’ uit het raam gillen en de vrouw had direct in de gaten dat het serieus was. Ze gaf haar chauffeur instructies en gelijk waren wij op weg naar een ziekenhuis. Hij bracht ons naar een sjiek privé kliniek. Ik rende naar binnen met mijn spastische armen en benen, nog steeds roepend om hulp en binnen een halve minuut lag ik op een onderzoeksbank met mensen om me heen die van alles deden om me te helpen. Terwijl ik op een bed lag zakte de spasme weg en begon ik hevig te trillen. Ze deden wat primaire onderzoekjes, maar wij konden helaas niet blijven want de kliniek was net dicht aan het gaan. Toen ze overtuigd waren dat ik niet dood zou gaan, gaven ze ons instructies hoe wij naar het grote privé ziekenhuis moesten komen en wij waren weer op weg.
Bij het grote ziekenhuis aangekomen, Max Healthcare Center, werd ik bij de spoedeisende hulp zeer goed opgevangen. Na wat bloedonderzoek kwamen ze met de mededeling dat ik ondervoed en uitgedroogd was. Anorexia tekens noemde ze het. Dat ik dat nog ooit in mijn leven zou horen kan ik me nog steeds niet goed voorstellen! Ze deden nog voor de zekerheid een ECG en daarna werd ik met vloeistoffen behandeld. Net toen alle doctoren en verpleegsters weg waren kreeg ik opnieuw een spastische aanval en Roger rende in alle staten weer de gang op om iemand te halen. Al snel werd duidelijk dat ik ter observatie moest worden opgenomen. Voordat er ook maar iets verder gedaan kon worden moest Roger een borgsom van 200 dollar betalen. Dat had hij natuurlijk niet in zijn zak zitten en heeft nog even de halve stad af moeten zoeken naar een geldautomaat die onze pasjes aannam. In de tussentijd viel ik op de EHBO in slaap. Pas om tien uur ’s avonds was alles geregeld en werd ik naar een kamer gerold. Wij hadden nog steeds geen hotel kunnen regelen dus heeft Roger op de parkeerplaats van het ziekenhuis in de auto geslapen. Dit was gelukkig geen probleem en voor ons allebei een goed gevoel, mocht ik hem ’s nachts nodig hebben.
Vier dagen heb ik in het ziekenhuis gelegen en continue werden er zout en suiker oplossingen in me gepompt. Op de vierde dag kwam de doctor zijn ronde doen en vroeg me hoe het ging. Ik vertelde dat ik het somber in zag. Ondanks alle vocht en medicatie kon ik nog steeds geen hap door mijn keel krijgen en voelde ik me nog steeds over het algemeen zeer slecht. Ik vroeg of ik naar een hotel kon gaan, aangezien ik toch alleen maar lag te niksen en dat voor mij en Roger een stuk prettiger zou zijn. Daarbij vroeg ik me ook af of er niet iets meer aan de hand was omdat de ondervoeding en uitdroging naar mijn mening een resultaat was van een ziektebeeld en niet het ziektebeeld zelf. “Trust me, I don’t have anorexia!” verzekerde ik de man. Zijn antwoord was: “Dat kan kloppen, je lever enzymen zijn sterk verhoogd en dat is een slecht teken”. “Oh?” zei ik. En daar kom je nu mee?! dacht ik. Hij legde uit dat de lever enzymen maar in drie gevallen verhoogd zullen zijn, ten eerste als men een auto immuun ziekte heeft, ten tweede als men Hepatitis heeft en ten derde wegens een onbekende ziekte. Ik kon van schrik even niks uitbrengen, maar toen ik even bij was gekomen vroeg ik waarom hij niet eerder was gaan kijken welke van de drie het was. Het kwam erop neer dat ze een aantal dagen wilde afwachten om te kijken of het beter met me zou gaan. Niet dus!
Na aandringen van mijn kant werd er gelijk bloed afgenomen om alle auto immuun ziektes uit te sluiten. Ik heb een week op de uitslag moeten wachten: Godzijdank, negatief. Daarna wilde hij een endoscopie (!) doen om de overige virussen te controleren. “En Hepatits dan?” vroeg ik de arts toen wij voor de zoveelste keer op controle in het ziekenhuis waren. Dat kon het niet zijn verzekerde hij mij want ten eerste was ik voor A en B ingeënt en ten tweede was ik niet geel. Ik vond een endoscopie een behoorlijke ingreep als nog niet alles was uitgesloten en zei dat ik perse eerst de Hepatitis wilde uitsluiten. Inmiddels waren mijn lever enzymen verder gestegen en voelde ik me nog steeds beroerd. Met tegenzin stemde hij in en weer een week later kwam het verlossend woord: ik had Hepatitis E. Toen hij wist wat het was zei hij ook nog: “Ja, dat dacht ik al, dat is ook logisch want 80 % van de mensen die hier binnen komen met jouw klachten hebben Hepatitis E” Maar ik was toch niet geel?!!
Hepatits E verspreid zich door eten en/of drinken (wat is een lichaam toch fantastisch dat het dan niks meer wil eten, alsof het weet waar de problemen vandaan kwamen). Het is dus heel makkelijk te krijgen in India want van hygiëne hebben deze mensen weinig koek gegeten. Mensen doen hun toiletaire behoeftes gewoon op straat, er is amper schoon kraanwater en de rioleringen die er zijn komen uit in de plaatselijke riviertjes of gewoon in verstopte goten op straat. Vragen om problemen dus. Ik las later op internet dat het een van de makkelijkste ziektes is om te krijgen en de meeste gevallen van Hepatits E komen in India voor. Er is geen vaccin tegen en je kan het keer op keer krijgen. Gelukkig genees je volkomen, in tegenstelling tot een andere Hepatitis die chronisch is. Het duurt 4 tot 8 weken om te herstellen. Met andere woorden; ik was er nog wel even zoet mee. Achteraf ben ik in die weken onzekerheid erg bang geweest voor allerlei uitslagen en van de eng dingen die ik had kunnen hebben, was deze het minst erg. Het is best fijn als het beestje een naam heeft. Ik ben ook erg blij dat de endoscopie me bespaard is gebleven!
Wij hebben drie weken in een hotel gelegen in Delhi. In deze weken hebben wij veel geslapen (Roger was inmiddels ook bekaf van alle zorgen en toestanden van de afgelopen week), filmpjes gekeken en af en toe kort wat van de stad gezien. Roger had het visum voor Bangladesh geregeld toen ik in het ziekenhuis lag. Een van de dagen waren wij ‘s middags, na een filmpje te hebben gekeken, in slaap gevallen. Wij werden ’s avonds plotseling gewekt doordat onze mobiel af ging. Wij keken op het schermpje en zagen dat het Roger’s ouders waren. Zij hadden ons nog nooit gebeld, dus wij schrokken ons een hoedje. Het was Roger’s moeder. “Gaat alles goed met jullie? Hebben jullie iets van de bommen gehoord?” “Wat?!!” riepen wij in koor. Ze vertelde dat ze per toeval naar de BBC hadden gekeken en er heel groot in beeld was verschenen dat er zojuist vijf bommen in Delhi waren afgegaan. Wij verzekerde hun van onze veiligheid en zetten toen zelf de tv aan. Elke zender ging over de bommen die een uur eerder rondom Delhi waren afgegaan, twee ervan nog maar 500 meter van ons hotel vandaan! Wij hadden overal doorheen geslapen en waren hier heel blij om omdat wij elke avond op het plein waar de bom was afgegaan gingen eten en het was precies rond etenstijd gebeurd. De rest van de avond zijn wij binnen gebleven en zaten aan de buis vastgeplakt. Elk uur werd het dodental hoger. Die avond zijn 50 mensen overleden en 100 andere gewond. De beelden waren gruwelijk. In de loop van de avond werd de verantwoordelijkheid opgeëist door extremisten uit Kashmir (daar waren wij al eerder mee in contact gekomen, lees India 6) en werd gedreigd dat er binnenkort meerdere bommen zouden worden geplant in een andere grote stad in India. De lafaards zijn helaas hun woord nagekomen: eergisteren zagen wij op het nieuws dat er weer bommen zijn afgegaan in India en dat er deze keer 57 mensen om het leven zijn gekomen.
Van Delhi richting Bangladesh:
Na deze toestanden was het behoorlijk onrustig in de stad en wij wilde inmiddels zo snel mogelijk weg uit Delhi en eigenlijk ook uit India. Wij hadden genoeg van dit land gehad en keken uit naar de witte stranden van Thailand.
Wij besloten om in een keer door te rijden naar Bangladesh, de auto op de boot te zetten en gelijk weg te vliegen. Wij zijn tot Varanasi gekomen toen wij het toch zonde vonden om weg te gaan zonder Darjeeling te hebben gezien. Wie gaat nou naar noord India en niet naar Darjeeling?! Ach, het was maar een kleine omweg en het zou ons het rijden door Kalkutta besparen dus reden wij vanuit Varanasi richting het noorden in plaats van het oosten.
Vanuit Varanasi rijd je regelrecht de provincie Bihar in. Het wordt in alle reisboeken afgeraden om door deze provincie te reizen, maar als je van west naar oost wil, kom je er vroeg of laat doorheen. Het is de armste provincie van India en dat komt doordat de Indiase maffia, de Maoïsten, hier aan de macht zijn. Alweer moesten wij door een rumoerig, onveilig gebied. Wij wisten dat wij hier niet na zonsondergang moesten rijden, voor niks of niemand moesten stoppen, zelfs niet de politie, en moesten zorgen dat wij ’s nachts op een beveiligde parkeerplaats stonden. In dit gebied kan je namelijk op straat door nep politie worden aangehouden en moet je alles inleveren. Met de knopjes omlaag reden wij Bihar in.
Het heeft twee dagen geduurd om door de provincie heen te komen. Wij vonden het eerlijk gezegd een mooie route om te rijden en hebben van het gebied genoten. Twee keer werden wij door iemand aangehouden maar zwaaide vriendelijk en reden gewoon door. Waarschijnlijk was het nog echt de politie ook, maar die gok wilde wij niet nemen. De eerste nacht verbleven wij in Patna (Hotel Kautilya Vihar) en de tweede nacht bij een tankstation een aantal kilometer buiten de provincie grens (Langs Hyw 31, Indian Oil, N25º54.650, E087º49.835. Iets verder door is een veel grotere tankstation die nog beter is).
Darjeeling:
De volgende dag reden wij de prachtige route via de oostelijke grens van Nepal, de bergen weer in richting Darjeeling. Gelijk fleurde wij allebei op. De mensen waren weer Tibetaans van uiterlijk, de godsdienst was weer Boeddhisme en de temperatuur was weer heerlijk gezakt. Wat een verademing!
Wij kwamen aan het eind van de middag aan in Darjeeling en waren op zoek naar een hotel waar wij waypoints van hadden (die overigens niet klopte), toen wij Simon en Penny tegen het lijf reden. Wij hadden hun in Amritsar ontmoet en waren blij verrast hun hier weer te treffen. Wij spraken af samen te eten en zouden hun weer zien nadat wij ons hotel hadden gevonden. Boven het centrum kwamen wij aan bij de Darjeeling Tourist Lodge (N27º02.936, E088º15.981, 2100m). Wij deden voor het eerst in weken een spijkerbroek, een trui en sokken aan, heerlijk!
’s Avonds waren wij te vroeg bij het restaurant, dus liepen wij eerst nog wat door het centrum toen wij de Defender Land Rover van Oli zagen staan. Wij gingen kijken of wij hem ergens konden vinden, maar hij bleef niet in een hotel in de buurt dus legde wij een briefje onder zijn ruitenwissers om hem te zeggen in welk restaurant hij ons kon treffen. Toen wij het restaurant in liepen waar wij met Simon en Penny hadden afgesproken zat Oli daar met zijn vader (die hem was komen opzoeken) op ons te wachten. Hij had de andere al eerder ontmoet en wist ons hier te vinden. Het was dus weer een kleine reünie van Amritsar.
De volgende ochtend gingen wij met Penny en Simon naar een thee plantage. Dat is natuurlijk waar je voor komt in Darjeeling en de bergen zijn bezaaid met theeplantages. Wij kozen voor een organische plantage niet te ver van het dorpje vandaan, waar wij, voor een kleine vergoeding, een interessante rondleiding in de fabriek kregen. Natuurlijk wilde ze ons aan het eind van de rondleiding wat thee verkopen, maar wij wisten dat wij daarvoor naar een mevrouwtje moesten die net buiten de theeplantage een cafeetje had. Deze mevrouw had, naar eigen zeggen, thee die ze verkreeg van de arbeiders, waardoor de mensen een extra zak centje verdiende. Het was de beste kwaliteit thee, die niet eens aan de buitenlandse markt word verkocht. Ze liet ons de verschillende kwaliteiten zien en daarna mochten wij de lekkerste thee van Darjeeling proeven. Het smaakte inderdaad heerlijk en wij konden het niet laten een aantal pakketjes voor een prikkie mee te nemen.
’s Middags gingen wij met z’n vieren naar de dierentuin. Roger en ik hadden gelezen dat er in de dierentuin een broedcentrum was voor sneeuwluipaarden en daar wilde wij heel graag een kijkje nemen. Na het hele park te hebben gezien, kwamen wij erachter dat het broedcentrum buiten de dierentuin lag en afgesloten was voor het publiek. Wij lieten het er niet bij en gingen op zoek naar iemand die ons wel binnen wilde laten. Helaas was het inmiddels al laat en was het park en broedcentrum gesloten. Wij spraken af met Penny en Simon om het de volgende ochtend nog een keer te proberen en zo stonden wij de volgende dag weer aan de hekken van de dierentuin. Ik vroeg de management te spreken en toen de man kwam legde ik uit dat wij natuurliefhebbers waren met een grote interesse in katachtige. Wij reisde de wereld af op zoek naar grote katten en wilde erg graag een kijkje nemen in zijn broedcentrum. Okay, niet helemaal de waarheid, maar het werkte wel. Dit is weer het mooie van India, dit lukt je alleen hier. Overal staat nadrukkelijk: geen toegang voor onbevoegde, maar als je het even vraagt zeggen ze gelijk: okay, kom maar binnen. Wij werden door een werknemer naar het broedcentrum gebracht. Helaas waren er op dat moment geen kleintjes, maar het was wel erg leuk om zo dichtbij de dieren te kunnen komen.
Die avond zijn wij met z’n vieren naar Tiger hill gereden waar je schijnbaar een prachtige zonsopgang kan zien met uitzicht tot aan Everest (N26º59.702, E088º17.122, 2581m). Het was weer eens ouderwets kamperen. Penny en ik maakte een lekkere pasta klaar en Roger rukte de Shisja uit.
Om half vier begonnen de toeristen al te verschijnen om een goede plek te bemachtigen om de zonsopgang te zien. Ze waren behoorlijk teleurgesteld toen ze onze twee auto’s op de beste plek aantroffen! Zelf kwamen wij rond vijf uur tevoorschijn en klommen op de auto’s om beter naar de zon te kunnen kijken. Het was inderdaad prachtig, maar helaas was het te bewolkt om helemaal tot aan Nepal te kunnen kijken. Een half uur nadat de zon op was, waren ook weer alle toeristen verdwenen. Wij haalde de tafels en stoelen uit de auto en hebben nog gezellig een paar uur genoten van het uitzicht, de stilte en de temperatuur. Wij wisten namelijk dat wij die dag weer zouden afdalen naar het ‘echte’ India en wilde nog heel even genieten van dit moment. De tijd was eindelijk aangebroken om naar Bangladesh te gaan.
Naar de grens van Bangladesh:
Wij namen afscheid van Penny en Simon en reden naar Siliguri. Het was te laat om nog naar de grens te rijden want die was nog een stukje naar het oosten dus vonden wij hier een hotel om die nacht te verblijven (Mainak Hotel: N26º43.861, E088º24.738). Toen wij er aan kwamen kleedde wij onszelf gelijk uit om weer de zomerse kleren uit de kast te rukken. Het was maar liefst 35 graden en de zon was al onder. Wij hebben nog even goed nagedacht of er nog iets was wat wij in India wilde kopen en bedachten toen dat wij vergeten waren om onze olie te verversen. Olie is namelijk erg goedkoop in India en wij kochten nog op het laatste moment genoeg differentieel olie voor een verversing (750Rs/5liter) en hebben ook wat aluminium strips gevonden die wij nodig hadden voor op het dak (300Rs/3.5m). Nog even een goede koop voor ons vertrek.
De volgende ochtend vertrokken wij vroeg naar de grens van Bangladesh, Bari Muri geheten. Het was een kleine, makkelijke grensovergang en alweer moesten wij men instrueren over de gang van zaken rondom de Carnet de Passage.
Voordat wij vertrokken kwamen er vele mannen om ons heen staan om te vragen of wij geld wilde wisselen. Wij hadden al eerder op internet gekeken wat de koers was omdat wij wisten dat dit soort mannen altijd op de grens staan. De eerste wilde 100 Rupees wisselen voor 150 Thaka (het geld van Bangladesh). Ik zei gelijk dat dit te duur was en liep naar de volgende. Die bood 151 Thaka aan. Gelijk kwam de eerste man naar me toe en zei dat hij ook zo hoog zou gaan. Ik liep verder en vroeg aan een volgende man wat hij me wilde geven. 153 Thaka was zijn antwoord. Direct stond weer de eerste man naast me om me hetzelfde aan te bieden. Dit ging zo’n vijf keer door tot ik midden tussen 20 mannen stond. Ik keek om me heen en riep “is er iemand die mij 160 Thaka gaat geven voor 100 Rupees?!” Een zeer goede deal, want de wisselkoers was 157. Iedereen haakte gelijk af behalve weer de eerste man. “Maar mevrouw, dan moet ik geld bij leggen om u uit te betalen”, zei hij wanhopig. “Wilt u wisselen of niet?” vroeg ik de man en tot mijn grote verbazing stemde hij in! Hij heeft me wel tien keer gezegd dat hem deze wissel veel geld kostte maar ik negeerde hem want hij was immers toch aan het wisselen en ik heb wel geleerd; als een Indiër er niks voor zou krijgen, zou hij het nooit doen.
Vrijdag 26 september gingen wij de grens over naar Bangladesh.
2 opmerkingen:
Bij dat alles weer goed is gekomen en jullie weer gezond onder weg gaan. Wel jammer dat je een groot deel van India gemist hebt, maar dan ook wel begrijpelijk. Bangladesh zal niet veel beter zijn denk ik hehe.
Veel plezier verder, en tot onze volgend treffen....
Casper
Sawasdee kaa! Gelukkig zitten jullie nu in Thailand, hopelijk ergens op het strand met een lekkere cocktail!!
Wij hebben lekker weekend! Maandag staat ons hele huis op zijn kop want dat wordt de badkamer verbouwd. Geniet van Thailand!
XX marjon
Een reactie posten