THAILAND 2: Noord Thailand, Sukkothai, Friendship Bridge


Thailand weergeven op een grotere kaart

Thailand 2 = rode route


Eigenlijk hadden wij bedacht om kerst te vieren op een prachtig parel wit strand met een azuur blauwe zee. Dat leek ons wel wat. Maar, toen kregen wij de uitnodiging van Ad en Susan om samen met hun kerst te vieren. Zij verbleven bij een ander Nederlands koppel, Kees en Els, die een jaar eerder met de auto van Nederland naar Thailand zijn gereden en sinds dien bezig zijn met de bouw van hun huis in de buurt van Chiang Mai. Wij begrepen dat zij het ook gezellig vonden als wij langs zouden komen, ondanks dat het huis nog niet helemaal af is (overigens wel al bewoonbaar). Het was nog 10 dagen voor de kerst dus wilden wij eerst wat van Noord Thailand zien, alvorens hun in Chaing Mai op te zoeken.


 

Grens:

Na onze korte (dure) rivier oversteek kwamen wij aan in het noorden van Thailand bij Chiang Khong. In Thailand krijg je altijd een visum voor een maand op de grens, maar toen wij bij het loket aankwamen kregen wij maar een stempel voor 2 weken in ons paspoort. Wij hadden al gehoord dat de wet sinds kort was veranderd, maar hadden gehoopt dat het nog niet overal zou gelden. Wij hadden in Vientiane (hoofdstad Laos) een nieuw visum bij de ambassade willen halen, maar kwamen op een vrijdag aan en op dinsdag was het een feestdag, met het resultaat dat wij een week op het visum zouden moeten wachten. Wij besloten toen voor een 30 daagse visum aan de grens te gaan. Halverwege onze tocht naar het noorden van Laos was de wet veranderd en hoorde wij dat wij nu nog maar 2 weken zouden krijgen. Balen! Dit betekende dat wij ergens tussen kerst en oud en nieuw het land weer uit moesten.

Wij reden bijna het customs gebouw voorbij, maar na even zoeken wisten wij hem toch te vinden. In Thailand is je carnet officieel niet geldig, maar ze stempelen hem toch graag. Wel krijg je op de grens een 'simplified declaration form' een briefje die uiteindelijk gelijk is aan het carnet, maar zij schatten je auto altijd erg hoog in. Zo is onze auto 35.000 euro waard in Thailand. Bijna een hele goede reden om hem juist te verkopen! Als je niet binnen de aangegeven tijd het land uit bent moet je een boete betalen ter waarde van de door hun geschatte waarde van de auto. Niet echt iets waar je op zit te wachten. De auto mocht voor 1 maand het land in. Heeft hij even mazzel; mag twee weken langer blijven dan wij!


 

Sop Ruak:

Met de wetenschap dat wij nu krap aan tijd zaten zijn wij gelijk na de oversteek doorgereden naar onze eerste bestemming; the golden triangle. De gouden driehoek komt overeen met het drie landen punt in Nederland. Een punt helemaal in het noorden van Thailand die grenst aan twee andere landen, Myanmar en Laos. In Nederland ligt dit punt in Vaals op een 'berg', maar hier wordt de grens afgebakend door het bijeen komen van twee rivieren. Verder staat dit gebied bekend om zijn opium teelt die tot voor kort het grootste aandeel uitmaakte van 's werelds opiaten markt. Sinds kort heeft Thailand grof ingegrepen en zo goed als alle opium velden geruimd. Een programma heeft ervoor gezorgt dat de boeren nu anderen planten telen waar ze ook goed aan kunnen verdienen. Myanmar loopt nog steeds voorop wat betreft opium aandelen.

Omdat wij eigenlijk niet zo veel van opium weten behalve dat er veel goeds en ook veel slechts van gemaakt kan worden, zijn wij eerst naar het House of Opium gegaan om wat informatie in te winnen. Het was ontzettend leuk en verhelderend. Ze legde uit over de papaver teelt en hoe opium gewonnen wordt. Ook werd uitgelegd hoe je van de ruwe materialen heroïne kan maken, maar ook morfine. Verder werd kort wat beschreven over de 'Hill Tribes', de verschillende stammen van Noord Thailand, die nog steeds in dit gebied wonen. Een goede introductie voor het berggebied van Thailand. (In het winkeltje bij het museum kochten wij twee geweldig gedetailleerde kaarten van het noorden met verschillende offroad tochten erop, een echte aanrader voor overlanders met een 4x4: www.GT-Rider.com ).

Toen wij langs de rivier hadden gewandeld en foto's gemaakt van de gouden driehoek, gingen wij op zoek naar een geschikte slaapplaats. Wij kwamen uit bij Wat Phra That Phu Khao (N 20° 21.209, E100° 04.876), de parkeerplaats van een tempel op een berg boven het dorpje. Vanuit ons bedje hadden wij een prachtig uitzicht op de gouden driehoek. Het was er muis stil en de enige die langs zijn gekomen waren een paar monikken op weg naar de tempel. Een prima plekje dus. Er waren wel borden tegen de bomen gespijkert, waarop een tent met een rode streep er doorheen was geschilderd, maar de tekst was in het Thai's dus wisten wij niet precies wat ze ermee wilde zeggen, al hadden wij een redelijk idee erover, maar onze daktent lijkt niet in de verste verte op de tent die ze op de borden hedden geschilderd, dus hebben wij de bordjes maar genegeerd. Wij hebben de ervaring in Thailand dat de politie je redelijk met rust laat (meestal omdat ze geen Engels spreken) en zeker niet naar problemen gaat zoeken.


 

Chiang Rai:

Na een rustige nacht stonden wij vroeg op en reden richting Chiang Rai, een wat grotere stad in noord Thailand. Onderweg kwamen wij drie politie controles tegen. Elke keer werden wij, als enige, zonder controle doorgelaten, maar het was voor ons genoeg reden om serieus een autoverzekering te overwegen. Je bent in Thailand verplicht een WA verzekering te hebben. Nou is er niet een zodanig verschrikkelijk probleem als je dit papiertje bij een politiecontrole niet kan overhandigen, want dan krijg je gewoon een boete, maar oh wee als je hem niet hebt bij een aanrijding. Ongeacht of je schuldig bent of niet, een verzekering MOET je hebben, anders ben je het automatisch wel. Deze beredenering, in combinatie met het feit dat de auto's in Thailand duur zijn en de inwoners hun rijbewijs als actie in combinatie met twee pakken wasverzachter lijken te krijgen, was reden genoeg voor ons om toch maar een verzekering af te gaan sluiten. In Chiang Rai reden wij naar een bekend bedrijf en binnen een uur was het gepiept. Helaas moesten wij een verzekering voor een half jaar afsluiten en mocht dit niet korter waardoor wij 60 euro armer waren toen wij het kantoor uit liepen, maar wij voelde onszelf wel een stuk rustiger ermee.

Toen wij aan het eind van de middag Chaing Rai uitreden, gingen wij gelijk op zoek naar een geschikte overnachtingsplek. Wij volgden de 1089 richting Fang. Wij kwamen langs een aantal hotsprings en watervallen en vonden uiteindelijk een mooi plekje bij de Huai Ma Hin Fon waterval (N 20° 06.771, E099° 43.513). Toen wij nog even naar de waterval wilde lopen zeiden ze dat hij gesloten was ivm beestjes in het water waar je heel ziek van kon worden. Wij begrepen niet waar het precies om ging, maar hadden ook geen behoefte meer om te gaan kijken. Ze waren erg gastvrij en wij mochten gratis camperen en gebruik maken van douche en toilet. Super!

De volgende dag vervolgde wij de weg en maakten een uitstapje naar Doi Mae Salong, bekend als een Chinees dorpje hoog in de Thaise heuvels. Toen wij het dorpje in reden was het ook net alsof wij ons in het buurland waande. Wij slenterden wat door het dorp en proefden wat Chinese thee, waarna wij weer terug naar de hoofdroute reden en verder gingen. Op weg naar Fang kwamen wij langs Tha Ton dat bekend staat om zijn berg met zeven Boeddha's. Gelukkig was er, naast een wandelpad, ook een stijle smale weg omhoog, waardoor wij ons niet onnodig moe hoefde te maken. Autotje in zijn een en naar boven knallen!


 

Fang:

De dag eindigde bij de Fang hotsprings. Wij hadden gehoopt er een fijne slaapplaats te vinden en dat bleek ook zo te zijn (N 19° 57.788, E099°09.275). De hotsprings liggen aan de ingang van een nationaal park. Er zijn mogelijkheden om te slapen, zelfs een camping (waar wij geen gebruik van hebben gemaakt), en voor een klein bedrag kan men zwemmen in een warm mineraal bad. Toen de zon onder was, gingen wij naar de hotsprings om eerst van een voetmassage van een uur te genieten, waarna wij voor het volgend uur, een prive badje huurde. Voor het eerst sinds een jaar in bad, heerlijk! Het koelt hier 's avonds nog goed af, dus nadat wij geweekt en gemasseerd waren, kropen wij lekker warm en moe onder de wol.

Vanaf Fang stond een offroad pad op de agenda. Wij hadden een pad op de kaart uitgekozen waar 'caution: extremely steep' bij stond. Dat leek ons wel wat en we hebben het geweten! Het was een spannende weg door de bergen langs de grens van Myanmar. (Een goed alternatief als slaapplaats bij de Mae Mao dam: N 19°59.242, E099° 05.348) Omdat wij zo dicht bij de grens waren, moesten wij langs een militair checkpoint die ons even onder de loep nam. Wij werden goedgekeurd en mochten doorrijden. Halverwege maakte wij een stop voor de lunch in Doi Ang Khang, die ze ook wel 'little Zwitserland' noemen. Wij zagen inderdaad wat overeenkomsten, maar waren niet echt onder de indruk van dit dorpje. Na de lunch begonnen wij aan ons tweede stuk offroad, maar halverwege begon ik me heel slecht te voelen. Wij probeerde even te rusten om te zien of het over ging, maar het leek alleen maar erger te worden dus besloten wij Ad en Susan iets eerder op te zoeken dan pas met de kerst. Wij vonden het een prettig gevoel dat wij dan dicht in de buurt van Chiang Mai waren, een grote stad, en dat wij uitgebreid en ongestoord bij Kees en Els in de tuin konden rusten. Dat bleek ook zo te zijn, want ze wonen op een super rustig plekje een aantal kilometer van de grote stad vandaan met de bergen op de achtergrond.


 

Chiang Mai:

Wij bleven vier nachten bij Kees en Els in de tuin staan om even weer op adem te komen en ook nog gezellig om met zijn zessen elke avond te eten. De dagen waren rustig en elke dag werd er door een ander koppel gekookt.

Op de vijfde dag besloten Roger en ik om toch nog wat van de omgeving te gaan bezichtigen en spaken af om tweede kerstdag weer terug te zijn zodat wij deze alsnog met Ad en Susan konden vieren.


 

Pai:

Wij reden eerst naar de Carrefour om wat inkopen te doen en namen toen de 1095 richting Pai. Onderweg kwamen wij wat watervallen tegen, maar omdat dit een toeristisch stukje Thailand is, vroegen ze 4 euro per persoon en nog eens 2 euro voor de auto om de waterval te bezichtigen. Wij hebben dus geen waterval meer gezien. Toen wij aankwamen in Pai hadden wij gehoopt weer bij de hotsprings te kunnen overnachten, maar ook hier vroegen ze hetzelfde bedrag. Gelukkig werden wij verwezen naar een resort met camping en kwamen uit bij een geweldig plekje langs de rivier (Pai Treehouse Resort: N 19° 18.896, E098° 16.788). Als wij meer tijd hadden gehad, hadden wij hier graag een paar nachten gestaan, maar helaas paste dat nu niet in ons schema. Wij stonden met de auto precies waar de olifanten van de buurt kwamen voor een bad en konden de hele tijd kijken hoe ze in het water kwamen spelen.

Pai is een hippie dorpje met veel barretjes en kunstwinkels. Wij hebben elkaar daar een uur 'los' gelaten zodat wij kerstkado's voor elkaar konden kopen. Maximaal 10 euro. Ik stond ervan te kijken hoeveel leuke dingen je hier voor een dergelijk bedrag kan kopen. Na onze inkopen en de lunch reden wij verder richting Nam Lod.


 

Nam Lod:

Nam Lod is een van de vele grotten die hier in de buurt te bezichtigen zijn. Wij kozen deze uit omdat er in de LP stond dat je met een bootje door de grot kan gaan en dat was ons in Laos erg bevallen. Het bleek een bamboevlot te zijn, die door een man vooruit werd geduwd. Ze vroegen een vast bedrag voor het vlot, dat je met maximaal vier mensen delen. Wij wachtten even tot wij nog twee toeristen aan zagen komen en zijn samen op een vlotje gestapt. Het werkelijke deel dat je op het vlot doorbrengt is niet veel, maar in combinatie met de wandeling was het een mooie grot om te zien. Toen wij rond zonsondergang richting de uitgang van de grot liepen, kwam het gekrijs van vogels ons al tegemoet. Elke avond vliegen hier honderden zwaluwen de grot in om te slapen en honderden vleermuizen de grot uit om te gaan jagen. De lucht zag er zwart van en de poepjes vlogen je om de oren.

De grot had een grote rustige parkeerplaats waar wij de auto hebben gezet voor de nacht (N 19°34.149, E098° 16.788). Het zou pas de volgende avond kerstavond zijn, maar omdat wij ( lees ik!) zo nieuwschierig waren naar elkaars kado's en onder de mom van, dat bepalen wij dit jaar lekker zelf, hebben wij die avond, gewoon een dag te vroeg, kerst gevierd. Van Roger kreeg ik een mooie ketting gemaakt van alle soorten steen die in Oost Azië voorkomen en een beedeltje voor aan mijn armband (een konijntje; erg toepasselijk!). Roger kreeg van mij een hangmat, gemaakt van parachutenstof in de kleuren van onze auto. Wij zijn nog van plan om veel aan het strand te staan dus het zal zeker nog van pas komen.


 

Offroaden:

Wij waren ondertussen weer helemaal aan de grens van Myanmar en moesten weer terug richting Chaing Mai. Dat kon via de gewone weg, maar wij kozen voor een zeer lange route binnendoor waarbij op de kaart stond: 'Forest trail 4WD ONLY, when wet, impassable'. Dat klonk spannend genoeg en na een korte stop in Mae Hong Son, sloegen wij de slechte zandweg in. Gelijk werden wij op de proef gesteld met een vreselijk stijle zandweg een berg op. Genoeg spanning om de adrenaline rijkelijk te laten vloeien en wij snakte naar meer.

Toen het bijna donker begon te worden kregen wij het een beetje benauwd, omdat wij niks anders hadden gereden behalve een zeer slechte zeer smalle weg, met aan de ene kant de stijle afgronden van de berg en de andere kant de berg zelf. Er was nergens een plekje om te overnachten of je moest ervoor kiezen om bij een dorp te staan. Toen kwam echter onze ervaringen van Laos boven en bij een dorp staan was wel het laatste wat wij wilde. Wij waren hier op een terrein waar de mensen best arm zijn en waar amper toeristen komen dus wilde wij geen aandacht trekken. Net toen wij de hoop hadden opgegeven, verscheen er een kort pad van de weg af waar wij de auto konden zetten (N 19° 11.806, E098° 09.927). Wij hebben niet heel goed geslapen omdat wij heel bewust waren van de gelijkenis met Laos toen wij overvallen werden. Er was niks anders dan kilometers slechte weg in beide richtingen, maar wij hadden weinig keus en moesten wel blijven slapen.

Natuurlijk was het hier heel anders en toen wij 's ochtends wakker werden zagen wij wat voor een prachtige plek wij hadden gestaan en vonden het jammer dat wij door een gebeurtenis in een ander land, toch angstig waren geweest.

Het was eerste kerstdag. Wij begonnen de dag rustig en gingen pas tegen de middag rijden. Weer vervolgde een leuke offroad dag met de nodige 'ik schijt zeven kleuren, laat me eruit!' van mij.

Wij wilden die dag Chiang Mai bereiken zodat wij de volgende ochtend nog wat van de stad konden zien alvorens terug te rijden naar Ad en Susan. Helaas hadden wij 's ochtends te lang getreuzelt en werd het onderweg al donker. Eenmaal aangekomen in de stad was het weer een crime om een slaapplek te vinden en kwamen wij uiteindelijk uit bij een parkeerplaats naast een tempel, maar wel midden in de stad!

Omdat het kerst was wilde wij toch graag uit eten, ondanks het feit dat wij pas om negen uur alles voor de nacht hadden geregeld. Wij hadden allebei zo'n zin in pizza en vonden het een perfecte kerstmaaltijd, dat eet je anders nooit met kerst. Na het eten was het natuurlijk familietijd en hebben wij tot twee uur 's nachts met de van Hoofs en Kortenrays geskyped. Lang leven de moderne tijd!

Tweede kerstdag regende het. Wij hebben nog een poging gedaan om wat te bezichtigen, maar ten eerste viel de stad ons best tegen, ten tweede konden wij het niet meer opbrengen om nog maar één tempel te zien (en dat is een beetje wat hier te doen is) en ten derde, zoals ik al zei, het regende.


 

Chiang Mai 2:

Aan het eind van de middag reden wij het zandpad op richting het huis van Kees en Els. Zij hadden wat tegenslagen met het huis gehad en keken uit naar een rustige avond samen, dus voegde wij ons bij Ad en Susan in hun vrachtwagen-huis waar wij heerlijk hebben genoten van een échte kerstmaaltijd: kaasfondu. Mmmmm! De volgende dag zouden wij met zijn vieren op een tokkelbaan door de bomen slingeren, maar Susan was ziek en het leek ons beter om weer terug naar Laos te rijden. Na veel overwegingen besloten wij terug naar Vientiane te rijden (via Thailand deze keer) om alsnog bij de ambassade een visum voor twee maanden te halen. Hierdoor konden wij verder voor de rest van Thailand, zonder zorgen genieten. Wij zeiden Kees, Els, Ad en Susan goeddag en knalde via de snelweg richting de grens.


 

Sukkothai:

Onderweg kwamen wij langs Sukkothai met zijn bekende historische dorp. Wij wisten dat wij niet meer terug zouden komen in het noorden en hebben een paar uur gebruikt om de oude stad te bezichtigen. Het was prachtig en wij waren blij de korte stop te hebben gemaakt. We waren nog niet moe en reden tot laat in de avond verder richting Laos. Onderweg sliepen wij langs de weg bij een tankstation (in de buurt van Lomsak: N 16° 44.000, E101° 13.676) en reden de volgende ochtend naar de grens, de friendship bridge. Het was een makkelijke grensovergang en wij konden een visum voor Laos op de grens kopen. Wij werden door de Laose visumbeambte beschuldigd voor 'visa runners'; mensen die alleen voor een paar dagen naar Laos komen om een nieuw visum voor Thailand te halen. Het was natuurlijk waar, maar wij vroegen ons af waar hij zich mee bemoeide, aangezien Laos daardoor wel 20 euro pp in zijn zak kan steken voor de Laose visum die wij moesten kopen. Vanwege de nieuwe twee-week visum regel van Thailand, wordt Laos tegenwoordig stinkend rijk door al de 'visa runners'.


 

28 december gingen wij de grens over naar Laos.

 

THUIS!


Grotere kaart weergeven




Wij zijn weer thuis!!!




Na een goede vlucht, landen onze vliegtuig op het vliegveld in Frankfurt (dat was goedkoper). Waar wij bijna 17 maanden over gereden hebben, duurde 13 uur om terug te vliegen. Een vreemde gewaarwording. Helaas moesten wij lang op onze bagage wachten omdat wij als een van de eerste waren ingecheckt en in Frankfurt is er geen glas waardoor je al kan zien wie op je staat te wachten. Maar eindelijk was het dan zo ver. Het was fantastisch om vier bekende gezichten van onze ouders te zien, toen wij eindelijk door de douane waren. 12 maart 2009 zijn wij de grens over gegaan van Singapore naar Duitsland. Drie uurtjes later reden wij Nederland binnen. Het was de gemakkelijkste grens overgang tot nu toe!
Het is weer even wennen, want de reis lijkt nu een droom en we leven een beetje in een roes. Maar over het algemeen voelt het heerlijk om weer thuis te zijn.
Wij kijken er vooral erg naar uit om iedereen weer te zien! Roger heeft een nieuw nummer: 06-25297288 en ik heb nog mijn oude nummer: 06-50592919.

We bellen en tot snel!

Laatste nieuws

Hallo allemaal,

Helaas zal dit het laatste bericht zijn die nog voor onze terugkeer op de site zal komen. Het probleem is dat mijn computer is gecrasht waardoor ik niet meer in alle rust mijn tekst kan typen en ik ook geen toegang meer heb tot mijn foto's. Een paar dagen geleden was ik klaar met het laatste stuk dagboek; Thailand 2 en net voordat ik het wilde publiceren, begaf mijn computer het. Gelukkig had ik al de nodige foto's kunnen downloaden waardoor er nog een heel stuk verhaal via de foto's te zien is.

Ik zal nu dus maar even in het kort vertellen wat wij tot op vandaag hebben gedaan, maar dan zonder waypoints en dergelijke. Voor de overlanders die dit bijhouden: ik beloof in Nederland weer alles op de site te zetten en zal op de kaart zoveel mogelijk overnachtingspunten toevoegen.

Vanuit Laos hebben wij twee weken door het noorden van Thailand gereist. Helaas hadden wij maar een visum voor 2 weken op de grens gekregen waardoor wij terug zijn gegaan naar Laos om een visum voor 2 maanden bij de ambassade te halen.
Wij werden uitgenodigd om kerst samen met Ad en Susan te vieren, die bij twee andere overlanders in de tuin stonden, Kees en Els. Zij hadden een jaar geleden dezelfde reis gereden en eenmaal in Thailand aangekomen, besloten om hier te gaan wonen. Ze zijn nu bezig met het bouw van hun droomhuis en deze is bijna af. Ze wonen in de buurt van Chiang Mai, dat in het noorden ligt en dus stemde wij in en hebben tweede kerstdag bij Ad en Susan gevierd.

Vanwege onze korte visum moesten wij tussen kerst en oud en nieuw het land weer uit en reden naar de Friendship bridge die Thailand met Laos verbind. Hierdoor waren wij opnieuw in Vientiane, de hoofdstad van Laos. Het visum halen was erg makkelijk, maar wij hebben uren bij de ambassade moeten wachten ivm de gigantische stroom mensen die nu ook in Laos hun visum kwamen halen. Zoals de eerste keer kwamen wij hier weer een hele groep overlanders tegen, zo ook onze oude vrienden uit Darjeeling, India; Simon en Penny. Verder troffen wij ook een koppel uit Frankrijk die met niks minder dan een 2CV (!!!) dezelfde route als wij hadden gereden. Ze hadden de auto zelfs zo verbouwd dat ze (echter wel met voeten uit het achterraam) in de auto konden slapen. Zo zie je maar hoe weinig je dus eigenlijk nodig hebt voor zo'n reis.

Voor oud en nieuw wilde wij perce een spetterend feest omdat wij het jaar ervoor erg saai met z'n tweeen in Iran hadden gestaan met onze sterretjes. De beste optie leek voor onz om het in Bangkok te vieren, waar wij dachten een spectaculaire show te zijn. Niks was minder waar! Toen wij richting Bangkok reden waren er kilometers files de stad uit en eenmaal aangekomen in de hoofdstad bleek deze werkelijk uitgestorven te zijn... behalve dan met backpackers en dus vierde wij oud en nieuw met alsnog honderden mensen in de straten rondom de Khoa San road. Bangkok blijft een stad naar ons hart en wij genoten van onze tijd daar.

Vervolgens was het tijd om weer eens de toerist uit te hangen, wat wij hebben gedaan in een aantal bekende plekken rondom noord en west Bangkok, zoals Ayattaya en Kanchanburi. Eindelijk was het dan zo ver en waren wij bij de Tiger Temple aangekomen. Dit was iets wat wij al vanuit Nederland wilde zien. Wie kent de reclame niet op de Discovery channel over de monniken die wees tijgertjes uit het oerwoud hebben gered. Inmiddels zijn wij niet de enige die het wilde zien en de entree prijs was gruwelijk hoog, maar wij zijn toch gegaan. Tja, het is moeilijk om te beschrijven. Het is namelijk een vreselijk toeristisch oord, maar aan de andere kant, wanneer krijg je nou de kans om een tijger aan te raken? Ik moet zeggen dat wij het geweldig vonden om in contact te komen met deze koningen van de jungel. Die nacht bleven wij slapen op de parkeerplaats van de tempel en hadden het geluk om in kontact te komen met een aantal vrijwilligers die in de tempel werkte. Hoe vaak wij wel niet tijdens de reis hadden gedacht om onszelf als vrijwilligers aan te bieden. Zij vertelde dat er ook kleine tijgers waren en wij werden uitgenodigd (tegen betaling wel hoor, ik zal geen waanbeelden kweken!) om de volgende dag de tijgertjes de fles te geven. Nou, ik kan je verklappen dat het een van de mooiste en fantastische dagen in mijn leven was. Er gaat nog steeds amper een dag voorbij dat Roger en ik niet iets over die tijgertjes zeggen. Wij mochten een uur lang met de kleintjes spelen, waarna ze de fles kregen en prompt in slaap vielen. Wij hadden allebei nog een week last van blauwe plekken en bijt wonden die de 'kleintjes' hadden veroorzaakt, maar het was het dubbel en dwars waard. Elke ochtend als ik me stond aan te kleden en de blauwe plek met tandafdrukken op mijn bovenbeen zichtbaar was, vroeg Roger aan mij: 'Goh, wat is met jou gebeurd? Het lijkt wel alsof je door een tijger bent gebeten of zo!' Ik kocht een paar hotpants in de hoop dat iemand echt aan me zou vragen wat er in Gods naam met mijn been was gebeurd, want wat zou het toch gaaf zijn om nonchalant te kunnen zeggen; 'Oh dit? Gewoon, ruzie met een tijger gehad.' Maar niemand vroeg het. Ik heb er overigens wel hele bruine benen van gekregen.

Na al deze bezichtigingen wilde wij dan eindelijk naar het strand. Het was tijd om eens eindelijk vakantie te vieren en niet meer te reizen. Wij vroegen aan iemand waar het dichtsbijzijnde strand was en zo kwamen wij uit bij Hua Hin. De eerste dag zagen wij al de kite school en na twee dagen dubben besloten wij onszelf in te schrijven voor een drie daagse kite board cursus. Het was geweldig om weer eens ergens anders mee bezig te zijn dan alleen maar rijden. De wind was kei hard en de omstandigheden moeilijk, maar het is ons gelukt om de eerste twee levels door te komen. Na weer twee dagen dubben besloten wij de uitrusting aan te schaffen zodat wij nog een week in de buurt van de school konden oefenen met de hulp van de instructeurs. Die dag is het opgehouden met waaien en de wind is sinds dien niet meer teruggekomen!... Tot nu, maar daar kom ik zo op terug.

Omdat er toch geen wind meer was zijn wij maar weer gaan 'reizen' en zijn eerst langs de oost kust naar het zuiden gereden, toen overgestoken en ter hoogte van Phuket verder langs de west kust afgezakt. Wij zijn aan de oost kust een aantal dagen met een autoferry naar Ko Samui gegaan, een groot eiland. Helaas was het hier heel moeilijk om mooie slaapplekken te vinden en al snel keerde wij terug naar het vaste land.

Phuket vonden wij een leuk eiland om te verblijven. Deze mening delen niet veel mensen met ons, maar wij hadden een geweldig wild campeerplekje gevonden op het strand onder de bomen en hebben naar ons gevoel dus een paradijsje ontdekt. Phuket town is verschrikkelijk. Verder heb je nog een aantal super toeristische standen met de bekende gogo bars, waar wij overal een nachtje hebben gestaan om een indruk van het eiland te krijgen. Naast ons afgelegen eenzaam plekje, vonden wij Kara een leuke optie om te blijven als wij ooit met vakantie terug zouden komen.
Na Phuket volgde een boottocht naar het eiland waar een James Bond film is opgenomen en daarna reden wij verder naar Krabi. Dit wordt beschreven als een van de mooiste plekjes van Thailand, maar dat kunnen wij toch niet zeggen. Wij hebben geprobeerd om het een kans te geven, maar waren uiteindelijk blij dat wij weg waren.

Onze volgende bestemming was Ko Lanta, een eiland onder Phuket aan de westkust van Thailand. Hier komen wij net vandaan en hebben er een week met de auto op het strand gestaan. Het is een stuk minder toeristisch dan Phuket, waardoor de prijzen nog goed te doen zijn er niet het hele strand is volgebouwd. Ook hier vonden wij een fantastisch plekje onder de bomen op het strand. Elke dag de nodige toeristen die wilde weten of we 'echt!' helemaal uit Nederland waren komen rijden. 'Ja'. Op de dag van ons vertrek troffen wij Eugen en Monique, die wij nog kende uit Cambodja en dronken nog samen een kopje koffie om elkaar op de hoogte te brengen van ieders reis.

En dat brengt ons weer bij het heden. Wij staan nu op het strand in Pak Meng, alweer een stukje zuidelijker dan Ko Lanta. Wonder boven wonder is het vandaag begonnen met waaien en dan nog wel de beste windrichting ook om te kite boarden! Roger staat te poppelen om het te proberen, maar hij moest even wachten tot ik dit op internet heb kunnen zetten. Ik ben net langs de weg gelopen en ben uitgekomen bij een resort ter grote en luxe van bijvoorbeeld een clubmed en heb gevraagd even de computer te gebruiken, alsof ik hier een bungalowtje heb gehuurd. Om het plaatje compleet te maken heb ik een flesje water besteld die ik nu vanuit een wijnglas aan het nuttigen ben. Tot nu toe ben ik er nog niet uitgegooid... Het internet is uiteraard gratis voor gasten en ik heb een eigen MacBook ter beschikking gekregen. Niet slecht he?!

Over het algemeen is er nog veel schade van de Tsunami te zien en regelmatig staan er palen langs de weg waarop wordt aangegeven tot hoe hoog het water is gekomen. Het is onvoorstelbaar. Wij hebben toen der tijd alleen beelden van Phuket via onze televisies in onze veilige woonkamers gezien, maar de schade was op andere plekken zoveel erger. Thailand heeft ervoor gezorgt dat Phuket snel is opgebouwd en daar is ook nog weinig van de schade te zien, maar op de meer afgelegen kustplekken is de boel behoorlijk verloederd. Er staan hele resorts er verlaten en beschadigd bij als kleine spooksteden. Hele winkelstraten zijn nu dicht met multiplex borden voor de ramen en deuren. Dit land heeft een behoorlijke klap gehad en de gewonen mensen zijn er niet allemaal bovenop gekomen. Overal langs de kust staan hotels, bungalows en resorts te koop en na vier jaar verloedering wordt het er niet beter op. Wij zijn benieuwd tot hoe ver zuid wij nog schade zullen zien.

Even tussedoor, ik hoor net iemand achter me, vermoedelijk de eigenaar, zeggen dat dit het enige 5 sterren resort is in dit deel van Thailand. Slik! Gewoon doen alsof ik hier thuis hoor. Acteer, acteer. Had ik nog maar me haren gewassen!...

Ik ga de boel afsluiten want de wind neemt toe en volgens mij zit Roger zich nu bij de auto af te vragen waar ik blijf. Ik heb tot het zuid-oosten van Thailand de foto's in ons album kunnen zetten. De rest van de verhalen horen jullie persoonlijk van ons, want wij zijn op de terugreis. Zoals alles in het leven is er een tijd van komen en een tijd van gaan en voor ons is de tijd om te gaan, gekomen. Ons geld is op en wij zijn klaar met reizen. Wij hadden thuis met elkaar afgesproken dat wij door zouden reizen totdat of het geld op was, of wij het gevoel hadden klaar te zijn met de reis. Is het niet geweldig dat beide eindpunten zich tegelijkertijd hebben aankondigd?! Wij realiseerde dat wij (voorlopig) even klaar zijn met reizen toen wij niet eens meer van de meest paradijselijke plekjes warm of koud konden worden. Iets bezichtigen hebben wij in weken al niet meer gedaan en hebben er ook totaal geen behoefte aan. De planning is om onze auto vanaf Port Khlang, Maleisie op de boot te zetten en zelf terug te vliegen. Wij hopen over een paar weekjes thuis te zijn en kijken er erg naar uit om iedereen weer te zien. Het zal absoluut weer even wennen zijn in Nederland, maar zoals ik al eerder schreef, als je veel reist ga je ook je eigen plekje waarderen en wij hebben alle vertrouwen erin dat wij thuis weer onze draai zullen vinden. En zo niet, dan gaan wij gewoon weer lekker op reis!! Ik hoop niet dat deze laatste opmerking schade aan de gezondheid van onze families zal brengen. ;-)

Nou, beste mensen, voor zover dus even een laatste bericht van ons en de rest vertellen wij in levende lijve, uiteraard onder het genot van een natje en een droogje.
Tot snel!

Karlijn en Roger.

p.s. ik heb net de rekening gekregen voor het water; 2 euro!! Dat soort uitspattingen passen niet meer in ons budget. Ik geloof dat ik maar ga. Tjuus!

LAOS 3: Luang Prabang, Oudomxai, Luang Nam Tha, Huay Xai (grens Thailand)


Grotere kaart weergeven


Eindelijk weer eens tijd om het volgend stuk dagboek te publiceren. Ik had me zo voorgenomen om het nu eindelijk eens bij te houden, maar helaas. Reizen is gewoon druk, druk, druk. Momenteel zitten wij nog in Thailand en zijn net klaar met onze cursus kiteboarden. Wat was het zuur, toen wij eindelijk de knoop hadden doorgehakt om de uitrusting aan te schaffen en op het moment dat wij opgetogen en wel op het strand stonden, viel de wind weg. Dat was een week geleden. Dus, als wij toch niet kunnen oefenen, heb ik geen excuus meer dan verder te gaan met mijn verhaal…

Luang Prabang:
Draaierig en misselijk van de lange slingerweg kwamen wij aan het eind van de middag aan in Luang Prabang. De stad is in zijn geheel een Unesco Heritage Site. Het is het oude koningklijke hoofdkwartier toen er nog een koningshuis bestond. Het centrum ligt tussen de Mekong en Nam Khan rivieren en overal is de invloed van de Franse architectuur te zien.

Wij gingen gelijk op zoek naar een geschikte slaapplaats, maar dat is moeilijker dan gedacht in een Unesco lokatie. Er mag niet in de auto geslapen worden en dus kregen wij alweer overal 'nee' als antwoord. Toen wij weg wilde rijden van onze tweede poging, kwam een Nederlands koppel op ons af rennen. Het waren Kees en Astrid, die een auto in Bangkok hadden gekocht en nu drie maanden door oost Azie aan het rijden waren. Onze tocht was hun droom en ze wilde al onze verhalen horen, maar helaas hadden wij op dat moment niet de tijd ervoor. Ze gaven ons gelijk een paar goede tips waar wij eventueel gratis zouden kunnen overnachten. Nu al echte overlanders! Wij zeiden elkaar gedag en gingen gauw weer verder zoeken. Een uur later kwamen wij aan bij een backpackers hostel. Zij deden niet moeilijk over het in de auto slapen en lieten ons in de tuin parkeren. Toen ik een joint op de kiezels zag liggen nadat ik gedoucht had, realiseerde ik dat ze nergens echt moeilijk over deden (de straf hiervoor is levenslang!). Toch waren wij blij iets te hebben gevonden, al dan niet ideaal, en liepen na de douche het stadje in.

Op onze zoektocht waren wij Tinne tegen gekomen en spraken af elkaar op de nightmarket te treffen. Wij liepen naar de bekende markt, waar je veel handgemaakte artikelen kan kopen en heerlijk bij standjes langs de weg, kan eten. Wij vonden een klein steegje volledig volgestampt met lokale mensen en wisten dat wij een goede eetplek hadden gevonden. Een lokale man, die ons zag twijfelen, wenkte ons om bij hem te komen zitten en verzekerde ons dat wij de beste eetplek in Laos hadden gevonden. Wij schoven aan en lieten de man voor ons bestellen. Wij kregen een heerlijk verse noodle soep voorgeschotteld. Daarna schoven wij door naar de buurvouw waar wij een gegrild kippetje kregen. Helaas zijn wij Tinne en Menno niet meer tegengekomen.

Toen wij 's avonds terug kwamen bij de auto zat de hele tuin van het hostel vol met vrienden van de eigenaar. Ze waren een feest aan het vieren en duidelijk nog lang niet van plan om naar bed te gaan. Iedereen stond rond de auto, dus zat er niks anders op dan alsnog te vertrekken. Wij waren moe van de dag rijden en wilde graag gaan slapen. Wij liepen een blokje om en kwamen ergens in een stil straatje een stukje gras tegen die niet leek alsof het van iemand was. Er stond nog een andere auto geparkeerd. Een perfecte plek om te slapen (N19° 53.244, E102° 08.019, Tegenover Bounchaleun Guesthouse). Wij reden de auto om, gooide het dak open en hebben lekker rustig geslapen.

De volgende ochtend hebben wij rustig aan gedaan. Toen wij eenmaal opstonden, liepen wij het stadje in om een bakkie koffie in een van de vele cafetjes te drinken en daarna te gaan internetten. Tegen de middag kwamen wij terug bij de auto en besloten naar een waterval in de buurt te rijden om een frisse duik te nemen in het poeltje eronder. Op weg naar de waterval reden wij voorbij een groepje mensen die langs de weg stonden. Uit nieuwschierigheid keek ik uit het raam achterom om te zien wat er aan de hand was. In het gras langs de weg lag een man. Ik hoefde maar één blik op hem te werpen om te weten dat hij dood was. Mijn maag draaide er van om en de rest van de dag heb ik zijn gezicht niet meer uit mijn hoofd kunnen krijgen. Roger zei dat ik het me had ingebeeld, maar op de terugweg lag de man nog precies hetzelfde als op de heenweg en wij waren inmiddels een uur verder! Echt dood dus. Hij was waarschijnlijk van zijn fiets gereden, die naast hem lag. Nog steeds stonden hordes mensen om hem heen naar hem te kijken. Niemand had het fatsoen de man even af te dekken. Wat een genante dood, gruwelijk!

De waterval bleek alweer de zoveelste 'tourist-trap' te zijn in Laos. Toen wij het dorp in reden om te parkeren, had een inwoner van het dorp een touwtje gespannen tussen zijn huis en een houten stoel aan de andere kant van de weg. Tol… Hij had zich een bonneboekje bemachtigd en stond enthousiast een briefje in ons gezicht te zwaaien. (Intussen reed de een na de andere auto gewoon door omdat hij het touw had laten zakken). Ik bleef in de auto zitten, geparkeerd vóór het touwtje, terwijl Roger op onderzoek uit ging. Honderd meter verder was dan de 'parkeerplaats' waar de volgende dorpeling met een bonneboekje gretig op ons zat te wachten. Vervolgens was er een paar meter verder het 'entree huisje' en als je die allemaal met getrokken berus gepasseerd had, moest je een boot betalen om je het laatste stuk naar de waterval te brengen. Lopen mocht niet. Het totale kostenplaatje kwam uit rond de 10 euro. Wij hebben iedereen dus maar vriendelijk gedag gezwaaid, hebben gekeerd op de weg en zijn weer gegaan. Dan maar geen waterval.

Eenmaal teruggekomen in Luang Prabang kwamen wij Kees en Astrid weer tegen die wij de dag ervoor hadden ontmoet. Nu hadden wij wel de tijd en rust om ons verhaal te doen, dus haalde wij een borrel uit de auto en voegde ons bij hun in de tuin van hun guesthouse. Voor het eten gingen de mannen verse stokbrood halen terwijl wij de tomaatjes, komkomers en beleg klaarzetten voor erop. Zij waren van plan om na het eten richting de sauna te gaan en wij voegde ons bij hun aan. Voor een euro mocht je de hele avond in een traditionele kruidensauna bij het Rode Kruis. Het geld wat dit opbracht gebruiken ze om medicijnen en gezondheidszorg naar afgelegen dorpen te brengen. Ook nog een goeddoel dus! De sauna was niks anders dan twee houten kamertjes (1 voor de mannen en 1 voor de vrouwen), met in het midden van het hutje een gaat waar de stoom uit kwam. Er zat dus iemand onder het hutje een kettel over een houtvuur te stokken. Bij binnenkomst kregen wij ieder een sarong (kleurrijke doek) waarmee je jezelf kon afdekken. In de tussenruimte waar de mannen en vrouwen samen zaten werd er kruidenthee geschonken. Schoon van binnen en van buiten! Astrid en ik schreven ons ook gelijk in voor een Laose massage (3 euro voor een uur!), onder de mom van; das voor een goe-doel! Het was geweldig! Zo fijn dat ik de dag erna weer terug ben gegaan, alleen voor de massage (mocht er nog iemand naar toe gaan, vraag naar Lua). Ik kwam erachter dat ik spierpijn had op plekken dat ik niet eens wist dat er spieren zaten. Hierna ben ik in elke plek met een Rode Kruis even binnengewipt voor een massage, eh ik bedoel om een goed doel te steunen...

De volgende dag zijn wij naar het National Museum gegaan in het oude koningklijk huis. Wij zijn niet van die museum-gangers en slaan ze meestal over, maar deze werd door Kees en Astrid aangeraden en ik kan ze geen ongelijk geven. Het was een mooi gebouw en alle uitleg was in het engels en duidelijk. 's Middags kwamen wij Thomas en Sylvie weer tegen die inmiddels in Luang Prabang gearriveerd waren, maar zij besloten om in een guesthouse te verblijven. 's Avonds weer op de nightmarket gegeten bij de kip en noedelsoep verkoopsers.

Wij hadden gezien dat je in de buurt van Luang Prabang een mahout cursus kan doen. Dat houdt in dat je een olifant leert 'sturen'. De cursus duurt vier dagen, waarin je alles leert over olifantrijden, verzorgen en voeden. Het leek ons een geweldige ervaring en wij reden de volgende dag naar een Ecolodge, zo'n 8 kilometer van Luang Prabang vandaan. Op weg er naartoe kwamen wij langs het graf van Henri Mouhot, de eerst Fransman in Laos, die hier, na zijn ontdekking, op jonge leeftijd is gestorven aan malaria. Eenmaal bij de Ecolodge aangekomen troffen wij een slecht gehumeurde, onbeleefde medewerkster aan. Wij legde uit over onze reis en vroegen of wij in de auto mochten slapen. De Ecolodge lag midden in de jungle en er was plek zat, maar het mocht niet. Ze wilde eigenlijk niks erover horen en had ons al ingeschreven voor een elephant ride. Wij vertelde dat wij interesse hadden in de cursus, maar niet het geld hadden om ook voor de overnachtingen te betalen (50 eruo pn!). Nou, dan ga je maar weg, was haar antwoord. Wij waren geschokt, aangezien wij er vier dagen zouden eten en ook nog de cursus zouden betalen hadden wij verwacht dat het geen probleem moest zijn. Het was immers ook geen hoogseizoen en het leek er verder uitgestorven. Helaas ging dit feestje dus niet door. Toen wij vroegen om in elk geval even de olifanten te zien, vroeg ze vijf euro pp. Daarna hoefde het van ons niet meer en zijn wij gelijk weggereden. Wij reden niet gelijk terug, maar vervolgde onze route op een off-road pad door de jungel, toen wij uitkwamen bij een lodge die aan een rivier ligt. Het was al aan het eind van de middag dus wij besloten te vragen of wij er een nachtje mochten staan, maar toen wij dichterbij kwamen zagen wij dat de lodge nog in aanbouw was. Een man die duidelijk de leiding over de bouw had, kwam naar ons toen en wij vroegen of we, ondanks dat het niet af was, misschien toch op het terrein mochten overnachten. Geen probleem, riep hij gelijk en nodigde ons uit om gebruik te maken van het terras met uitzicht over de rivier, die al klaar was. Wij waren de eerste gasten en waren van harte welkom. En dan vind je toch weer een prachtig plekje! (Elephant Village: N 19° 52.155, E 102° 13.994) Wij pakte een borrel uit de ijskast en gingen op de lounge stoelen aan het water zitten, helemaal alleen, als ere gasten. Op een gegeven moment kwam een Europeese man ons de had schudden. Het was Marcel, een Duitser die 15 jaar geleden in Laos was komen wonen. Inmiddels had al twee restaurants opgestart en een ander resort, die hij allemaal had verkocht. Dit was zijn volgend project; Elephant Village. Het was de bedoeling dat het een opvang plek wordt voor 'gepensioeneerde' olifanten die in de jungel hebben gewerkt, om ze een goede oude dag te geven. 's Nachts worden ze naar de jungel gebracht om te slapen en overdag komen ze naar de lodge om mensen een ritje te geven. Hij had zelf drie olifanten en huurde er nog vier, dus als wij zin hadden, mochten wij de volgende ochtend met een olifantrit mee. Daar hoefde wij niet lang over te denken, want hij vroeg de helft van wat de Ecolodge wilde en dus spraken wij af 's ochtends vroeg klaar te staan. Marcel was erg geïntereseerd in onze reis en wil in de toekomst graag ook een tocht met de auto maken. Ik moest tegen iedere overlander melden: jullie zijn van harte welkom! Toch weer eens leuk om zo ontvangen te worden, alleen jammer dat het dan weer altijd door een buitenlander moet zijn.

De volgende ochtend begon dus met een tocht op een olifant door een stuk jungel en daarna een rivier oversteek. Deze keer (in tegenstelling tot in Nepal) ging het gewoon om de rit, want het zien van wilde dieren kon je verder vergeten. Ook was dit olifantje miniscuul in vergelijking met die reus waar wij in Nepal op hadden gezeten, maar toch was het weer erg gaaf en als dank hebben wij ons oud olifantje maar lekker veel bananen na afloop gegeven. Daar was ze wel blij mee.

Het was nog vroeg toen wij terug bij de auto aankwamen, dus pakte wij alles in en begonnen aan onze tocht verder naar het noorden. Alweer reden wij een slechte bochtige weg naar Oudoxmai. Net voordat wij het stadje hadden bereikt reden wij een Toyota Landcruiser tegemoet met Nederlandse nummerborden. Gelijk werden de auto's langs de weg gezet en hebben wij kennis gemaakt met Bou en Suus, een koppel uit Nederland die negen maanden vrij hadden en al binnen 5 maanden Thailand hadden bereikt (http://www.bousuus.reismee.nl)! Zoals gewoonlijk stonden wij al snel een uur langs de weg te kletsen en stelde wij voor om samen te overnachten, maar Bou en Suus zijn op een tight schedual, dus helaas kozen ze er voor om door te rijden. Wij hebben email adressen uitgewisselt en houden verder zo kontact.


Oudoxmai:
Eenmaal in het stadje aangekomen troffen wij een stoffige saaie stad aan, met weinig meer te bieden dan een tussenstop. Weer was het moeilijk een geschikte slaapplaats te vinden, dus reden wij naar de tourist information voor wat ideeën. Deze was verrassend goed uitgestald met informatie en de man sprak perfect Engels. Wij neusde wat door de foldertjes en zagen dat ze sinds kort ook kookcursuses aanboden. Het koste drie keer niks en was een vol ochtend programma. Wij wisten dat wij de volgende dag niet ver hoefde te rijden, dus schreven wij onszelf in voor de ochtendkookles. De man rade ons aan om bij het busstation te slapen. Dit idee krijgen wij wel vaker toegeworpen, maar wij liggen praktisch buiten. Het is hetzelfde als je in een tent zou gaan liggen op een busstation; dan doe je dus geen oog dicht! Gelukkig kwamen wij vrij snel bij een hotel, waarvan de eigenaar ons heel vreemd aankeek toen wij vroegen op de parkeerplaats te mogen slapen en hij waarschijnlijk meer uit beleeftheid 'ja' zei dan dat hij het meende (Oudomkham Hotel: N 20° 40.733, E101° 59.197). Maar goed, ja is ja, dus zetten wij snel de auto goed en maakte het dak open, voordat hij zich kon bedenken.

De volgende ochtend stonden wij om acht uur bij de tourist information en ontmoetten onze kok. Een oudere dame die perfect Engels sprak. Wij stelde een menu samen en vroegen om het traditioneel Laos gerecht, Laap, te maken. Nadat wij alles hadden doorgenomen, liepen wij met z'n drieën naar de markt. Het was erg leuk omdat er nu eindelijk iemand bij was die uitleg kon geven over alle vreemde groenten en fruit die je op de markt ziet liggen. Ze vertelde hoe je elk ding moest klaar maken, zoals of je de schil kon eten of dat je het wel of niet rauw moest eten. Regelmatig pakte ze ergens één van en stonden wij met z'n tweeën te proeven, met af en toe het resultaat dat het weer met een lelijk gezicht uitgespuugd moest worden, wat de verkoopsters erg deed lachen. Maar, Laap wordt niet alleen met groenten gemaakt, en al snel moesten wij erin geloven…de vlees afdeling! De lucht alleen al is genoeg om de hele cursus af te zeggen, maar wij hielden ons sterk en konden met veel moeite doen alsof het de normaalste zaak ter wereld was. Eerst liepen wij langs de exotisch (en waarschijnlijk illegale) dieren zoals wilde katten en buideldieren. Daarna vervolgde de raten en levende kippen. Ad zei een keer erg toepasselijk; alles wat met zijn rug naar de zon loopt wordt hier gegeten. Wij haalde opgelucht adem toen onze kok richting het rundvlees liep. Bekend, veilig… had je gedacht! Ze grabbelde wat vlees bij elkaar en begon toen verschillende organen uit te zoek. Ze had al een stuk maag, darm en lever gepakt toen ze aanstalte wilde maken om ook een galblaas (met gal en al!) te kopen. Toen werd het me te veel! Ik probeerde zo vriendelijk mogelijk, mijn afschuuw verbergend, te vragen of wij het hierbij konden laten. 'Geen galblaas?!' vroeg ze verbaasd. 'Liever niet, dat hebben wij gister al gehad.' Jokte ik. 'Dan wil je zeker ook geen gestold bloed erbij?' vroeg ze lachend want ze had me al lang door. 'Nee dank u en laat die oogbal ook maar liggen!' Waarop ik eindelijk liet zien hoe gruwelijk ik het echt vond en ze schatterde het uit.

Enfin, nadat wij alle ingrediënten hadden verzamelt, gingen wij naar een klein restaurantje in de buurt, waar wij de keuken mochten gebruiken voor de kookles. Terwijl wij het gerecht maakte vertelde de vrouw over de tijd van de oorlog, over haar familie en dat ze een kind aan malaria had verloren en over het daagelijks leven in Laos. Eigenlijk vond ik dat veel interessanter dan die hele kookles. Nu hadden wij voor het eerst één op één contact met iemand uit Laos, die ook nog genoeg Engels sprak om over het land te vertellen. Halverwege de les begon ze aan de bereiding van het vlees en dus ook de organen. Ik keek toe hoe ze de maag, darmen en lever in kleine stukjes sneed. Net voordat ze het orgaanvlees met het lekkere vlees wilde mengen stelde ik voor om één bord met organen te maken en één met het andere vlees. Dat vond ze een perfect idee omdat je laap op twee manieren kan klaarmaken; koken of bakken. Hierdoor kon ze de twee verschillende vormen laten zijn. Roger en ik waren opgelucht dat wij haar niet hadden beledigd. Het eten was rond twaalf uur klaar, precies op tijd voor de lunch, dus dekte wij de tafel en gingen voor onze zelfgemaakte maaltijd zitten. Onopvallend schoven wij het orgaanbord richting de kok en smikkelde zelf van het rundvlees. Ze maakte geen bezwaar en at haar bordje in no-time leeg. Wij hebben ieder, voor de vorm, toch een stuk maag en darm geprobeerd maar die van mij verdween stiekem in een servetje. Hier kreeg ik later van Roger een uitbrander over want hij had het niet gezien en wilde zich niet laten kennen, dus met de gedachten dat ik het ook had gedaan, slikte hij de smerige troep door! Terwijl hij me stond te beschuldigen moest hij opnieuw kokken bij de gedachten. Ik kon alleen maar hartelijk om hem lachen.


Luang Nam Tha:
Na de lunch was het weer tijd voor ons om verder te rijden. Onze eindbestemming van de dag was Luang Nam Tha. Het duurde ongeveer vier uur om het dorpje te bereiken en gelukkig hadden wij een overnachtingsadres waardoor wij heel snel en gemakkelijk een plek vonden om te slapen (Zuela Guesthouse: N 21° 00.162, E101° 24.532). In Luang Nam Tha zijn veel tempeltjes te bezichtigen en de omgeving staat bekend om zijn mooie wandelingen. Wij hadden in beide dingen geen zin en nadat wij binnen tien minuten het hele stadje door hadden gelopen, besloten wij hier niet langer dan een nacht te blijven. Het dorpje zelf vonden wij nogal saai.

De volgende dag reden wij naar de grens met Thailand, Huay Xai, aan de Mekong rivier. Het was een prachtige rit door de bergen van Laos. Wij stopte in een paar dorpjes om nog een kijkje te nemen en kwamen aan het eind van de dag bij de rivier aan. We wilde niet overhaast het land verlaten want wij vonden Laos echt een fijn land, dus besloten wij een nacht te blijven.

Huay Xai:
Wij vonden (na weer zoeken en veel 'nee') een perfecte plek op de parkeerplaats van het Oudompon Hotel midden in het dorp, dichtbij de rivier (N 20° 16.691, E100° 24.671). Het aardige personeel liet ons verder met rust en wij mochten ten alle tijden om een sleutel van een kamer vragen om te douchen. Wij zijn dus ook maar drie dagen gebleven. Wij vonden Huay Xai een lekker relaxed dorpje en gingen 's avonds met een bier Lao aan de Mekong zitten terwijl wij de zon in Thailand zagen onder gaan (kerstfoto). De andere reden dat wij hier wat langer bleven is omdat wij de Gibbons Experience wilde doen. Dat is een drie daagse tocht door de jungel, waarbij je door de bomen slingert aan een soort tokkelbaan die je van de top van de eene boom naar de andere brengt. Ook slaap je twee nachten in boomhutten, 40 meter boven de grond, zoals de echte dorpelingen in de jungel dat doen. Het leek ons een fantastische ervaring maar helaas waren ze tot eind december volgeboekt en dan zou onze visum allang verlopen zijn. Wij hebben drie dagen gewacht om te kijken of er misschien gereserveerde niet kwamen opdagen, maar helaas was dat er steeds maar één en daar hadden wij dus niks aan. Op zondag was er geen boot naar de overkant, dus was het wachten tot maandag om de oversteek naar Thailand te maken. Zondag avond kwamen Thomas en Sylvie weer de hoek om rijden en sloten zich bij ons aan bij het hotel.

Maandag ochtend liepen wij eerst naar de immigration en lieten onszelf uit het land stempelen. Vervolgens liepen wij weer terug naar het hotel (inmiddels dus illegalen!) om de auto te halen en naar het veerpondje te rijden. Het is maar een oversteek van enkele minuten, maar ze weten je hier goed uit te baten. De oversteek kost 1000 Baht (ongeveer 20 euro), maar je moet wel, want de eerst volgende mogelijkheid is honderden kilometers terug over de slechte weg. Geen optie dus. Wij wisten het van tevoren en hadden er rekening mee gehouden. Toch is het zuur als je dan na 2 minuten al aan de overkant bent.

15 december gingen wij de grens over naar Thailand.