IRAN 2: Teheran, Dizin, Kaspische zee, Kashan


View Larger Map
Iran 2 = rode route


Teheran:
In Karaj hebben wij weer op een beveiligde parkeerplaats gestaan. Er waren geen hotels met een parkeerplaats dus waren er weinig andere opties. Het voordeel is dat het heel goedkoop is, maar er zijn natuurlijk geen faciliteiten. De volgende dag zijn wij met de metro naar Teheran gegaan. Het aparte was dat de taxi van de parkeerplaats naar de metro 2 euro koste (voor een afstand van ongeveer 6km) en de metro maar liefst 20 eurocent (voor 40 km)! De verhoudingen zijn soms behoorlijk zoek in dit land.
Teheran is een leuke stad, maar niet echt bijzonder interessant. Er zijn veel winkels met producten die je verder nergens kan krijgen in Iran, maar niet voor ons van belang. De mensen zijn hier wel bijzonder modern gekleed en ik liep er oubolliger bij met mijn hoofddoek dan de meeste. Helaas sneeuwde het de hele dag en waren wij al snel uitgekeken op de kou. Wij besloten de helft van de dag in een internet cafeetje door te brengen. Veel musea waren dicht vanwege verbouwingen of vernieuwingen van het assortiment in het laag seizoen, dus ook dat was geen optie. Het verkeer viel ons alles mee. Wij waren Teheran niet ingereden omdat het sterk wordt afgeraden door alle reisgidsen, maar als je in Istanbul, Damascus en Amaan hebt gereden, zou ook Teheran een makkie zijn geweest.

Dizin:
De volgende dag was het donderdag (weekend dus) en mooi weer. Twee redenen om Teheran te laten voor wat het is. Het was tijd om te skiën! Wij hadden gehoord dat het de dag ervoor ook de hele dag in de bergen had gesneeuwd, dus lag er verse poeder en dat konden wij niet weerstaan. De tocht alleen al van Karaj naar Dizin (het grootste skigebied van Iran) was de moeite waard. Echt prachtig! Overal lag verse sneeuw en de bergen zijn hier erg ruig en steil. Toen wij bij het skigebied aankwamen zijn wij eerst ski’s gaan huren (13 euro pppd) en toen gelijk de piste op gegaan (11 euro pppd). Ook Roger besloot om te skiën in plaats van snowboarden omdat hij in Italië vorig jaar voor het eerst een week skiles heeft genomen en deze techniek graag wilde oefenen… zie de foto’s! Ik moest de eerste dag zo lachten, want hij viel om de haverklap. Dag twee ging het stukke beter en is hij niet meer gevallen.
Het gebied ligt tussen de 2700 en 3600 meter en heeft 26 afdaling. Geen Vals Thorens qua grote dus, maar meer dan genoeg om een paar dagen lekker de berg af te raggen.
Het skiën was fantastisch. Je mag hier overal buiten de pistes skiën, dus hebben wij ook eigenlijk niks anders gedaan. Overal trokken wij verse sporen door de poeder. De sneeuw is hier erg droog waardoor het ideaal is om op te skiën. Dit soort sneeuw komt maar op weinig plaatsen in wereld voor, bijvoorbeeld ook in Nieuw Zeeland (komen wij misschien nog!). Twee dagen hebben wij heerlijk genoten van de sneeuw en de zon en toen was ons geld op, dus waren wij genoodzaakt om weer naar Karaj terug te keren om geld te wisselen. Niet omdat het duur was, want het koste geen drol, maar omdat wij te impulsief waren vertrokken en geen geld hadden meegenomen. Je komt namelijk in Dizin puur en alleen om te skiën. Er is geen après-ski, er zijn geen winkeltjes, er zijn geen restaurantjes, er is alleen 1 hotel (die saai is en overigens peperduur) en een piste.
Wij sliepen zoals gewoonlijk in de auto op de algemene parkeerplaats van het skigebied. Het was voor ons een hoogte punt van de reis; helaas letterlijk, absoluut niet figuurlijk. Op 2700 meter in min 20 lagen wij onder de wol. Alles was bevroren! Dit was ook een reden om weer even op temperatuur te komen in Karaj.

De Kaspische zee:
De dag erna besloten wij naar een ander skigebied te rijden, in de buurt van Dizin, Shemshak gehete. Het is een kleiner gebied maar echt voor gevorderde met super steile pistes en veel boekels. Na twee dagen oefenen in Dizin was Roger hier wel klaar voor. Toen wij bij de piste aankwamen was deze helaas dicht. Wij wilde niet weer in Dizin skiën, dus besloten wij de bergpas verder door te rijden naar de Kaspische Zee. Het heet een zee, maar men is er nog niet uit of het een zee of een meer is. Als het een meer zou zijn, zou dit het grootste meer ter wereld zijn. Het probleem zit het hem in de bodem. Als het namelijk een meer zou zijn, dan zou de bodem en al zijn grondstoffen gelijkwaardig verdeeld moeten worden onder de omliggende landen (Rusland, Turkmenistan, Kazachstan, Iran en Azerbajan). Als het een zee is, krijgt ieder land een eigen territoriaal stuk, eerlijk verdeeld volgens de lijnen van de grenzen. Er liggen echter grote olievelden in het zee-meer en dus worden de omliggende landen er maar niet over eens. Voor het gemak noem ik het een zee.

De route van Karaj naar Chalous schijnt erg mooi te zijn en dat was hij ook. Het hoogste punt was op 2600 meter en de weg eindigend in Chalous op 20 meter onder zee niveau. Eenmaal aangekomen bij de zee zijn wij naar Now Shahr gereden en hebben daar een camping gevonden (N36º39.066, E051º30.977). Het was al laat en het regende dus zijn wij het gebied die dag niet meer gaan ontdekken.
’s Avonds hoorde wij dat de regen wat op ons dak tikte, in sneeuw veranderde, wat raar is omdat er normaal gesproken geen sneeuw valt in dit gebied. Later hoorde wij dat het de eerste keer in 15 jaar was dat het bij de Kaspische zee had gesneeuwd, maar dat wisten wij toen nog niet. Wij trokken er niks van aan omdat wij inmiddels niks anders gewend waren dan dat het sneeuwde en zijn gewoon naar bed gegaan. Wij lagen te slapen toen ik midden in de nacht een schuivend geluid hoorde. Toen ik mijn ogen open deed zag ik het dak van de auto met een rot vaart op me af komen. Ik kon nog net verzinnen om mijn handen de lucht in te gooien om het dak op te vangen. ‘Roger!!!’ riep ik kei hard het donker in terwijl ik met alle moeite, half slapend het dak vast hield. ‘Help!!!’ Roger schrok wakker en snapte even niet wat er aan de hand was. Toen hij door had wat er aan de hand was, deed hij het luikje van het dak open om te ontdekken dat er maar liefst 30 cm sneeuw op het dak lag en het was nog steeds kei hard aan het sneeuwen. Terwijl ik ondergesneeuwd werd in bed (nog steeds het dak vast houdend) leunde Roger door het luikje om de sneeuw van het dak te schepen. Het viel net zo snel weer op het dak en begon weer op te hopen. Dit gebied is een zeer nat gebied en staat bekend om zijn regen. Het was echter zo koud in de lucht dat er sneeuw viel, maar bij de grond vroor het niet en was de sneeuw heel nat, waardoor het ontzettend zwaar was. Het sneeuwde alleen zo hard, dat het geen tijd kreeg om te dooien en er een enorm pak sneeuw bleef liggen.
Toen het dak weer hersteld was konden wij weer slapen. Helaas werd ik een paar uur later opnieuw door een vallend dak gewekt en herhaalde zich weer hetzelfde scenario.
’s Ochtends zagen wij pas wat er die nacht was gevallen. Meer dan 50cm sneeuw is die nacht gevallen en nog was het aan het sneeuwen. Wij besloten om te verkassen. Wij hadden een naar gevoel bij dit verschijnsel en waren erg bewust van het noodweer waar wij in beland waren. Toen wij zeiden tegen de eigenaar dat wij terug naar Teheran gingen vertelde hij ons dat het niet mogelijk was. Alle wegen van de Kaspische zee naar het zuiden waren dicht gesneeuwd en afgesloten. Op de bergpas waar wij de dag ervoor hadden gereden waren er die nacht maar liefst 50(!) lawines geweest en er waren 30 doden gevallen. De weg was compleet niet begaanbaar en de voorspeling was dat het twee weken zou duren om hem weer vrij te krijgen. Het had door het hele land gesneeuwd en er was landelijk een noodtoestand uitgeroepen. Hij vertelde ook dat er veel mensen op het vliegveld waren gestrand en onderdak hadden gekregen bij de verschillende ambassades.
Ze zijn hier helemaal niet uitgerust om zoveel sneeuw te verwerken waardoor het nog dagen zou duren voordat de wegen vrij zouden zijn. Toch wilde wij weg van de camping omdat hij aan zee was en wij maar meters van de zee stonden die alsmaar woester en woester werd. Wij betaalde de man, zeiden netjes goeddag en reden zijn oprit af. Verder dan dat zijn wij niet gekomen. Recht voor zijn uitrit was er een boom op een spanningskabel gevallen door het gewicht van de sneeuw. Het geval blokkeerde volledig de weg. Al hadden wij gewild, wij konden niet weg. Er zat niks anders op dan te wachten. Overal in de stad waren bomen omgevallen op spanningskabels en telefoonlijnen. Het straatje waar de camping aan stond was een klein doodlopend steegje, dus wij hadden al het vermoeden dat het wachten lang zou zijn. Onze boom was natuurlijk absoluut geen prioriteit. De enige plek die langs heel de Kaspische zee nog verwarming en elektriciteit had…was onze auto! Dus werd er lekker een potje thee gezet, de spelletjes werden uit de kast getrokken en zo hebben wij (ongewild) toch een heerlijk relaxed dagje gehad. Af en toe checkte Roger het dak en veegde hem schoon. De hele dag en de nacht erna bleef het sneeuwen.
Wij hadden onze tijd aan de Kaspische zee iets anders voorgesteld. Hier komt namelijk het duurste en lekkerste kaviaar vandaan. Helaas was dat nu nergens meer te krijgen.

Sari aan de Kaspische zee:
De volgende dag was het eindelijk opgehouden met sneeuwen. Het duurde een halve dag voordat de boom werd weggehaald en toen konden wij eindelijk verder gaan rijden. Dat viel ons nog mee. Alles was dicht en overal lag sneeuw, maar de hoofd route langs de zee hadden ze schoongeveegd. Overal waren mensen sneeuwpoppen aan het maken, in de sneeuw aan het spelen en sneeuwbal gevechten aan het houden. Ze waren helemaal door het dolle heen!
Die dag zijn wij doorgereden naar Sari, een stad aan de oostkant van de Kaspische zee, in de hoop daar een weg terug door de bergen te vinden omdat dit gebied wat lager ligt. Gelukkig zou de weg waar wij op gegokt hadden de volgende dag vrij zijn en konden wij dan de doorsteek naar Teheran maken. Voor de zekerheid besloten wij een paar sneeuwkettingen te kopen. Wij waren al van plan om dit in Iran te doen omdat ze hier heel goedkoop zijn, en dit was een perfecte tijd om er mee bezig te zijn. Dit land werkt namelijk zo: als het regent zijn in een keer overal paraplu’s te koop; is er stralende zon kan je geen kant op kijken of je ziet petjes en zonnebrillen, en zo, als het sneeuwt, verkoopt in een keer iedereen sneeuwkettingen, van de baker tot de huisarts. Het is heel bizar! Al snel hadden wij ze gevonden en hebben een paar op maat gemaakte sneeuwkettingen gekocht voor 35 euro. Wij hadden er in Nederland naar gekeken en daar kosten sneeuwkettingen voor onze maat band rond de 200 euro! Een behoorlijke winst gemaakt dus!
Die nacht sliepen wij in Sari bij het Asram hotel voor de deur (N36º33.978, E053º04.941). De eigenaar was zo van onze reis onder de indruk dat wij alles gratis van hem kregen; thee, koffie, fruit, koekjes, de slaapplaats en het ontbijt. Die avond begon het weer te sneeuwen, maar deze keer een stuk rustiger dan de dagen ervoor.
Sari is een stad die bekend staat om z’n tombe torens. De volgende ochtend hebben wij deze torens bezocht en zijn daarna gauw de bergen doorgereden om te voorkomen dat wij weer vast zouden komen te staan. Onderweg zagen wij de ene vrachtwagen na de ander die gestrand naast de weg stond omdat hun diesel en motor bevroren waren. Zij waren hun reserve banden op aan het stoken onder de dieseltank in een poging deze te ontdooien. Ook zagen wij veel autowrakken langs de weg liggen. Er hing zelfs een bus half in een ravijn helemaal in de kreukels. De volledige impact van de sneeuwstorm werd ons gaande weg duidelijk.
Bij Teheran zijn wij even gestopt bij het graf van Khomeinie, een enorm gebouw met hectare aan parkeerplaats eromheen zodat men massaal aan zijn graf kan staan. Er was niemand.

Kashan:
Omdat het nog vroeg was en wij heel graag de sneeuw uit wilde (hadden toen eigenlijk nog steeds niet door tot hoe ver de sneeuw was gekomen en dachten dat het onder Teheran wel mee zou vallen) zijn wij verder naar het zuiden gereden, naar Kashan.
Kashan is een prachtige stad en staat bekend om zijn gerenoveerde historische huizen. Deze huizen zijn architectonische hoogstandjes van het land en werden tot voor kort bewoond door rijke families. Inmiddels heeft de overheid deze gebouwen over gekocht en gerestaureerd. Verder schijnen de drie koningen, waarvan er aanwijzingen bestaan dat dit eigenlijk magische zoroastrianse priesters waren (het geloof van dit gebied), vanuit Kashan naar Bethlehem te zijn vertrokken om baby Jesus te bewonderen.
Toen wij eenmaal aankwamen in Kashan was het uiteraard donker. Wij hadden wat problemen om een geschikte slaapplek te vinden en werden bij verschillende hotels weggestuurd. Uiteindelijk hadden wij toch de perfecte locatie, op de parkeerplaats van het Sayyah hotel, dat midden in het centrum ligt. Zoals je al kan verwachten lag hier ook sneeuw terwijl het toch echt zo’n 150 km onder Teheran ligt.

Kashan vonden wij een hele mooie stad. Wij hebben door de bazaar gelopen, een aantal historische huizen bezocht en wat oude hammam’s gezien. Als eerste gingen wij naar de bazaar. In de bazaar kwam een man, die daar een winkeltje had, een praatje met ons maken. Hij vertelde ons het een en ander over Kashan en nodigde ons uit om ’s avonds om negen uur weer terug te komen naar zijn winkel in de bazaar. Hij zou ons dan meenemen naar een zeer bijzondere bijeenkomst. Wij bedankte hem voor zijn informatie en zeiden dat wij nog niet wisten of wij ’s avonds terug zouden komen en dat hij maar niet op ons moest wachten als wij er niet om negen uur waren. Toen wij dat zeiden moesten wij eerst nog met hem mee om te zien waar de bijeenkomst plaats zou vinden, zodat wij het altijd konden vinden als wij wat later waren. Ergens aan een klein pleintje was een witte deur en daar moesten wij dan naar binnen gaan. Toen wij weer terug in de bazaar waren namen wij afscheid.
Daarna zijn wij naar een paar historische huizen gaan kijken. Buiten het eerste huis stond een jongen die ons aansprak. Na een kort praatje vroeg hij of wij het leuk vonden als hij met ons mee zou gaan naar de huizen toe. Hij had namelijk veel kennis van de huizen en kon ons veel erover vertellen omdat hij bij een van de huizen werkte. Waarom niet zeiden wij, en zo zijn wij de rest van de middag met hem door de stad gelopen. Hij heeft ons erg veel verteld over de geschiedenis van Kashan, wat voor ons een echte bonus was van de stad. Anders ga je toch heel anders naar zo’n huis kijken. Aan het eind van de middag nam hij ons mee het dak op van een oude hammam. Dit was eigenlijk niet toegestaan maar hij kende de bewaker. Vanaf het dak kon hij ons de hele stad laten zien. Op een gegeven moment waren wij klaar met de bezichtigingen. Wij namen afscheid van de aardige man en hij vroeg of wij misschien later op de avond terug wilde komen om het graf van een imam te zien. Deze schijnt ’s nachts erg mooi belicht te zijn. Wij zeiden dat wij niks konden beloven, wij waren thans erg moe van de hele dag.
Na het eten zaten wij in de auto te after-dinner-dippen toen wij ineens bedachten dat wij uitgenodigd waren om naar een bijeenkomst te gaan. In eerste instantie wilde wij niet gaan, het was koud en wij waren moe, maar na wat erover na te hebben gedacht realiseerde wij dat wij misschien iets heel bijzonders zouden missen. Het was inmiddels al tien voor negen en wij moesten nog een stuk lopen, dus hebben wij ons als de sodemieter ingepakt in onze winter kleren en zijn richting de bazaar gerend. Dit bleek lastiger te zijn dan gedacht, het was spek glad en wij gingen steeds bijna op ons gezicht. Veel te laat kwamen wij bij het winkeltje van de meneer aan en de bazaar was dicht. Toen moesten wij weer bedenken waar wij nou ook alweer naartoe moesten gaan… Eindelijk vonden wij om half tien de witte deur waarachter de bijeenkomst zou zijn. Toen wij de deur open deden lagen er allemaal schoenen in de hal en daarachter hing een tapijt. Van achter het tapijt hoorde wij muziek en geklap komen. Even twijfelde wat wij moesten doen, wij durfde niet zomaar naar binnen. Wij wisten immers ook niet wat voor een bijeenkomst het was, misschien was het wel een sekte of zo! Toch besloot Roger stiekem langs het gordijn te gluren terwijl ik de wacht bij de deur hield. ‘Ik zie alleen maar mannen.’ zei Roger, en prompt werd hij door iemand naar binnen getrokken. Ik wist niet wat ik moest doen. Een paar minuten stond ik besluitloos buiten. Als er alleen mannen waren, mocht ik van z’n lang-zal-ze-leven niet naar binnen, maar ja, om alleen naar huis te lopen was ook geen optie. Net op dat moment kwam een man aan lopen. Hij wilde naar binnen maar ik stond in de weg. Toen ik voor hem opzij ging maakte hij duidelijk dat ik ook mee naar binnen mocht. Hij sprak geen Engels, maar zijn gebaren waren duidelijk. Na een seconde twijfel dacht ik: ach ja, ze kennen me toch niet, morgen zijn wij weer weg. Ik deed mijn schoenen uit en glipte langs het tapijt. Roger zat gelukkig op een bankje naast de ingang, dus kon ik naast hem plaats nemen. Wat zich binnen afspeelde was fantastisch. Het was een klein kamertje omgetoverd tot arena waar tien tallen mannen op bankjes rond een centraal podium zaten. Links in de hoek was een live bandje aan het spelen. Wij waren zomaar terecht gekomen bij een traditionele ‘worstel’ avond. Een man naast ons legde uit dat het heel bijzonder was dat wij er waren. Je mag namelijk niet zomaar bij zoiets aanwezig zijn en vrouwen al helemaal niet. Toch mocht ik blijven zitten en werd er speciaal voor ons opnieuw een vorm van krachtsinspanning getoond. Wij hadden hier al van gehoord, maar ook begrepen dat wij dit nooit zouden vinden of mogen bijwonen als westerling, en toch zaten wij daar in dat bezweet, benauwd zaaltje. Vroeger was elke vorm van lichamelijk vechten verboden in Iran, dus werd er een sport bedacht waarbij de mannen toch nog hun kracht konden tonen zonder fysiek geweld. Op de ritme van de drum wordt er door de ‘worstelaars’ zeer zware voorwerpen op en neer bewogen boven het hoofd. Elke spier in hun lichaam is gespannen en door de sfeer, de muziek en de ritme, lijkt het alsof ze in een soort trans raken. Een andere man liet zich als een tol op de muziek rond draaien, steeds sneller en sneller om vervolgens in een keer weer stil te staan. Helaas waren wij laat binnengekomen en was het om tien uur afgelopen, waarna wij vriendelijk verzocht werden om het zaaltje weer te verlaten. Wat een bijzondere ervaring! Helemaal hyper van wat wij hadden meegemaakt huppelde wij weer naar huis.

IRAN 1: Tabriz, Takab, Ali Sadr, Keraj


View Larger Map
Iran 1 = blauwe route

Iran is niet in de verste verte wat wij ervan verwacht hadden. Ik weet niet eens waar ik moet beginnen. Laat ik eerst eens proberen uit te leggen hoe Iran is. Wij hadden zand, chaos, hitte, viezigheid, armoede, geweren, leegte en ga zo maar door, van Iran verwacht. Geen van dit alle hebben wij hier meegemaakt. Ja, dat is niet helemaal waar, ik moet niet liegen, wij hebben wel wat zand gezien.

Wat is dit een geweldig land! Ten eerste is het erg ver ontwikkeld. Alles, maar dan ook echt alles is hier te krijgen. Het land is door Amerika geboycot op allerlei import goederen waardoor ze genoodzaakt zijn om alles in eigen land te produceren en dat doen ze dus ook. Het is eigenlijk fantastisch om te zien hoe zelfstandig deze maatschappij is. In Nederland word veel van alles wat er te koop is geïmporteerd. Dat is hier precies andersom. Dit creëert dus ook heel veel bannen en zeeën van vaklui. Ze kunnen misschien maar een ding, maar ze kunnen het verdomd goed! Wij hebben het land ervaren als verder ontwikkeld dan Turkije en het ligt mijlen voor op het Oostblok. Verder is het hier ook super schoon, er ligt nog geen papiertje op de stoep. Ook de bazaars blinken hier. Dat kan ik toch niet zeggen van die in Syrië of Turkije.

Hoofddoeken zijn verplicht in Iran, maar daar is ook alles mee gezegd. De jeugd loopt hier super modern rond en gaan tot de limit van wat je nog een hoofddoek kan noemen. Sommige meisjes hebben alleen een smal schaaltje over hun haar. Doe dan geen moeite, zou je zeggen, maar de regering heeft hun dit opgelegd, dus hebben zij er zich maar aan te houden. Natuurlijk is het niet overal zo hip als in bijvoorbeeld Teheran (de hoofdstad) maar je ziet duidelijk dat de jeugd er niet meer zo streng over denkt. Vóór de komst van Khomeinie (voormalig heerser van Iran) was dit allemaal heel anders, toen liepen de meisjes hier rond zonder hoofddoeken. Als je foto’s ziet van die tijd, weet je niet wat je ziet. Typisch jaren 60; zeer korte rokjes en vooral heel strak! Na de komst van Khomeinie werden vrouwen beboet of gearresteerd die zich niet aan zijn religieuze regels hielden, waardoor ze gaande weg maar weer sluiers zijn gaan dragen. Omdat ik niet wil provoceren (niet iedereen is even ruim denkend) heb ik altijd mijn haren zo volledig mogelijk bedekt (wat trouwens ook veel praktischer is, anders valt dat rot ding de hele tijd van je hoofd). Los daarvan heb ik het ding vervloekt en verwenst. Als ik achterin de auto stapte, aan het eind van de dag, wist ik niet hoe snel ik de doek van mijn hoofd moest rukken. Waarop Roger elke keer weer zei: ‘daar is toch mijn Karlijn weer!’. Ik kan niet aan de hoofddoek wennen, maar gelukkig hoeft dat ook niet. Het voelt echt als een soort straf, vooral omdat ik geen benul heb van de religieuze betekenis. Kan hem ook niet verzinnen. Wat kan een geloof toch soms rare dingen van je verwachten.

De Iraniërs zelf zijn ongelofelijk aardig en gastvrij. Turkije was aardig, Syrië nog beter, maar Iran spant echt de kroon. Dat is wel een mooi vooruitzicht als wij zo door gaan. Zoals in Syrië willen ze graag een praatje met je maken om hun Engels te oefenen en zijn ze erg nieuwsgierig naar je afkomst. Als wij dan zeggen dat wij uit Nederland komen, wordt gelijk gezegd: ‘oh, wow, the flower country!’ (nooit geweten dat wij daar zó bekend om staan) waarna er gelijk achteraan geroepen wordt: ‘van Nistelrooy, Bergkamp, Gullit!”, daar kan ik me meer bij voorstellen aangezien voetbal volkssport nummer 2 is. Je gelooft nooit wat op 1 staat: worstelen! Ze zijn er hier gek op.
Het verschil met Syrië, is dat ze aan het eind van het gesprek, je uitnodigen om met hun mee naar huis te gaan. Wij stonden paf van al de aanbiedingen om mee naar huis te gaan voor een kopje thee, wat te eten en de HELE familie te ontmoeten. Natuurlijk konden wij niet op elk aanbod in gaan, aangezien wij dan niet veel van het land zouden zien!

Tanken in Iran is een feest. Wij vulde onze tank voor maar liefst 80 euroCENT!!! Ja, je hebt het goed gelezen. De diesel kost hier niet meer en niet minder dan 1 eurocent per liter. Als je auto op benzine rijdt heb je vette pech, want dan betaal je maar liefst 8 eurocent per liter. In Iran rijden er geen personenauto’s op diesel, alleen het vrachtverkeer. Het was dus ook elke keer een opgave om uit te leggen dat wij toch ECHT diesel wilde tanken en niet benzine. Wij reden dan gelijk op de dieselpomp af (die altijd vrij is omdat iedereen in een rij voor de benzine staat). Direct kwam er dan uit elke windrichting mensen zwaaiend aanrennen om te vertellen dat wij (zogenaamd) verkeerd stonden. Het ging elke keer ongeveer zo:
‘Benzine?’
‘No, diesel.’
‘Benzine?’
‘No, diesel.’
‘Benzine??’
‘No, diesel.’ Hierna kijken ze elkaar even aan en praten wat heen en weer, waarna er weer eentje zich naar ons toe keert en vraagt:
‘Diesel??’
‘Yeeeeeeeeess, diesel!’
….‘No, benzine?!’
‘NO, DIESEL!!!’. Waarop Roger gewoon de pomp pakt en begint te tanken. Dan moet er weer onderling druk gediscuteerd worden hoe het nou kan dat wij een dieselauto hebben. Wij hebben zelfs een keer de motorklep open moeten gooien om het bewijs te tonen. Als ze eenmaal begrijpen hoe de vork in de steel steekt beginnen ze met z’n alle te lachen en klappen dat wij zo goedkoop kunnen tanken. Het is toch elke keer weer een hele happening en erg grappig om mee te maken.
Door alle boycots, zijn er te weinig grondstoffen om ruwe olie om te zetten in benzine, waardoor iedereen hier een tankpasje heeft en maar 100 liter benzine per maand mag tanken. Dit is onvoorstelbaar als je bedenkt dat Iran de grootste olievelden van de wereld heeft. Overigens is ook overal LPG te krijgen, dat geldt ook voor Turkije, Syrië en Jordanië. Dat hadden wij niet verwacht buiten Europa te vinden.

Qua weer hadden wij verwacht dat het onder Teheran in een rap tempo een heel stuk warmer zou worden. Er is namelijk op elk moment van het jaar een temperatuur verschil van zo’n 20 á 25 graden tussen noord en zuid Iran. Behalve dit jaar… Dat wij sneeuw in Tabriz en Teheran konden verwachten wisten wij, maar dat wij sneeuw zouden aantreffen in de woestijn, waar er in geen 80 jaar sneeuw is gevallen(!), hadden wij natuurlijk niet ingecalculeerd! Wij hebben noodweer gehad. Het geluk is dat wij ontzettend veel van sneeuw houden. Daarbij waren wij ook van plan om in Iran te gaan skiën, dus waren goed voorbereid op het koude weer. Toen kwamen wij wel achter het enige nadeel van de goedkope diesel; hij bevriest. Gelukkig had Roger zijn soldeerfles meegenomen, waarmee hij elke ochtend de tank en dieselfilter ontdooide zodat wij weer konden rijden (Het was nog een hele discussie punt voor vertrek uit Nederland. ‘Waar heb je in Gods naam een soldeerfles voor nodig als je op wereldreis bent?! Wij moeten zo minimaal inpakken!’, maar ik heb mijn woorden weer ingeslikt toen hij zo ontzettend goed van pas kwam). Veel van Iran hebben wij dus gezien, bedekt in een prachtig laagje poedersneeuw en dit vonden wij fantastisch. Wat kan een saai stukje woestijn, toch prachtig worden omgetoverd tot een winter-wonderland, door een beetje sneeuw.

Genoeg algemene informatie, tijd voor het reisverhaal:

Eindelijk heb ik tijd. Maar liefst 8 uur de tijd om het verhaal van Iran aan elkaar te breien tot een leuk verhaal. Wij zitten namelijk nu op de boot naar Dubai, maar dat is een ander verhaal. Dat komt straks wel weer.

Tabriz:
De grensovergang van Turkije naar Iran was een eitje. Stempeltje hier, krabbeltje daar en wij mochten het land in. In Iran is het verstandig om een autoverzekering af te sluiten. Dit kan in elke grote stad worden gedaan. Wij hadden gehoord dat het op de grens heel prijzig was om te doen, dus besloten wij in een keer door te rijden naar Tabriz en alles daar te regelen. Moesten wij alleen oppassen dat er niks zou gebeuren tussen de grens en Tabriz (zo’n 200 km). Verder hadden wij gehoord dat er in Tabriz een camping is, dus ook dat was een reden om in een keer door te rijden. Je mag namelijk niet wild camperen in Iran. Als je dat doet, staat er binnen de kortste keren een politie agent naast je om je te escorteren naar het dichtbijzijnde hotel of potitiebureau, waar je dan kan overnachten. Toch hebben wij het een paar keer gedaan, maar pas later in de reis.
Ondanks dat wij erg vroeg bij de grensovergang waren, kwamen wij toch pas in het donker aan in Tabriz. Wij hadden de route beschrijving van een man op de camping in Turkije gekregen en reden heel gemakkelijk naar de camping toe (Egoli park: N38º01.513, E046º22.060). Wij zijn gelijk naar bed gegaan.
De volgende ochtend besefte wij pas dat wij in Iran waren. Wat een ander land dan wij hadden verwacht. Eerst hebben wij wat door het park gelopen waar wij stonden en besloten toen naar de stad te gaan om het verzekeringskantoor te vinden. Het was alweer een vrijdag, dus wisten wij dat alles dicht zou zijn, maar het leek ons prettig om op een rustige dag te orienteren. Wij besloten met een taxi te gaan; je moet het lot niet tarten! Wij stonden nog maar 1 seconden op straat om op zoek te gaan naar een taxi toen wij aangesproken werden door een man. Hij sprak vloeiend engels en duits en vroeg ons waar wij vandaan kwamen en waar wij naartoe wilde. Wij legde uit dat wij een verzekering moesten halen voor de auto en dus de stad in wilde. Nou, dat was allemaal geen probleem, hij zou ons wel brengen en zou ons persoonlijk rondleiden door de stad. Wij vonden dit wel heel aardig dus stapte wij bij hem in de auto. Halverwege op weg naar het centrum vroeg hij of wij het misschien leuk zouden vinden om eerst zijn huis te zien en zijn familie te ontmoeten. Omdat de stad toch dicht was en er dus geen haast bij was, stemde wij in. De meneer bracht ons naar een spik splinter nieuw appartementen complex waar hij pas sinds enkele weken woonden. Toen wij in de lift stapte, begon gelijk een muziekje te spelen. Hij had waarschijnlijk aan de portier gevraagd om zijn vrouw te waarschuwen dat hij gasten mee had, want toen de lift stopte en open ging stonden daar zijn vrouw en twee zonen ons op te wachten. ‘Hello!, Welcome to Iran!’ riepen ze in koor en nodigde ons uit om binnen te komen. Het was een bijzonder moderne familie en de vrouw droeg geen chador of hoofddoek. Ik wist niet hoe snel ik ook de doek van mijn hoofd moest halen. Dit hadden wij echt niet in Iran verwacht. Het was duidelijk een hoog opgeleid stel, en de oudste zoon zat nu ook sinds een jaar op de universiteit om ingineur te worden.
Na wat gezellig gekletst te hebben (ze spraken allemaal perfect engels) zei de meneer dat het geen goed idee was om de stad in te gaan. Het was allemaal dicht en dus geen reet aan. Het was beter voor ons om die dag naar Kandovan te gaan, een dorp zo’n 50 km ten zuiden van Tabriz die bekend staat als de Capadocia van Iran. De huizen van het dorp zijn allemaal uit stenen gehouwen. Wij legde uit dat wij inderdaad van plan waren om naar Kandovan toe te gaan, maar dat wij eerst een verzekering wilde hebben voordat wij nog meer op de Iraanse wegen wilde rijden. Geen probleem, zei hij toen, wij maken er een uitje van en gaan met mijn auto. Dan nemen ik en mijn vrouw jullie mee daar naartoe, maar eerst moet er gegeten worden! En met die woorden verdween zijn vrouw naar de keuken en heeft in een half uurtje een fantastische maaltijd voor ons bereidt. Wij stonden helemaal paf van de gastvrijheid en moesten elkaar knijpen om te realiseren dat het allemaal echt was.
Na het eten zijn wij met hun naar Kandovan gereden en heeft hij ons van alles verteld over het land en de omgeving. Het enige nadeel was dat hij reed als een idioot! Hij reed zo ontzettend hard in een wagentje die eruitzag alsof hij uit elkaar zou vallen als je er een scheet in liet. Wij hebben niet gekeken, elkaars hand fijn geknepen, geen scheetjes gelaten en het gelukkig overleefd! Als afsluiter van de dag zijn wij met z’n vieren wat gaan drinken in het park waar wij campeerde en hebben wij hun een kadootje gegeven voor al hun moeite. Hij wilde de dag erna weer met ons afspreken om ons alsnog de stad te laten zien, maar dit aanbod hebben wij afgeslagen. Mede doordat wij blij waren zijn rijgedrag 1 dag te hebben overleefd.
De volgende dag was een zaterdag en zou officieel alles open moeten zijn, waar het niet dat het een feest dag was, dus was weer alles dicht. Wat feestdagen betreft, het lijkt alsof ze elke dag wel wat te vieren hebben hier. Dan worden er allemaal vlaggen opgehangen met heilige teksten erop. Sommige verkoopers in de bazaar hebben altijd een vlag op hangen. Toen wij een keer vroegen wat er nou weer voor een feest was, zei hij: 'tja, toevallig vandaag niet, maar er is hier altijd wel wat te vieren dus laat ik hem maar hangen. Dat is makkelijker dan dat ik hem om de zoveel dagen neer haal om vervolgens een paar dagen later weer op te hangen!' Ik kan hem geen ongelijk geven. Een periode van rouw duurt hier bijvoorbeeld 40 dagen. Maar zij rouwen om alles en herhalen dat elk jaar, dus zodra de 40 dagen om zijn, is er weer wat nieuws om over te rouwen. En zo gaat het maar door.
In elk geval, wij waren dus voor de tweede keer op weg naar de stad, liepen de camping af op weg naar de taxi’s toen er alweer iemand voor onze neus stopte. Een man gooide de deur open en riep: ‘Welcome to Iran! Come my friend, I’ll bring you where you need to go.’ Er zat een zeer nette man in de auto met zijn dochter, dus vertrouwde wij het wel. Wij stapte in en hebben weer een man getroffen die vloeiend Engels en Duits sprak en die vollop begon te kletsten over van alles en nog wat. Weer werden wij onder weg uitgenodigd om bij hem thuis te komen, maar deze keer hebben wij het aanbod afgeslagen, zo komen wij nooit in de stad! Hij bracht ons naar waar wij naartoe wilde gaan en reed weer verder. Wij moesten erg lachen. Het lukt ons gewoon niet om hier zelfs een taxi te krijgen. Wij waren nu al drie dagen in het land en hadden nog geen cent uitgegeven!
Alles was inderdaad dicht in de stad, dus hebben wij wat door de stad gelopen, het verzekeringskantoor gevonden, de bazaar gezien en de blauwe moskee bezichtigd. Het was allemaal zo modern, wij konden maar niet geloven dat wij in Iran waren. Het heeft ons echt even geduurd om te wennen aan het land omdat het zo anders was dan wat wij ervan hadden voorgesteld.
Eindelijk waren de overheidsgebouwen de dag erna open en konden wij onze verzekering krijgen (maar liefst 80 USdollar voor 30 dagen!). Eigenlijk moet je aan de grens Iraanse nummerboorden krijgen als je langer dan 10 dagen in het land bent, maar op de een of andere manier hebben wij dat weten te omzeilen en hebben ze een aantekening in onze carnet gezet dat wij vrijwaarding daarvoor kregen. Wij weten alleen niet waarom, maar wel fijn, want dat zou anders ook weer geld hebben gekost.Eindelijk waren wij klaar om weer verder te reizen.

Takab en Takht-e-Soleiman:
Als eerste zijn wij door gereden naar Takab, ten zuiden van Tabriz. Daar wilde wij in de buurt het Takht-e-Soleiman bezigtigen; de overblijfselen van een fort, die 1500 jaar geleden, boven op een volkaan is gebouwd, met in het midden een prachtig kratermeer. Wij kwamen echter weer in het donker aan in Takab, dus besloten de fort de dag erna te bezichtigen. Wij gingen maar weer op zoek naar een hotel met parkeerplaats, maar Takab is heel klein met maar twee hotels... zonder parking. Wij hebben bij een van de hotels gevraagd of wij voor de deur op straat mochten staan en in de auto slapen, maar dit wilde hij liever niet. Na een uur zoeken, zijn wij uit wanhoop naar het plaatselijk politie bureau gereden om ons probleem uit te leggen en in de hoop dat wij dan bij de politie voor de deur mochten staan. In eerste instantie begrepen ze niet waarom wij nou in vredesnaam in de auto wilde slapen. Het vrieste namelijk nog in dit deel van Iran en er lag overal sneeuw. Toch hebben wij voet bij stuk gehouden dat wij absoluut in de auto wilde liggen. Na wat onderling gepraat mochten wij dan voor de deur van het politie bureau staan. Helaas kwam na een uur, toen wij goed en wel gesetteld waren en al bijna in bed lagen, de hoofd van het politiekorps terug en zei dat het niet veilig voor ons was om voor het bureau op straat te staan(!!??). Het bureau lag namelijk een stukje buiten de stad en het was beter als wij de auto midden in het stadje zouden zetten. Wij moesten achter hem aan rijden en hij zou ons een geschikt locatie wijzen, en je raad het niet, ja hoor, recht voor hetzelfde hotel! (Ringo hotel: N36º24.381, E047º07.098)
Stonden wij uiteindlijk toch nog precies waar wij als eerste waren gaan vragen. Nu dat de chef van de politie erbij was, durfde de hotel eigenaar niet meer te weigeren, en mochten wij gratis blijven staan. De chef zou een agent sturen om die nacht langs de straat te patroeieren! Wij kregen dus nog beveiliging ook.
De volgende dag zijn wij vroeg opgestaan om naar Takht-e-Soleiman te gaan. Het was heel bijzonder, vooral omdat het helemaal uitgestorven was en er een vers pak sneeuw van die nacht op de ruines lag. Het meer lag er prachtig bij en dampte in de koude lucht. De entre koste maar liefst 30 eurocent dus dat konden wij ons wel veroorloven. Een paar jaar geleden koste hier alle bezienswaardigheden 30.000 rial, ongeveer 2,50 euro, maar sinds een jaar heeft de regering subsidie hieraan gegeven en zijn alle bezienswaardigheden spotgoedkoop geworden. Nu liggen de entre prijzen tussen de 3000 en 5000 rial, dus ongeveer 15 tot 30 eurocent. Niet veel aan onze studentenpasjes gehad dus in Iran, behalve de dag erna......

Oud en Nieuw en de Ali Sadr grotten:
Na het zien van de fort zijn wij verder naar het zuiden gereden om de Ali Sadr grotten te bezichtigen. Bij de ingang van de grotten is een hotel met camping waar wij konden overnachten (N35º18.251, E048º18.184). Het was echter officieel dicht toen wij aan kwamen (buiten seizoen) dus mochten wij gratis op de parking van het hotel overnachten. Wij baalde als een stekker, want het was oudejaarsavond en wij hadden gehoopt lekker uit eten te gaan in het restaurant van het hotel (er is verder niks in de buurt) en hopelijk met wat andere gasten oud en nieuw te vieren. Niet dus! Naast het feit dat er niemand was, was het voor Iran geen oud en nieuw. Zij houden namelijk een andere jaartelling aan en vieren in maart oud en nieuw. Dubbel pech dus. Wij hebben met moeite elkaar tot 12 uur wakker gehouden (was het liefst om 8 uur al naar bed gegaan), en zijn toen midden in de nacht, in de sneeuw, naar buiten gegaan om onze sterretjes af te steken, die wij in Turkije voor de gelegenheid hadden gekocht. Uitgebreid hebben wij elkaar (broodje nuchter, geen alcohol in Iran) omhelsd, een dansje in de sneeuw gedaan en elkaar een gelukkig nieuw jaar toegewenst. Wij weten niet of de eigenaar ons gezien heeft, maar als dat wel zo is, had hij ons vast voor gek verklaard. Joelend en gierend hebben wij 12 sterretjes afgestoken en zijn toen maar naar bed gegaan. Het was alsnog een bijzonder oud en nieuw geweest.
Op nieuwjaarsdag zijn wij naar de Ali Sadr grotten gegaan. Toen wij bij de entre aankwamen moesten wij 300.000 rial: 25 euro afrekenen! Het probleem was alleen dat wij dat helemaal niet bij ons hadden. Gelijk begonnen wij uitgebreid met onze studentenpasjes te zwaaien, maar de man wilde er niks van weten. Het zuren was, dat wij op een bordje konden lezen dat buitenlanders 12,50 euro pp moesten betalen en locals maar 2,5 euro. Wat een verschil! Na veel gemekker en gedoe besloot de man om een van ons binnen te laten voor de prijs van een local, zo hoefde wij uiteindelijk maar 15 euro te betalen en dat hadden wij gelukkig wel in onze zak zitten. Met veel gekreun liepen wij van de kassa naar de grotten. Wat belachelijk dat wij zo veel moesten betalen om een grot te zien! Nou dat moest dan wel de mooiste grot ter wereld zijn. Wij hadden er al bijna geen zin meer in, maar dat veranderde gelijk toen wij de trappen naar de grot afdaalde. Het was fantastisch! En als klapper op onze nieuwjaars vuurpijl, werden wij door een mannetje door de grotten gefietst op een waterfiets! Wat geweldig. Nou, dat mannetje was zijn hele 15 euro waard want hij heeft zijn piemel uit zijn broek getrapt om ons door de grotten te krijgen. Halverwege was er voor ons een klein wandelingetje waar de goede man even kon uitrusten en het zweet van zijn voorhoofd vandaan kon vegen. Wij liepen het rondje en kwamen toen terug bij de boot, waarna hij ons weer via een andere route terug naar de uitgang trapte. Als wij dat hadden geweten! Hij vertelde ons dat het er zomers stervensdruk was vanwegen de heerlijk frisse temperatuur. Nu vonden wij het lekker warm. Zomers duurde het 3 uur om de grotten te bezichtigen omdat de mensen dan rijen dik staan te wachten op hun waterfietsje. Wij stonden na drie kwartier weer buiten. Waarschijnlijk waren wij voor die dag de enige bezoekers geweest.
Het was nog vroeg dus reden wij daarna door naar Keraj, een stad 40 kilometer buiten Teheran. Wij hadden gelezen dat er een metro verbinding was tussen Keraj en Teheran en die waren wij van plan om te gebruiken om de hoofdstad niet in te hoeven rijden. Het wordt namelijk in alle reisboeken ten sterkste afgeraden om Teheran met je eigen auto in te rijden; het zou een verkeershell moeten zijn. Daarnaast is Keraj ook een perfecte basis om vanuit de bergen te bereiken om te skien. Twee goede redenen dus om die kant op te rijden.