View Larger Map
India 6= bruine lijn
Hè, hè, eindelijk heb ik mijn laptop weer in handen! De afgelopen weken heeft onze auto (en dus ook de laptop!) in een zeecontainer gezeten van Bangladesh naar Thailand. Wij hebben dus even stil gestaan, wachtend op de komst van ons kindje, maar daar later meer over…
Dharamsala:
Eindelijk kwamen wij na een super spannende dag in het donker aan in Dharamsala. Dharamsala bestaat uit twee delen; het lager gelegen dorp en het 8 km hoger liggend gedeelte, boven op de berg dat McLeod Ganj heet. McLeod Ganj is waar je moet zijn, dit is de woonplaats van de uit Tibet gevluchte Dalai Lama.
Wij besloten de 8 kilometer bergopwaarts te laten voor de volgende dag en reden naar de eerste beste hotel die wij in het lager gelegen Dharamsala konden vinden (HTDTC, The Kunal, N32º12.631, E076º18.934). Gelukkig hoefde wij niet een lange discussie aan te gaan en mochten wij voor een klein bedrag op de parkeerplaats staan en gebruik maken van een douche.
De volgende ochtend stegen wij naar McLeod Ganj en vonden midden in het centrum een perfecte overnachtingsplek (HTDTC, The Club House, N32º14.157, E076º19.486, 1774m). Het dorpje had dezelfde uitstraling als Leh, dat wil zeggen, Boeddhisme ten top (uiteraard), veel Tibetaanse winkeltjes en een rustig sfeertje. Wij waren net een dag te laat om een toespraak van de Dalai Lama bij te wonen, dus gingen wij maar gewoon naar de goede man thuis. Helaas was hij niet thuis (of deed niet open) en hebben wij hem dus niet gezien. De dag erna was hij al weer gevlogen naar een afspraak in Parijs.
Die avond begon de Olympische spelen en daarbij dus ook een wereldweide lichtdemonstratie van de gevluchte Tibetanen tegen China. Voor de tweede keer in twee dagen zaten wij weer midden in een demonstratie, maar gelukkig verliep deze zeer vredig. Monniken liepen rondjes om de centrale stupa met kaarsjes in hun handen, terwijl zij Boeddhistische liederen zongen. Al snel liep heel het dorp met hun mee en wij dus ook. Wij hadden veel informatie gezien over de toestand van de Tibetanen in China en als je alles moet geloven is de werkelijkheid gruwelijk. In Dharamsala zie je regelmatig Tibetanen zonder handen en/of voeten. Tijdens hun vlucht uit Tibet moesten ze zulke hoge berg passen trotseren om India te bereiken, dat hun handen en/of voeten onomkeerbaar bevroren waren en geamputeerd moesten worden. Als je dat doorstaat om je geboorteland te ontvluchten, dan moet het daar toch wel heel erg zijn dacht ik zo! Deze mensen wilde wij graag steunen en daarom liepen wij mee. Na de demonstratie kwam iedereen bij elkaar in het klooster en werd er een film getoond over een poging van de Tibetanen om te voet terug in Tibet te komen. Het was aangrijpend om te zien hoe hun pogingen keer op keer mislukte door het ingrijpen van de politie. De volgende dag lazen wij in de krant dat tijdens eenzelfde demonstratie in Kathmandu, honderden mensen waren gearresteerd door de Nepalses overheid. Gelukkig is het in India wat dat betreft een stuk aangenamer vertoeven.
Wij hebben een paar dagen in de heerlijke koele temperaturen van McLeod Ganj doorgebracht want wij wisten dat het hierna alleen nog maar snik heet zou worden in de rest van India.
Amritsar 2:
Na vier dagen hebben wij de tocht naar Amritsar gemaakt. Wij waren op post uit Nederland aan het wachten (een nieuwe UV filter voor onze waterzuiveraar) en hadden het adres van Mrs. Bhandari’s Guesthouse hiervoor opgegeven (N31º38.519, E074º50.916, 211m). Wij vonden dit een fijn plekje om te vertoeven dus zou het niet erg zijn hier een aantal dagen op de post te moeten wachten.
Toen wij aankwamen zagen wij gelijk de Land Rover Defender van Daniel en Marie (Frans koppel die wij nog kende van Leh) in de tuin staan. Bezorgt kwamen ze naar ons toe. Ze waren ons na Srinagar kwijtgeraakt (wisten niet van ons uitstapje naar Dharamsala) en maakte zich grote zorgen over onze veiligheid. Wij vertelde gelijk dat het een zeer spannende tocht was geweest maar dat wij er zonder kleerscheuren vanaf waren gekomen. Hun verhaal was behoorlijk anders! In het dorp waar wij door een politieman via een rondweg waren omgeleidt, zijn zij, samen met Kinh en Jennifer (Engels koppel met een Toyota Landcruiser Prado die wij in Srinagar hadden ontmoet) regelrecht het centrum ingereden. Ze hadden de officier niet zien staan. Eenmaal in het centrum aangekomen werd hun de weg versperd en werden ze met tientallen (bak)stenen bekogeld. Overal op de carrasorie hadden ze krassen en deuken staan. Je kon zelfs de afdruk van de bakstenen op de auto zien staan! Beide auto’s hadden ingegooide ruiten. Zelfs in de auto was er schade van de stenen te zien. Een van de bakstenen had Daniels hoofd letterlijk op een haar na gemist.
Uiteindelijk werden ze door militairen gered en naar het plaatselijke politiebureau gebracht, waar ze 12 uur moesten schuilen. Midden in de nacht was het weer rustig genoeg om hun weg weer vervolgen. Ze hebben de hele nacht doorgereden en kwamen ’s ochtends vroeg in Amritsar aan waar ze sindsdien bezig waren met het oplappen van de schade. Helaas hebben ze in India geen onderdelen voor de Toyota Prado en moest een nieuw raam uit Pakistan komen. Het kwam goed uit dat Kinh en Jennifer contact hadden met een Duitse overlander Oli (http://www.oliabroad.de), die op dat moment op weg was van Lahore (Pakistan) naar Amritsar. Hij had gezegd een nieuwe raam voor hun mee te nemen uit Pakistan.
’s Avonds spraken wij met Kinh en Jennifer af, die in een ander hotel lagen, en zijn met z'n zessen gaan eten. De angst van de rit was het thema van de avond, maar uiteindelijk was iedereen blij er heelhuids vanaf te zijn gekomen.
Hierna vervolgde een week wachten, wachten en nog eens wachten. De post kwam maar niet. Dit schijnt normaal te zijn voor India, dus bleven wij rustig wachten. Het was echter geen straf om hier een tijdje te verblijven, want het werd alsmaar gezelliger bij Bhandari’s. Na twee dagen arriveerde Casper met z’n grote vrachtwagen die wij kende uit Hemis en Leh; Kinh en Jennifer verhuisde van hun hotel en kwamen ook bij ons in de tuin staan; Oli reed een dag later zijn Land Rover Defender het terrein op (met een nieuw raam voor de Prado) en vervolgens verschenen ook Penny en Simon in hun oer oude Land Rover serie I Defender. De tuin stond propvol met overlanders, voor ons erg leuk, maar voor de eigenares een grote kopzorg. Zij vond het maar niks want wij hadden de hele tuin in bezit genomen en gebruikte alle mogelijke ruimte om nieuwe ramen te plaatsen, onderhoud aan de auto’s te plegen, grote schoonmaak te houden en vervolgens ook nog gezellig te kamperen met tafels, stoelen en attributen van dien.
De dag dat Oli arriveerde had wij afgesproken met z’n alle uiteten te gaan; de pizzahut! Een luxe zoals de pizzahut kom je niet vaak tegen in India en na al die weken vegtable curry en rijst waren wij wel toe aan een smakelijk hapje Amerikaans. Die ochtend was er een vriend uit Duitsland naar Delhi gevlogen om een paar weken met Oli rond te reizen. Hij kwam ’s middags aan met de trein en Oli haalde hem op voordat hij bij Mrs. Bhandari’s binnen kwam rijden. Alleen Kinh en Jennifer kende Oli, maar die waren op dat moment niet aanwezig. Hij had nog maar net de motor uitgezet toen Casper al naar hem toen slenterde om een hand te geven. Het ging ongeveer zo: “Hoi, ik ben Casper, wij gaan om zes uur naar de Pizzahut okay?”. Waarop Oli antwoordde: “Hoi, Oli, ja natuurlijk, zes uur vertrekken?”. “Ja vertrekken, goed dan, zet je auto maar ergens neer en wij spreken elkaar later wel weer”. Marcel, de vriend die winterswit nog met een jetlag in de auto zat aanschouwde dit. Hij keek zijn vriend aan en vroeg verbaasd of hij Casper kende, waarop Oli antwoordde: “Nee, ik ken niemand hier, nog nooit gezien.” Marcel was er een beetje van door de war. “Maar wij gaan met deze mensen eten?!” “Ja,” antwoordde Oli toen “dat is nou overlanden!” Het lijkt wel een soort ongeschreven regel dat je met elkaar optrekt als je elkaar tegenkomt. Altijd erg leuk, vinden wij.
Eén van de dagen zijn wij naar de Gouden Tempel geweest, hetgeen waar Amritsar bekend om staat. In Amritsar wonen veel Sikhs (je kent ze wel, de mannen met een tulband op) die een geloof Sikhisme aanhouden dat lijkt op een mengelmoes van Hinduïsme, Boeddhisme en het Islam. Ze geloven in één God, maar ook in reïncarnatie. Het fundamentele aspect van hun geloof is de gedachte dat alles en iedereen gelijk is en dit bewijzen ze door elke dag, aan iedereen die maar wil, een maaltijd aan te bieden. De Gouden Tempel is voor hun de heiligste plek van hun geloof (te vergelijken met Mekka voor de Islamieten). Elke dag wordt er in de reusachtige tempelkeuken voor duizenden eten gekookt en er komen gemiddeld zo’n 40,000 mensen per dag gratis eten halen. Wij vonden het complex erg mooi en indrukwekkend. Tijdens de zonsondergang zag je de kleuren van de zon in het water gereflecteerd en werd de gouden gloed van de tempel langzaam oranje, totdat ze de lichten aan deden en hij weer prachtig goud glinsterde.
Na een week wachten en honderd keren met TNT te hebben gesproken, besloten Roger en ik om naar Pakistan te gaan. Wij hadden in Kathmandu een nieuwe visum voor Pakistan gehaald met de gedachte om toch nog de Karakorum Highway te rijden en eventueel nog een track te lopen. Wij hadden echter al zo lang in de bergen in India doorgebracht dat wij eigenlijk niet meer zo veel tijd in dit gedeelte van de wereld wilde spenderen. Wij wisten dat wij dan minimaal een maand in Pakistan nodig zouden hebben om vervolgens weer helemaal door India te moeten rijden naar Bangladesh. Het idee om nog naar Pakistan te gaan hadden wij dus eigenlijk al uit onze hoofd gezet, toen Kinh ons vroeg waarom wij niet alleen naar Lahore gingen om onderdelen voor de auto te kopen. Zo hadden wij ten minste niet voor niks het visum gekocht en konden wij heel goedkoop alles krijgen wat wij voor de auto dachten nodig te hebben. In India kom je namelijk nergens Toyota Landcruisers tegen en onderdelen zijn niet te krijgen. Daarentegen zie je ze overal in Pakistan. Wij vonden het een goed plan dus pakte wij alles in en namen afscheid van onze nieuwe vrienden. De meeste waren allemaal op weg naar India, dus waarschijnlijk zouden wij elkaar toch wel weer treffen.
Zondag, 17 augustus, reden wij de grens over naar Pakistan.
p.s. Helaas is onze webalbum vol. Dharamsala staat nog op onze eerste album, maar vanaf Amritsar 2 zijn de foto's nu op onze tweede album te bekijken: http://picasaweb.google.com/Landencruisen2
1 opmerking:
Jeetje, moest wel lang wachten op dit verhaal, gelukkig zijn er geen gewonden gevallen! en nu in Bangkok: mmmmmmmmmmmmm. Ruilen?? XX Marjon
Een reactie posten