INDIA 2: Grens Nepal, Varanasi, Agra, Shimla
View Larger Map
India 2 = rode route
In het algemeen:
"Increadible India" zoals de reclame van de Discovery Channel luidt. Nou, deze kreet hebben wij duizend maal geroepen en regelmatig was de betekenis zoals wij hem zeiden, alles behalve positief.
Wat een land! Ze zeggen van India "you either love it, or you hate it" en dit begrijpen wij volkomen. Gelukkig is het bij ons nog zover dat wij beide uitspraken kunnen beamen, maar wie weet hoe lang wij dat nog kunnen volhouden. Helaas moeten wij onszelf keer op keer weerhouden om niet compleet over te slaan naar het tweede.
India heeft prachtige stukken natuur en wij hebben adembenemende schoonheid gezien (zoals je op de foto’s zal zien), maar de mensen…!
Net als je denkt dat je alles hebt gezien, doen ze weer zoiets volkomen onlogisch dat wij weer hoofdschuddend met ongeloof in de auto zaten en zeiden: "Increadible Indiërs!".
Zelfs de goed gezinde, altijd vriendelijke Roger, werd door de Indiërs regelmatig tot zijn limiet gedreven waardoor hij alleen nog maar gefrustreerd kon schelden en zuchten. Elke ochtend zeiden wij weer tegen elkaar: "Nieuwe ronde, nieuwe kansen. Laten wij ze niet allemaal over een kam scheren. Het is gewoon een cultuur verschil. Zij vinden ons misschien ook vreemd. Wij moeten positief blijven en open staan voor deze mensen. Als wij dat niet doen kunnen wij niet genieten van dit prachtig land". En zo gingen wij vol goede moed op pad, om vervolgens tien minuten later, scheldend, vloekend en tierend alweer de zoveelste idioot te hebben moeten ontwijken op de weg. Ik heb meer mensen uitgescholden in mijn tijd in India dan in mijn hele leven. Mijn keel werd er schor van! Je wordt hier continu tot je persoonlijke grens gepusht en het is om gek van te worden.
Wij realiseren heel goed dat onze negatieve ervaring met de Indiërs volkomen te maken heeft met het feit dat wij in het Indiaas verkeer deelnemen.
Drie jaar geleden zijn wij op een volledig van tevoren geplande, drie weeks vakantie in Zuid India geweest. Wij hadden een gids, wij hadden een chauffeur en alles was geregeld. Het was een fantastische vakantie en wij kwamen vol enthousiasme thuis over dit ‘increadible’ land. Wat was India mooi, wat waren de mensen vriendelijk, wat wilden wij toch graag een keer terug.
Hier probeer ik elke keer weer aan te denken als het even niet mee zit, want de mensen zijn aardig, lachen altijd en hebben echt altijd goede zin. Okay, ze bezeiken je bij het leven als het op aankopen aan komt, maar er is altijd ruimte genoeg voor een goede onderhandeling met vaak 50% korting als resultaat. Waarom hebben wij dan zo’n moeite met deze mensen. Simpelweg omdat als ze eenmaal in een auto stappen, alle vorm van intelligentie en gezond verstand lijkt te verdwijnen, waardoor de situatie op de weg letterlijk levensgevaarlijk begint te worden. En dat gaat ons te ver. Drukte is een ding, daar kunnen wij inmiddels wel mee om gaan, maar deze mensen rijden daarbij ook nog eens zo roekeloos en hard dat wij inmiddels al vele malen op een haar na ernstige ongelukken hebben gemist, en dan niet omdat de ander uitweek, maar omdat Roger met alle moeite onze auto de berm in stuurde. Je kan ook niet inschatten wat ze op de weg aan het doen zijn zodat je een moeilijke situatie niet kan anticiperen. Ze komen altijd uit de lucht vallen. Een aantal voorbeelden:
Het is ons een raadsel waarom het wettelijk verplicht is om in India links te rijden. Alle Indiërs rijden namelijk rechts. Je komt ze continu op je eigen weghelft tegen. Iets wat op een rechte weg op tijd opvalt, maar in de bergen is dat wel anders. Een haarspeldbocht snijd je toch zeker af? Is gewoon zonde van de brandstof om op je eigen helft in de buitenbocht te rijden. Wij hebben met dagelijkse, wat zeg ik, uurlijkse regelmaat botsingen kunnen ontwijken, uiteraard met al het scheldwerk van dien.
Wij hebben de meest gruwelijke aanrijdingen, of in elk geval resultaten van aanrijdingen, langs de weg gezien. Op een gegeven ogenblik was het voor ons een sport om in te schatten wie schuld was (meestal allebei), hoe de stand van de inzittende moet zijn geweest (meestal dood) en nog het ergste, wat voor een soort auto het had kunnen zijn (meestal onherkenbaar). Wij werden er na een paar weken niet meer warm of koud van. Eigen schuld, dikke bult. Hadden ze maar niet als een mallot moeten rijden. Wel reden wij langzaam, zeer langzaam, uiterst links en met een hand op de claxon, de enige manier om in India op de weg te overleven.
Op de snelweg rijden is hier ook zoiets moois. Denk je dat je eindelijk gas kan geven omdat je een gescheiden rijbaan hebt. Had je gedacht! Ze gebruiken hier de twee banen alsof er twee aparte wegen naast elkaar liggen en rijden zonder blikken of blozen tegen het verkeer in op de snelweg! En erger nog, dan rijden ze ineens wel links, dus op de officiële inhaalstrook!! De eerste keer dat wij dit fenomeen tegenkwamen moesten wij drie keer knipperen en in onze ogen wrijven voor wij geloofde wat we zagen. "Dit meen je toch niet?!" riep Roger die als een gek op de rem moest om net op tijd achter de vrachtwagen te duiken die wij aan het inhalen waren. De tegemoet komende buschauffeur had ook nog de brutaliteit om te flashen en toeteren toen hij langs reed. Alsof wij beter hadden moeten opletten!
In Nederland onderbreken ze alle radio uitzendingen om je op het gevaar van een spookrijder te attenderen. Als ze dat hier deden, zou er geen tijd meer zijn voor een muziekje!
Als laatste komen wij aan bij de spiegels. Waarom zou je ze gebruiken. De meeste auto’s hebben dan ook hun zijspiegels ingeklapt en hun achteruitkijkspiegel op het plafond gericht. Als je naar rechts moet afslaan, doe je dat gewoon. Als je wegrijdt uit stilstand, doe je dat gewoon. Als je wil inhalen, doe je dat gewoon. Degene achter je kijkt namelijk, hopelijk, voor zich en reageert wel op wat jij doet. Dat is een beetje de gedachtegang. Het resultaat is echter dat wij van links naar rechts over de weg slingeren om al het verkeer te ontwijken wat maar doet en laat wat ze willen. Het lijkt soms wel een computerspelletje!
Roger heeft een filmpje op internet gevonden die al deze dingen perfect weergeeft. Het is een filmpje gemaakt door een Nederlands stel die ook op wereldreis is (http://www.landcruising.nl) en inmiddels in Zuid Amerika zitten. Je moet dit bekijken om te begrijpen waar wij het over hebben:
Als je eens een keer niks te doen hebt, moet je eens bij you tube 'Indian driving' intoetsen bij de video's. Ga lekker achterover zitten en kijk naar wat wij allemaal moeten meemaken!
Naast het rijden waren er ook een paar andere irritaties:
Privacy is iets waar ze in India ook nog nooit van gehoord hebben. Als wij ook maar 1 seconden langs de weg stil stonden, was het een kwestie van een halve minuut voor de eerste Indiër door je open raam wil hangen om even een kijkje te nemen. Oh wee als je per ongelijk de deur open laat staan. Ze vinden het dan de normaalste zaak ter wereld om, zonder iets te zeggen, in je auto te klimmen en overal aan te zitten. Onze gordijnen waren voor ons een uitkomst. Overal waar wij stopte deden wij onze gordijnen dicht. Niet dat het hielp, want als wij terug bij de auto kwamen stonden de afdrukken van handen en neusjes op alle ramen, maar het voelde wel prettiger.
Zo kunnen ze je ook ongegeneerd blijven aanstaren. Het is niet verkeerd bedoeld, maar ze vinden ons zo interessant dat ze gewoon niet weg kunnen kijken. Zelfs in gebieden waar veel toeristen komen blijf je jezelf een uitzonderlijk geval voelen. Dit hebben wij het ergst meegemaakt in Dharamsala, waar wij om de paar minuten gevraagd werden door een Indiër of hij een foto (snap) van ons mocht maken. Alsof wij filmsterren zijn of zo? Als wij dan nee zeiden, gingen ze stiekem van de andere kant van de weg alsnog foto’s van ons staan maken. Echt bizzar! Het toppunt was toen wij in Dharamsala zelfs geld kregen aangeboden als ze daarvoor een foto van ons mochten maken. Een Indiër die geld geeft is een unicum!
Als je voor het stoplicht wacht of bij een spoorovergang, staat er binnen twee tellen iemand naast je raam naar je te staren. Ook al staarde wij terug, zij bleven kijken. Soms rolde ik het raampje van de auto dan omlaag en vroeg of hij het nou wel gezien had en of hij misschien zo vriendelijk zou willen zijn om door te lopen (je staat namelijk regelmatig een minuut of tien op de trein te wachten), waarop je blijkbaar nog interessanter bent (it speaks!) en ze je nu met open mond aanstaren. Dan deed ik dus het gordijn maar weer dicht. Het ergste is nog dat als ik na een aantal minuten mijn gordijn naar achter trek, de kerels vaak nog steeds aan het raam blijken te staan! Onbegrijpelijk!
Als je een Indiër de prijs van iets vraagt, krijg je standaard het dubbele te horen. Alles en overal moet je afdingen. Ook zoiets dat twee keer leuk is, maar na een maand iets om hoofdpijn over te krijgen. Op een gegeven moment ben je gewoon leeg en kan je de energie niet meer opbrengen om de discussie aan te gaan. Het is niet onze aard en dus voelt het zeikerig. Het dubbele, kost namelijk in India nog geen drol, maar het gaat natuurlijk om de principe.
Ik weet nog toen wij hier een paar jaar geleden waren dat mijn vader een schildering op doek had gekocht, waarbij hij, zonder af te dingen, de prijs had betaald die de man benoemd had. Ik geloof dat het iets van tien euro was of zo. In elk geval geen (voor ons) fenomenaal bedrag voor een stuk handgemaakte kunst. Toen hij de verkoop had afgehandeld, pakte de man al zijn spullen in en vertrok. Onze gids vroeg gelijk aan mijn vader wat hij had betaald en toen hij dit vertelde schaterde onze gids het uit. "Nou", lachte hij, "je hebt die man net een maand salaris gegeven! Die zien wij hier de komende weken niet meer terug!" Tja, dan baal je een beetje. Wat in eerste instantie een goede koop leek, bleek achteraf behoorlijk afzetterij te zijn. Wij proberen dus tegenwoordig eerst te bedenken wat het ons waard zou zijn en gaan met die gedachten op pad. Regelmatig blijkt iets alsnog goedkoper, zodat wij uiteindelijk het gevoel hebben dat wij hun afzetten.
Het ergste voorbeeld van dit was in Manali. Manali is een toeristen oord voor zeer rijke Indiërs. Het ligt in de bergen en heeft zomers een prettige temperatuur. De meeste lokale toeristen die hier rond lopen hebben vele malen meer geld te spenderen dan wij. Het was bijna Mika’s verjaardag, dus waren wij op zoek naar een leuk kado-tje voor hem (3jr). Op straat stond een man kleine speelgoed parachuutjes te verkopen waarvan de lampjes in de lucht alle kleuren van de regenboog schitterde en knipperde. Al snel begrepen wij dat zo’n ding 10 cent koste want het was een hele hit. Elk kind wat langs liep eiste er een van zijn ouders en de man verkocht rijkelijk. Hierdoor konden wij keer op keer zien dat er tien cent voor zo’n gevalletje werd betaald. Na een tijdje stapte wij op de man af en vroeg hem om zo’n speeltje. Toen hij hem aan mij gaf (na opnieuw een demonstratie) duwde ik 10 cent in zijn hand en liep weg. Binnen een tel stond hij weer voor ons. ‘Het kost 1 euro’, zei hij. ‘Pardon?!" antwoordde ik de man en liep op een vrouw af die net zo’n ding voor haar zoontje had gekocht. "Wat heb jij betaald?" vroeg ik aan de vrouw waar de verkoper bij stond. Weet je wat ze zei?! "Weet ik niet meer". Ik schudde mijn hoofd in ongeloof. De vrouw aan wie ik het vroeg had namelijk een parelketting om en gouden ringen met diamanten zo groot als zo’n parachuutje erin. Ik keek hun allebei aan en vroeg "Why do you cheat me? How can you possibly think I have more money than she does?" Het antwoord van de man was simple: "Because you are white". Ik zal maar niet herhalen wat ik toen allemaal heb gezegd, maar aan het eind douwde ik zijn speeltje in zijn handen en liep weg. En weetje wat hij toen deed?! Dit gebeurd je alleen in India: Hij rende achter me aan en zei: "Okay, okay, 50 cents, special price voor you!".
Gelukkig bestaat er op alle overheidsproducten (eten, drinken, diesel) een maximum retail price (mrp) inclusief belasting en andere kosten. Deze mrp staat op alle producten geschreven en het is voor ons een uitkomst. Regelmatig hebben wij van de winkelier een hoger bedrag te horen gekregen, waarop wij het product omdraaide en de mrp aanwezen. "Oh, I thought it was ten rupees?!" waarna de winkeleigenaar zich met het schaamrood op de wangen verontschuldigt en zegt dat het de oude prijs was en hij zichzelf had vergist. Yeah right!
Maar goed, genoeg negatieve voorbeelden. De realiteit is namelijk dat dit land ongelofelijk veel te bieden heeft en wij hebben prachtige plekken in dit land ontdekt. En, als je het negatieve belicht, moet je ook altijd het positieve laten zien, dus dit is wat wij ook van de Indiërs vinden:
Ze lachen echt altijd.
Ze zijn absoluut vriendelijk (als het niet gaat om een of andere verkoop).
Ze moeten een toren hoge tolerantie hebben als ze het met hun eigen volk kunnen uithouden. Altijd als wij hulp nodig hadden, kregen wij deze ook altijd…gratis.
De mensen werken hier voor een habbekrats en zijn toch nog tevreden met wat ze hebben.
En als laatste, je kan ze volledig voor rot schelden, volledig uit je vel springen van boosheid en nog zullen ze altijd vriendelijk terug blijven en lachen.
Dus, zoals je ziet, allemaal niet zo verschrikkelijk, als je er maar regelmatig aan terug denkt. ;-)
Terug in India:
De keuze voor de grensovergang die wij hadden genomen werd door twee dingen bepaald. Wij hadden geen diesel meer om verder te rijden, dus moesten wij snel een tankstation in India vinden en ten tweede omdat wij vanaf deze grensovergang regelrecht naar beneden richting Varanasi konden rijden, onze eerste bestemming in India. Wij hadden van meerdere mensen gehoord dat Varanasi erg indrukwekkend was om te bezichtigen dus reden wij daar vanaf de grens in een dag naartoe.
Varanasi:
Varanasi is, zoals Kathmandu in Nepal, de heiligste Hindu plek om in India gecremeerd te worden. Het ligt aan de Ganges, de meest heilige rivier van India. Het is de droom van elke Hindu om hier, aan het water, gecremeerd te worden. Het resultaat is dat er vele oudere mensen in Varanasi wonen, wachtend op hun sterfdag. Het is relatief ook erg duur om gecremeerd te worden, dus zitten de ouderen langs de straten te bedelen om geld, zodat zij hun droom kunnen realiseren. Het kost 5000 rupees om aan de Ganges gecremeerd te worden, dat komt overeen met zo’n 80 euro. Een fenomenaal bedrag voor de meeste Indiërs. Er zijn vijf verschillende doden, die zo heilig zijn, dat ze niet gecremeerd worden, maar in plaats daarvan, met stenen naar de bodem van de Ganges worden verzonken. Deze vijf zijn: kleine kinderen, mensen die sterven aan het pokken virus, heiligen, mensen die gedood zijn door een cobrabeet en zwangere vrouwen. Niet een ontzettend frisse rivier dus.
Wij kwamen aan het eind van de dag aan en hadden het hotel waar wij wilde staan vrijwel gelijk gevonden. Wij hadden alweer de waypoints van een hotel die bekend staat om zijn grote parkeermogelijkheden voor overlanders (Hotel Surya: N25 20.342, E082 58.812). Toen wij de straat in reden werden wij door iedereen de goede kant op gewezen. Ze hadden duidelijk meer ervaring met overlanders! Wij boekte gelijk een zonsopgang boottocht op de Ganges voor de dag erna. Dit is het beste tijdstip om de rivier op te gaan omdat je dan de rituele ochtendbaden kan aanschouwen.
De volgende ochtend ging ons alarm om vier uur en zaten wij om half vijf in het busje richting de rivier. Toen wij in de boot stapte, begonnen ze net aan de oever met hun dagelijkse yoga lessen die daar gratis worden gegeven. Het was erg mooi om vanaf het bootje de zon op te zien komen en de hele oever van grijs naar kleur te zien veranderen. Alle mooie kleden van de vrouwen aan de kant maakte een vrolijke indruk.
Maar, dan heb je het baden… De Ganges is in een woord: smerig! De kleur is grijs bruin en er drijft kilo’s afval in, om maar niet te spreken over de stank. Daarbij kon ik niet het beeld van de verzonken lijken uit mijn hoofd halen. En toch stonden daar honderden gelovigen aan de oever hun dagelijkse bad te nemen, hun keel schoon te gorgelen en hun tanden te poetsen. Gatverdamme! Toen wij vroegen aan onze bootman of de mensen niet bang waren voor ziektes was zijn antwoord dat ze beschermt worden door de goden en dus niet ziek zullen worden. Wij hebben echter, later in India, een Nederlander ontmoet die de heldendaad had verricht om in de Ganges te zwemmen. Zijn bootman had hem gezegd dat de overkant (?!) schoon was. Dus ging hij lekker aan de overkant poedelen. Het resultaat was een hele scala aan huidaandoeningen die maanden zouden duren en vele crèmetjes nodig zou hebben om te genezen! Misschien geloofde hij niet genoeg?
Nadat de zon was opgekomen, was de boottocht voorbij en reden wij met het busje van het hotel langs twee verschillende tempels terug naar het hotel. Wij waren om negen uur terug, precies op tijd om wat te ontbijten. Die nacht was het bloed heet geweest en wij hadden peentjes gezweet in bed. Nu dat de zon was opgekomen was het alweer boven de dertig graden. Tijdens het ontbijt hebben wij kort overleg gehad over wat te doen, maar al snel was de beslissing genomen om verder te rijden. Wij waren maar heel kort in Varanasi geweest, maar wij hadden al het belangrijkste gezien waarvoor je hier komt. Daarbij wilde wij zo snel mogelijk de bergen weer in. Het was gewoon niet om uit te houden op het platte land.
Na het ontbijt vertrokken wij richting Agra.
Het is vrijwel onmogelijk om in India meer dan 300 kilometer per dag te rijden. De wegen zijn bagger, het verkeer is verschrikkelijk en je rijdt nooit harder dan zo’n 40km per uur. Dus haalde wij Agra niet in een dag en besloten op een grote tankstation te overnachten (Reliance, 30km voor Kanpur: N26 18.546, E080 28.645). Het was weer een tankstation met overnachtingsmogelijkheden voor vrachtwagen chauffeurs, dus was er een restaurant, een douche en parkeermogelijkheid genoeg. Wij gingen in het restaurant eten, maar Roger voelde zich niet zo goed, dus liet hij mij alleen eten terwijl hij ons bed in dook. Na het eten ging ik even bij hem kijken. Hij lag doorweekt van het zweet te slapen. Wij hadden nog wat medicatie van Carl, de Duitse arts, dus maakte ik Roger wakker en duwde het een en ander aan pilletjes in zijn mond. Daarna ging ik in het restaurant zitten met mijn computer om wat verhalen te schrijven. Toen ik naar bed ging, was Roger nog zieker; hij was al drie keer naar de wc gegaan en moest gelijk overgeven toen ik hem wakker maakte. De rest van de nacht ging niet veel anders en om de haverklap moest Roger weer op staan om naar de wc te gaan.
De volgende ochtend besloten wij maar een dagje op de parkeerplaats te blijven aangezien alle faciliteiten aanwezig waren. Ik nam weer plaats in het restaurant en Roger bleef in bed. Op een gegeven moment kwam hij binnen om naar de wc te gaan. Toen hij na vijf minuten nog niet was verschenen besloot ik een kijkje te nemen en liep naar de mannen wc. "Roger!" riep ik, waarna een zacht, zwak stemmetje antwoordde: "Ik zit hier en voel me niet zo lekker". Ik zei dat hij onmiddellijk de deur van het slot moest halen, anders kon ik hem niet helpen en toen de deur open zwaaide stond een lijkbleke Roger tegen de muur geleund. Hij keek me aan en kon nog net herhalen dat hij zich niet lekker voelde, toen zijn ogen naar achter rolde en hij in mijn armen flauw viel. Ik schreeuwde naar hem en sloeg hem in zijn gezicht, maar het mocht niet baten, Roger was volledig buiten westen. "Help me!!" schreeuwde ik door de badkamer en binnen enkele seconden stonden er vijf Indiërs, vanaf de badkamer deur, naar me te staren. "Help me!" schreeuwde ik weer, maar er gebeurde niks. Al snel werd ik bewust van waar ik was, India!! Ik begon de ene commando na de ander te roepen want de Indiërs verzinnen zelf niks, maar kunnen perfect je commando’s opvolgen. "Maak een doek nat! Help me hem tillen! Haal een cola! Zet de ventilator aan! Go, go, go! Snel, snel, snel! NUUUUU!!!!" Alle vijf kwamen ze in actie en deden hetgeen wat ze van mij moesten, maar ook geen millimeter meer, dat konden ze niet verzinnen. Inmiddels zat Roger op een stoel onder een ventilator met een natte doek om zijn hoofd, nippend aan een cola. Hij kwam langzaam bij. Weer duwde ik een hele arsenaal pillen, druppels en oplossingen naar binnen, maar Roger bleef lijkbleek. Hij zag er slecht uit en er zat niks anders op dan als een gek naar een doctor te rijden. De dichtstbijzijnde stad was dertig kilometer verderop. Ik zette Roger naast me in de auto, die gelijk in slaap viel, en stapte voor het eerst sinds Turkije achter het stuur. Op de een of andere manier zat het ons mee, want het verkeer was akelig rustig en zonder problemen bereikte wij binnen een uur de stad. Van een hotel kregen wij een routebeschrijving naar een ziekenhuis. Toen wij daar aankwamen zeiden wij allebei: no way! Het was een smerige, vieze bedoeling en overal lagen de zieken op de grond in de gang. "Where is the best hospital in the city?" vroeg ik aan een man. "I need a private hospital." Hij keek me een beetje verward aan en antwoordde: "This is it, madam, this is the best hospital we have. That’s why it’s so busy". Slik.
Bij gebrek aan beter, besloten wij maar te blijven. Helaas was de arts even op huisbezoek (er is er maar 1 voor het hele ziekenhuis!) dus moesten wij even wachten. Roger legde zich neer op de onderzoeksbank en was weer binnen een seconde vertrokken. Na een uur arriveerde de doctor en twintig minuten later stonden wij met een boodschappentas vol pilletjes buiten de deur. Malaria was getest en gelukkig negatief. Het was een duidelijk voorval van de bekende ‘Dehli belly’. Gewoon een vies beestje in zijn lichaam die verwijderd moest worden. Het consult koste een euro, de medicatie drie en de malaria test ook een euro. Daar zullen wij de verzekering maar niet mee lastig vallen.
Roger stopte de eerste lading pillen in zijn mond en voelde zich redelijk genoeg om de rest van de 200 kilometer naar Agra te rijden. Agra is namelijk een toeristische plaats en wij wisten dat daar hotels genoeg waren, die ook nog schoon genoeg zijn om te verblijven als je ziek bent. In de auto slapen was geen optie, daar was het veel te heet voor. Dus kroop ik weer achter het stuur, Roger viel weer in slaap en zo vervolgde wij onze tocht naar Agra.
Agra:
Een paar uur later reden wij het parkeerterrein op van het Mayur Tourist Complex. Wij zette de airco aan en Roger dook gelijk het bed in. De volgende dag kreeg ik ook diarree, pakte een Loperamide en bleef dus ook maar in bed. Vijf dagen later kwamen wij voor het eerst weer buiten. Roger’s kuur was voorbij en hij voelde zich weer kip lekker. Wat het geweest kan zijn weten wij niet, maar ons vermoeden gaat uit naar de rivier waar wij met de olifant in gezwommen hebben. Maar ja, zeker weet je het nooit.
Agra is de stad waar de wereld beroemde Taj Mahal te zien is. Daar moet je natuurlijk geweest zijn. De beste tijd om de Taj Mahal te bezichtigen is bij zonsopgang of ondergang. Wij besloten te kiezen voor de zonsopgang en stonden om zes uur voor de poort. Het fijne van deze tijd is dat het heerlijk rustig is. Het enige nadeel van die dag was de bewolking. Hierdoor konden wij niet de zon zien op komen op de Taj, wat prachtig schijnt te zijn. Net voordat wij wilde vertrekken kwam de zon even door de wolken en heb ik toch nog wat mooie foto’s kunnen maken van de weerkaatsing van het licht op al dat witte marmer. De Taj Mahal is een indrukwekkend gebouw, omdat het zo immens groot is. Het heeft de uitstraling van een moskee. Waren wij alleen naar India gevlogen, hadden wij het waarschijnlijk nog mooier gevonden, maar omdat wij door het Midden Oosten waren gekomen, konden wij het niet laten om het met andere moskeen te vergelijken. Het is een prachtig stuk vakmanschap, maar een entreeprijs van tien euro vonden wij wat overdreven.
Varanasi en Agra waren onze doelen langs de weg naar het noorden en toen wij de Taj Mahal hadden gezien wilde wij niks liever dan zo snel mogelijk weer naar de Himalaya. De eerste dag vertrokken wij pas laat op de dag en sliepen een nacht bij een hotel ten noorden van Dehli (Ethnic Indian Tourist Complex: N28 55.906, E077 05.879). De volgende dag reden wij via Chandigar (waar we even kort hebben gekeken) naar Shimla.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
2 opmerkingen:
Leuk om jullie verhalen te lezen en om te zien dat wij dus niet de enige zijn die gek worden van de Indiers. Wij reizen met een Daf truck al een paar jaar door de wereld en genieten nog elke dag. Na India wordt het verkeer en de mensen weer beter en kun je weer genieten van het rijden op goede wegen. Groetjes vanuit Maleisie Ad en Susan van Grootel. www.diversontheroad.com
ieieieieieie!!
Eng verhaal!
Niet meer ziek worden hoor! Grtz marjon
Een reactie posten