NEPAL 4: Naragkot, Chitwan NP, Lumbini, Grens India


Grotere kaart weergeven
Nepal 4 = groene route


Naragkot:
Naragkot is een dorp boven op een berg 30 kilometer buiten Kathmandu. Het zou zo moeten zijn dat je vanaf de berg een prachtig uitzicht hebt op de Himalaya, met in de verre verte, Everest. Tijdens ons verblijf hebben wij elke dag gedubd om de Everest Basecamp trek te gaan lopen, al is het maar om Everest te zien. Het probleem is dat (als je niet vliegt, wat wij niet wilde doen) de trek drie tot vier weken zou duren en dat was ons te veel. Verder zou twee van die weken door de trans-himalaya zijn en inmiddels was het daar bloedje heet, dus ook geen pretje. Uiteindelijk hebben wij het niet gedaan met de gedachte ooit naar Tibet te gaan en vanuit daar naar basecamp aan de Chinese kant te lopen (duurt maar 4 dagen!). Het schijnt ook zo te zijn dat Everest vanuit Tibet veel beter te zien is.
Nou, dan maar naar Naragkot om het in de verte te zien…had je gedacht! Die dag begon de monsoen! Niet te geloven. Niet alleen zagen wij Everest niet, wij zagen geen hand voor ogen! (zie foto’s). Wij hebben de auto aan de rand van de berg gezet met uitzicht op de vallei, maar wij hebben niks anders gezien dan dichte mist (N27º40.051, E085º31.333). Het enige plus puntje was dat wij inmiddels zo hoog zaten (2063m) dat wij eindelijk weer eens heerlijk onder de deken konden kruipen. De temperatuur was zeker 15 graden koeler dan in het dal.

Na een heerlijk frisse nacht was het voor ons tijd om richting India te rijden. Wij hebben nog even getwijfeld om naar The Last Resort te gaan, tegen de Tibetaanse grens aan, maar met dit weer was dat niet meer de moeite waard. Wij reden terug langs Kathmandu en namen toen de oude snelweg, Tribhuvan Highway, richting het zuiden. Er is inmiddels een snellere route gemaakt, waardoor deze snelweg heerlijk rustig is om te rijden. Het was fantastisch! Halverwege de dag kwamen wij zo’n geweldig wild plekje tegen dat wij besloten voor de nacht te blijven (N27º36.797, E085º05.500). Dan maar de volgende dag verder.

Chitwan National Park:
De volgende dag reden wij de Trans-Himalaya uit terug de Terai in en gelijk hadden wij spijt. Het was bloed en bloed heet! Het zweet liep ons langs het lijf en het liefst waren wij terug de bergen in gereden, maar ja, dan kom je niet ver. Onze bestemming voor die dag was Sauraha, een dorp op de grens van het Chitwan National Park. Deze keer hadden wij de tijd en wilde wij toch erg graag een wild park in op een olifant. Wij kwamen terecht bij het Chitwan Resthouse (N27º34.876, E084º29.653) waar wij voor een euro in de tuin mochten staan. Gelijk regelde wij bij aankomst de olifant voor de volgende dag (dat hadden wij van de vorige keer wel geleerd) en gingen een kijkje in het rustig dorpje nemen. We vonden een leuk restaurant aan de rivier (KC’s) waar ik kip saté met pindasaus heb gehad, heerlijk! Ook hier kon je een patatje oorlog bestellen (hebben wij de dag erna gedaan).

Het was ’s ochtends vroeg opstaan want onze olifant vertrok om zes uur. Wij liepen naar de plek waar de olifanten verzamelde en zagen dat er al een paar leuke exemplaren bij stonden. Zoals je altijd doet, waren wij aan het gissen welke de onze zou zijn. Ik koos een klein vrouwtje en Roger een wat grotere heer. Wij stonden hier nog over te discussiëren toen onze hoteleigenaar zei: “Oh, daar komt die van jullie”. Wij draaide ons beide langzaam om en daar achter ons stond de grootste mannetjes olifant die ik ooit heb gezien! Ik schrok me te pletter en stond gelijk op mijn benen te trillen. “Die?! Nou dat weet ik nog niet zo hoor!” zei ik tegen de man die al stond te lachen. Hij had de blik op onze gezichten al gezien. Het was echt een joekel van een olifant en torende hoog boven de andere olifanten uit. Wij hadden niet veel tijd om erover na te denken en moesten via een trap in de stellage op zijn rug klimmen. De ‘bestuurder’ van de olifant had een stok bij zich om de elektriciteitsdraden omhoog te houden als wij eronderdoor liepen! Heb je inmiddels al een idee over hoe immens dit beest was?
Net voordat wij het park in gingen stapte nog twee mensen bij ons in/op en gingen wij met z’n vieren op pad.
De voornaamste reden dat wij naar dit park waren gekomen was om een Aziatische een-hoornige neushoorn te zien (die in Afrika hebben twee hoorns). Uiteraard zou het ook niet tegenvallen als wij daarbij weer een tijger zouden spoten. Na een half uur door het oerwoud te hebben gelopen kwamen wij uit bij een tra (=open stuk in het bos; lang leven de Zweedse puzzels, bedankt mam!) met in het midden een poeltje en daar zaten ze dan. In het water lagen drie neushoorns te relaxen! Omdat wij met een olifant waren konden wij heel dichtbij komen om ze te zien. Echt super gaaf! De rest van de tocht was erg leuk, maar helaas zou het zien van dieren hierbij blijven. Gelukkig hadden wij in elk geval gezien waar wij voor gekomen waren.
Bij de uitgang van het park stapte de andere twee weer af en wij moesten weer het hele stuk door het dorp naar de opstapplek lopen. Toen wij er bijna waren, draaide de eigenaar van de olifant zich om en vroeg of wij het leuk vonden om mee te gaan naar de rivier waar de olifant gewassen zou worden. “Graag!” riepen wij in koor, daar hoefde wij geen seconde over na te denken. Hij nam een zijstraatje naar een weiland waar hij de olifant ontdeed van de zitting en teugels en gebaarde dat ik terug op de olifant moest klimmen, nu wel op zijn blote rug. Ik klauterde naar boven in de veronderstelling dat hij bij mij op de olifant zou klimmen, maar in plaats daarvan riep hij een commando waarop de olifant ging staan! Ik gilde het uit. Zat ik daar zonder ook maar iets om me vast te houden bovenop een joekel van een olifant. “Je komt toch zeker bij me zitten?” stammelde ik tegen de man. “Nee hoor, ’t gaat toch goed zo?” “Nou, dat is discutabel! Ik heb liever dat je erbij zit.” Hij begreep niet waar ik moeilijk over deed, maar gaf toch gehoor aan de paniek in mijn stem, pakte de beide oren van de olifant vast en liep zo via zijn slurf, over zijn hoofd naar zijn rug.
Wij liepen door het dorp naar de rivier toe. Wat een geweldig gevoel! Ik had natuurlijk weer praatjes, nu dat ik niet alleen zat. We daalde de rivier in en toen begon de pret. Voordat ik in de gaten had wat me overkwam kreeg ik me toch een partij water tegen mijn kop gesmeten! De olifant had zijn slurf met water gevuld en (voor mijn gevoel) twintig liter water tegen mijn hoofd gespoten. Hij had er behoorlijk veel plezier in volgens mij want hij spoot me links en rechts van boven tot onder nat! Toen ik doorweekt was kreeg de olifant van zijn baas een commando waarbij hij zich prompt door zijn benen liet zaken en op zijn zij viel. Ik werd gelanceerd en kwam enkele meters verderop in de rivier terecht!
Het water stroomde hard en voordat ik het wist was ik stroomafwaarts gesleept. Met al mijn kracht zwom ik terug en klom weer bovenop de olifant. Opnieuw stond hij op en het hele spektakel begon van voor af aan. Na een tijdje was Roger aan de beurt en wij ruilde van plek. Wat was dit gaaf om mee te maken! Nadat wij kletsnat op de oever gingen zitten werd de olifant van top tot teen met een steen gescrubt door zijn baas en dat vond hij heerlijk.

De rest van de dag hebben wat door het dorpje gelopen en een patatje oorlog gegeten. Wij kwamen aan bij een winkeltje die opgezet is door een Nederlandse vrouw en waarvan alle kunstobjecten door lokale vrouwen worden gemaakt (Monalisa Child Welfare). De vrouw had meerdere projecten in de Terai lopen waaronder een lagere school. Wij hadden van een aantal bedrijven waar Roger mee werkt in Nederland zakken vol met pennen gekregen die wij door Azië wilde uitdelen. Wij hadden van een eerdere reis gemerkt dat de kinderen gek op pennen zijn. Helaas, toen wij in Nepal aankwamen, werd het ons afgeraden om pennen aan kinderen te geven die erom vroegen (en dat doen ze allemaal!) omdat je dan een vorm van bedelen zou aanmoedigen. Wij hoorde ook dat de kinderen de pennen vervolgens naar een winkel brachten om ze te verkopen zodat ze in plaats van een pen, geld hadden. Wij besloten alleen nog maar dingen uit te delen aan kinderen die nergens om vroegen en die duidelijk gelukkig waren met de pen die ze kregen. Verder hebben wij ook bellenblaas flesjes bij ons, knikkers, stickers en ballonnen. Kleinigheidjes waar je als kind erg blij mee bent. In elk geval, onze keuze om alleen uit te delen aan kinderen die nergens om vroegen, bleek lastiger dan gedacht.
Alle kinderen bedelen hier wel om het een of het ander. De meeste vroegen om snoep, chocola, een pen of geld en dan in een ademhaling met hallo: “Namastee! Sweet?” of “Namastee! Chocolate?”. Als men Namaste zegt (=ik groet de god in jou) dan houd jij je handen, met de palmen tegen elkaar aan, voor je borst, zoals je Japaners in een film ziet doen, maar dan zonder te buigen. Deze kindjes hielden hun handen bij elkaar voor Namaste en vervolgens zakte de handjes wat en opende ze met de palmen naar boven om het gevraagde goed te ontvangen; “chocolate?” Het was dus knap moeilijk om van al onze spulletjes af te komen!
Toen kwamen wij aan bij deze Nederlandse vrouw (ze was er zelf niet die dag omdat ze twee weken eerder was aangevallen door een luipaard op straat en naar het ziekenhuis moest!) en besloten wij de helft van onze pennen (genoeg zodat elk kind twee pennen had) te donneren aan het schooltje en een kunstwerk te kopen om de locale vrouwen te steunen. Wij hebben nog getwijfeld om een gezin een buffel, een geit of een waterput te schenken (respectievelijk maar 30, 15 of 50 euro) maar daar is het niet meer van gekomen. Misschien iets voor in de toekomst. Ik vind het dan wel leuk om te zien waar het terecht komt, en dat was, vanwege de toestand van de vrouw, nu niet mogelijk.

Aan het eind van de middag kwamen wij weer aan bij ons guesthouse en de eigenaar stelde voor dat wij naar het olifanten broed centrum gingen wat een paar kilometer buiten het dorp lag. Hij vertelde dat het de enige broedcentrum voor tamme olifanten in Nepal en India is en dat de diertjes ’s middags goed actief waren. Wij vonden het een goed idee, huurde twee wrakken van fietsen voor een euro en gingen op pad naar het centrum. Eenmaal daar aangekomen zagen wij gelijk dat de eigenaar niet had gelogen. Alle moeders zaten met een ketting vast aan een paal, maar de kleintjes mochten vrij rondlopen. Wat waren ze schattig! Er zat een kleintje bij die nog maar net 9 dagen oud was. Op een gegeven moment stonden wij naar twee kleintjes te kijken die met elkaar aan het stoeien waren, toen een van de kleintjes zich omdraaide en in een rotvaart op ons af rende. Hij beukte Roger keer op keer en wilde duidelijk wel even met hem stoeien. Wat was dat leuk om te zien! Hij was helemaal dolgedraaid en maakte keer op keer schijn aanvallen naar Roger toe. Zo klein dat hij was (3 maanden), je hield hem echt niet tegen! Dit vond Roger natuurlijk geweldig en wij bleven tot sluitingstijd in het centrum. Na een tijdje werd hij moe en ging bij zijn moeder drinken. Erg aandoenlijk allemaal.
Om zeven uur sloot het centrum en wij liepen richting het hek. Op weg daar naartoe begonnen opeens alle vouwtjes olifanten druk te snuiven en toeteren. We keken wat er aan de hand was en zagen aan het hek van het centrum een joekel van een wilde mannetjes olifant staan, die uit het park was gekomen, waarschijnlijk op de geur van de vrouwtjes af. De musk liep langs zijn wangen omlaag, een teken dat hij ontzettend gevaarlijk kon zijn. Gelijk werd het kamp gesloten en kwamen alle trainers naar buiten. Wij waren nog maar alleen in het centrum, samen met een Israëlische jongen. Roger en ik begrepen gelijk het gevaar en gingen in de buurt van beschutting staan, maar die Israëlische jongen had duidelijk niet veel koek van dieren gegeten want hij wandelde naar het hek, deed deze open en liep naar buiten! Iedereen keek uit ongeloof geschokt naar de jongen en wij begonnen allemaal tegelijkertijd naar hem te roepen dat hij terug moest komen. Hij trok zich echter nergens wat van aan en wandelde rustig verder richting het dorp. Al snel had de mannetjes olifant de jongen in de gaten, blies naar hem en wapperde met zijn oren om hem aan te geven niet dichterbij te komen. De jongen liep zo in dromenland dat hij ook dit niet registreerde. Inmiddels stonden alle trainers van het centrum aan het hek te gillen naar de jongen om terug te komen en hadden de trainers stokken en stenen verzameld om naar de olifant te gooien, mocht hij aanvallen. Het duurde ongeveer twee minuten en toen was het geduld van de olifant op. In een rot vaart begon hij op de jongen af te rennen, die inmiddels, Godzijdank, een fractie in de gaten had hoe serieus de situatie was. Hij draaide zich terug naar het centrum en liep op een dooie gemak terug naar het hek. Eenmaal bij het hek aangekomen sleurde een aantal trainers hem aan zijn shirt naar binnen terwijl de andere stenen naar de olifant gooide en het hek dicht trokken. Het scheelde maar een haar! Als hij niet was omgedraaid had de olifant hem zeker doodgetrapt. Nog begreep de jongen niet waar iedereen zich zo druk over maakte!
Na een half uur gaf de olifant het op en verdween weer terug het bos in waarna wij eindelijk weer naar huis konden fietsen.

De volgende dag reden wij dan eindelijk naar de grens tussen Nepal en India. Onderweg maakte wij een uitstapje naar Lumbini, de geboorteplaats van Buddha, maar hier waren wij niet zo van onder de indruk. Wij sliepen die nacht in het grensstadje Bhairawa, die, zoals elk grensstadje, een plek is waar je niet al te lang wil blijven hangen. Onze slaapplaats daar was zo verschrikkelijk dat ik hem niet eens ga benoemen. Ik hoop dat wie er komt iets leukers vindt.
De volgende dag gingen wij de grens over naar India. Het was weer een aangename grensovergang die erg snel en soepel verliep. Zo relaxed zelfs, dat als wij zelf niet waren gestopt, wij zonder stempels India in hadden kunnen rijden. Ook hier was het Carnet weer iets bijzonders, waardoor ik zelf de helft van de informatie heb ingevuld in hun boeken.
Op 12 juni gingen wij de grens over naar India.

2 opmerkingen:

Unknown zei

Hey mensen,

Wederom een prachtig verhaal! De kindjes hebben genoten van de foto's op de olifant en natuurlijk als favoriet de foto's waarop jullie in het water zijn beland. Én de foto waar Roger met de baby olifant aan het judoën is: dee Roger is sterk!
Het liefst kwamen ze naar jullie toe, want ze zouden ht best wel allemaal in het echt willen zien. De olifantrit vonden ze echter toch wat te ver gaan voor zichzelf (is natuurlijk ook geen kameel).
Fijne voortzetting en tot gauw!

Kus, Shirley

Anoniem zei

wij hebben in thailand ook een half uurtje met z'n 2tjes op een olifant gezeten, maar dit klinkt helemaal geweldig! en maar goed dat jullie geen getuige zijn geweest van een olifantenmoord (maar dan op een mens)...... Ik ga weer even verder lezen! XX Marjon