PAKISTAN 1: Dalbandin, Quetta, Sukkur, Multan, Lahore, Grens India


View Larger Map


De grensovergang:
De grens tussen Iran en Pakistan was een eitje. Weer werden wij door iedereen voorgelaten en als eerste geholpen. De hoogste officieren voelde het hun plicht om ons persoonlijk te helpen en zo was alles snel geregeld. Net toen wij alles klaar hadden aan de kant van Iran, kwam er een overlander vanuit Pakistan de Iraanse grens in rijden. Het was een Nederlands gezin met twee basisschool kinderen en een hond. Ze waren een jaar aan het reizen en waren nu op de terugweg naar Nederland. Ze hadden een maand in Pakistan doorgebracht en spraken vol lof over het land. Wij wisselde wat tips uit en vervolgde toen onze weg naar Pakistan. Hier was alles een beetje chaotischer, maar alweer werden wij als vips behandeld en door iedereen thee aangeboden. Na drie kopjes miere zoete melkthee waarbij je tanden spontaan uitvallen, waren wij op weg naar Quetta.

Baluchistan Pakistan:
Heel automatisch, alsof je niks anders gewend bent, word je op een bepaalde manier van de grens afgeleid dat je zonder erover na te denken al aan de linker kant rijdt. Als je eenmaal van het grensstadje de weg naar Quetta vervolgd wordt deze zó smal dat het net een eenbaansweg lijkt. Je moet dan niet vergeten om naar links uit te wijken als je een tegenligger tegemoet komt en naar rechts om iemand in te halen. De gouden regel is: schuif voor alles. Het voornaamste dat je hier op de weg tegenkomt zijn immers vrachtwagens en vrachtwagens schuiven nooit! Daar kwamen wij erg snel achter en door het vele malen uitwijken en de zeer slechte kwaliteit van de weg, werd ons al snel duidelijk dat wij die dag nooit Quetta zouden kunnen bereiken.

Dalbandin:
Om twee uur kwamen wij aan in het dorpje Dalbandin dat midden tussen de grens en Quetta ligt. Wij wisten dat je hier bij het politiebureau mocht aankloppen om beveiligd te overnachten. Het werd ons afgeraden om na drie uur nog op de weg te zijn, dus besloten wij voor de nacht te blijven. Helaas was de parkeerplaats van de politie vol, maar wij mochten de auto bij hun voor de deur zetten en ze zouden erop letten (N28º53.274, E064º24.366).
Roger leegde twee van onze drie jerrycans met Iraanse diesel in de tank en ging toen het politiebureau in om zijn handen te wassen. Toen hij over de binnenplaats liep kwam hij langs de gevangenis, die zich in het politiebureau bevond. De celdeur van de gevangenis stond open en Roger kon tientallen gevangenen in de cel zien zitten toen hij langs liep! Het kleine hokje zat vol. Uiteindelijk waren wij wel blij dat we buiten stonden! De hele middag zagen wij mensen af en aan lopen met eten en spulletjes die ze bij de poort afleverde. Later begrepen wij dat dit familieleden van de gevangenen waren, die hun extraatjes kwamen brengen.
Wij hadden gehoopt dat er misschien andere overlanders zouden zijn (het is een bekende stop voor overlanders) maar helaas bleek dat niet het geval. Die avond heb ik boerenkool met worst gemaakt (bedankt mam!). Wij hebben hier extreem van genoten, eindelijk weer eens lekkere Hollandse kost. Net toen wij naar bed wilde gaan (er was weinig anders te doen) stopte er een auto naast die van ons. Wij keken uit het raam en zagen… een overlander!
Gelijk sprongen wij uit de auto om kennis te maken. Het waren drie Duitse jongens die na hun studie in Australië bedacht hadden om naar huis te rijden met een 40 jaar oude Landrover, een voorloper van de huidige Defender (http://www.outbacktoasia.com). Toen ze hem moesten taxeren voor het carnet, had de man van de Australische ANWB gezegd dat hij hem moeilijk kon taxeren omdat het bakbeest niks meer waard was, maar omdat er nog vier banden onder zat en de benzine dop nog aanwezig was, heeft hij er 200 Australische dollars van gemaakt! Omdat het maar arme studenten waren moesten ze met z’n drieën in de auto slapen; twee met hun voeten bij de achterdeur, een met zijn voeten bij het voorraam! Het was allemaal erg komisch om aan te horen.
Super enthousiast vertelde ze ons over hun reis en gelijk waren wij blij dat wij hun hadden getroffen. Zij waren twee maanden in Pakistan geweest (zagen er ook inmiddels uit als Pakistaners, zie de foto’s!) en vonden het land fantastisch. Ze zeiden dat het de aardigste mensen waren die ze ooit hadden ontmoet, waarop wij gelijk antwoordde; wacht maar, je bent nog niet in Iran geweest. Het was precies wat wij nodig hadden. Wij voelde nog steeds een zekere huivering over het land, maar deze jongens overtuigde ons van het tegenovergestelde. Na uren gekletst te hebben gingen wij gerustgesteld slapen.
De volgende ochtend wisselde wij nog onze sites en waypoints uit en was het tijd om afscheid te nemen. Zij gingen verder richting Iran en wij wilde toch ècht Quetta halen die dag.

De rit van Iran naar Quetta vonden wij erg mooi, maar de weg zelf was in vele plekken gruwelijk! Hele stukken waren weg, er zaten grote gaten in en af en toe was het een grote modderpoel. Het was een vermoeiende dag en door de staat van de weg heeft het ons de hele dag gekost om de 300 kilometer van Dalbandin naar Quetta te rijden. Net voordat wij Quetta bereikte werden wij gestopt door een politieauto die ons wilde begeleiden. We stemde in en zij reden, alweer met een slakke tempo, voor ons uit. Na twee kilometer stopte de auto langs de weg en wenkte de politieman naar ons dat wij zelf weer verder mochten rijden?! Nou, lekkere begeleiding!

Quetta:
Toen wij in Quetta aankwamen was het autoloze zondag (voor hun dus vrijdag)! Wij dachten dat wij de stad niet in zouden mogen, maar wij werden door de versperring heen gelaten en mochten verder rijden. Een perfecte manier om Quetta voor het eerst in te moeten! Zonder een enkel obstakel reden wij recht op het hotel af (Bloomstar Hotel, N30°11.358, E067°00.293). Binnen een half uur waren wij regelrecht het centrum in gereden. Dat zou de volgende keer, toen wij Quetta uit moesten, wel anders zijn!
Het Bloomstar Hotel staat onder de overlanders bekend als dè overnachtingsplek in Quetta. Wij hadden dit adres van iedereen gekregen die hier langs was geweest en inderdaad er stonden nog twee overlanders toen wij aan kwamen. Weliswaar motoren, maar toch, overlanders. Het waren een koppel, en een man alleen, uit Australië die, apart van elkaar, op weg naar Europa waren. Ze hadden elkaar in Pakistan getroffen en hadden besloten een tijdje samen te rijden. Wij spraken af om die avond samen te eten. Zij waren van plan om de volgende dag naar Dalbandin te rijden. Tijdens het eten zaten wij met onze gidsen bij elkaar om tips uit te wisselen van mooie plekjes en prachtige routes om te rijden. Ook zij waren een maand in Pakistan geweest en vonden het land geweldig. Inmiddels hadden wij al zoveel positieve verhalen gehoord, dat wij overtuigd waren dat het prima zou zijn om door Pakistan te rijden. Inmiddels vonden wij het helemaal niet meer eng om hier te zijn.

De nieuwe radiator 2:
Alweer was het tijd om op zoek te gaan naar een Toyota garage en vonden deze in dezelfde wijk als het hotel. Wij hadden het gevoel dat wij nergens anders mee bezig waren dan onderhoud aan de auto (nieuwe radiator, banden wisselen en nieuwe stuurstang koppeling(!), olie wisselen, problemen met radiator, gasflessen) en wij waren het spuugzat. Wij hoopte dat het hiermee klaar zou zijn en dat wij eindelijk gewoon met rijden zelf bezig konden zijn. In alle eerlijkheid hebben wij, afgezien van de radiator, nergens problemen mee gehad, maar omdat er zoveel tijd in gaat zitten, voelt dat wel degelijk anders.
Wij reden naar de Toyota dealer en toen wij daar naar een nieuwe radiator informeerde, vroegen ze er 400 euro voor. Dit is een normale prijs voor een radiator, maar wij hadden gedacht dat deze in Pakistan een stuk goedkoper zou zijn. Helaas.
Van de tourist information, waar wij waren gaan vragen naar de locatie van de Toyota garage, hadden wij ook een ander adres gekregen die bekend stond om zijn originele Toyota onderdelen. Wij besloten eerst hier maar eens langs te gaan om te kijken of hij iets goedkoper was in zijn offerte. Dit bedrijf lag in dezelfde straat als de Toyota garage en wij stonden binnen enkele minuten bij het bedrijf in de winkel. Een nieuwe radiator was ook hier 400 euro, maar deze had hij niet in voorraad, dus daar schoten wij niks mee op. Wij konden een imitatie radiator kopen voor 200 euro (made in Pakistan) of een tweedehands originele Toyota radiator voor 70 euro. De eigenaar wist alleen niet of hij deze in voorraad had, dus werd een radiatorspecialist eropuit gestuurd om dat te gaan bekijken. Het duurde een uur, waarin de eigenaar van het bedrijf zich uitgebreid ging wassen, bidden, eten en ons probeerde te overtuigen dat het Islam het enige echte geloof is, totdat de man terug was van zijn zoektocht. Helaas, geen tweedehands radiator. De radiatorspecialist was echter niet overtuigt dat de radiator die wij hadden slecht was en samen met Roger heeft hij alles nagelopen. Al snel werd duidelijk dat deze man er verstand van had. Zonder een woord engels konden Roger en de man elkaar toch goed begrijpen en langzaam maar zeker werd elk onderdeeltje besproken en bekeken. Zijn conclusie: met de radiator is niks mis. Sterker nog, hij zag er perfect uit en was van goede kwaliteit. Veel beter dan de namaak Pakistaan-made radiatoren, dus dat rade hij ons sterk af. Gelukkig, dachten wij, maar het loste natuurlijk niks op.
Na nog een kopje thee en veel gepeins kwam de man met zijn ‘diagnose’; het kon nog maar aan een ding liggen en dat was de visco-koppeling. Dit is de koppeling tussen de ventilator en de motor die de ventilator wel of niet laat draaien, afhankelijk van de temperatuur van de motor. Als deze koppeling versleten is, slipt deze, waardoor de ventilator niet voldoende draait om de radiator af te koelen en dus raakt de motor oververhit. (Waar een sleutelcursus niet allemaal goed voor kan zijn! Ik lijk wel een volwaardig monteur!…Laat ik eerlijk zijn, Roger zit dit allemaal naast mij voor te kauwen. Hij heeft het al drie keer moeten herhalen. Het enige wat ik nog weet van de sleutelcursus is hoe hard meiden eigenlijk kunnen gillen als je met ze off-road rijdt.) De man wilde onze visco-koppeling vastlassen met als gevolg dat de ventilator continu het toerental van de motor zou draaien. Omdat wij niet wisten of dit wel werkelijk het probleem was, stemde wij daar niet mee in uit angst ook nog onze visco-koppeling te vernaggelen en vroegen of er een andere oplossing was. Hij stelde voor om te kijken of hij ergens een tweedehands visco-koppeling had liggen en deze vast te lassen, zodat wij onze koppeling konden bewaren, mocht het probleem er niet mee zijn opgelost. Na weer een half uur wachten kwam de man terug met een originele visco-koppeling die hij met een rubberen ring had vastgezet. Als je de rubberen ring er ooit uit haalt heb je weer een visco-koppeling zo goed als nieuw. Onze oude koppeling werd in een doosje in de auto opgeborgen en wij konden weer terug naar het Hotel. Het had ons 10 euro gekost! Om een lang verhaal eindelijk af te sluiten: probleem verholpen! Hierna hebben wij, gelukkig, nooit meer problemen gehad met de temperatuur van de motor (even afkloppen).
In de VAE en Oman hebben Landcruisers geen visco-koppeling omdat het er zo warm wordt dat de ventilator altijd moet draaien om de motor voldoende te koelen en een onderdeel zoals de visco-koppeling alleen maar problemen kan veroorzaken. Hierdoor is er nooit bij Dolfin Radiators gedacht dat onze oude radiator kon zijn gesprongen door oververhitting wegens een versleten visco-koppeling. Wij konden het hun dus ook niet kwalijk nemen dat ze hier niet naar gekeken hadden. Nu hadden wij dus een goed werkende nieuwe radiator voor 100… en 10 euro! Zeker een prikkie maar volgende keer liever zonder de kopzorgen.

Van Quetta naar Lahore:
Inmiddels hadden wij de Lonely Planet van Nepal opengeslagen en gezien dat het seizoen om in de Himalaya te trekken in juni eindigt, vanwege het regenseizoen die dan begint. Wij wilde erg graag een trek lopen in de bergen, maar om dit nog voor het regenseizoen te realiseren zou het betekenen dat wij in een rotvaart door Pakistan en India zouden moeten rijden. Wij hebben heel even getwijfeld, want wij wilde ook erg graag de Karakorum Highway (KKH) zien, maar besloten toen om toch voor Nepal te kiezen. Wij konden altijd nog terug komen naar Pakistan om de KKH een keer te rijden en nu met alle onrust was het misschien ook niet zo verstandig. Om zo snel mogelijk in Nepal te komen zijn wij vanuit Quetta in drie dagen naar India gereden. Hier is dus ook niet zoveel over te vertellen omdat wij niks anders hebben gedaan dan in de auto gezeten en tot drie a vier uur gereden. Per dag konden wij niet meer dan zo’n 300 kilometer afleggen, waar wij de hele dag over deden! Dit vanwege het feit dat je alles op de snelweg tegenkomt: kippen, koeien, kamelen, schapen, geiten, buffels, fietsers, voetgangers, riksha’s, vrachtwagens, auto’s en ezels; waardoor je een maximum snelheid hebt van 50 kilometer per uur. De hele dag was Roger met niks anders bezig dan dingen-mensen-dieren te ontwijken en ’s avonds was hij dus ook bekaf.

Om van Quetta naar Lahore te rijden word je aangeraden om ten zuiden van de bergen te rijden omdat het noordelijk gebied met Afghanistan grenst en niet zo veilig zou zijn. Wij hebben dus ook deze route gevolgd en hebben de eerste nacht in Sukkar geslapen (Decent Lodge: N27º41.957, E068º50.798), de twee de nacht in Multan (Regent Villa Guesthouse: N30º11.759, E071º26.867). De derde dag waren wij de grens over naar India.
Dit gebied van Pakistan was een echte tegenvaller. Niet alleen was het oer saai, maar wij hadden ook heel iets anders van Pakistan verwacht. Als je foto’s van Pakistan ziet, zijn er altijd prachtige bergroutes te zien en de indrukwekkende Himalaya’s. Al snel kwamen wij erachter dat je daarvoor naar de KKH moet! De route die wij hebben gereden ging over de vlaktes waar het land voornamelijk bestaat uit boerenland. Wij hebben regelmatig het gevoel gehad dat wij langs de akkers in Nederland aan het rijden waren. Het enige verschil is het soort gewas dat ze hier telen en de temperatuur van de buitenlucht, die inmiddels goed op aan het lopen was.
De overnachtingen waren spotgoedkoop en wij betaalde nooit meer dan 1 of 2 euro om beveiligd bij het hotel te mogen staan. Ik Sukkar lag het hotel naast een KFC waar wij gretig gebruik van hebben gemaakt. Het enige verschil met een KFC in Nederland was de bewaking die bij elke deur stond met een joekel van een geweer om zijn schouder geslagen. Wij waren gelijk weer bewust van het land waarin wij ons bevonden. In Multan habben wij in het hotel gegeten en ook dit koste geen drol.

Wij hebben ons nergens onveilig gevoeld (behalve in de KFC’s dan, grappig hoe beveiliging averechts kan werken) en hebben helemaal niks gemerkt van de problemen die zich in het land voordoen. Elke dag kochten wij een krant om te lezen hoe de stand van zaken was, maar deze stond eerder vol met nutteloze informatie zoals een koe die gestolen was of een bakker die dicht ging. De mensen zijn gewoon hun dagelijkse ding aan het doen en je merkt maar weinig van alle koppen die jullie in Nederland in de krant zien staan. Je vergeet in Nederland dat het land gewoon doorgaat met leven. Misschien gaat er een bom in Islamabad af, maar daar heeft de boer van Sukkar geen boodschap aan. De mensen hier zijn behoorlijk arm, weinig hebben er van een opleiding genoten en de meeste verplaatsen zich in hun leven amper verder dan de paar kilometer tussen de twee dorpjes rondom degene waarin ze zelf wonen. Ze zijn niet bezig met de problemen die zich in andere steden voordoen want ze hebben zelf problemen genoeg. Het is een ander verhaal in de grote steden, waar de universiteiten te vinden zijn en de hoger opgeleide bevolking. Vooral de studenten zijn veel met de politiek bezig en organiseren regelmatig demonstraties, die wel eens uit de hand kunnen lopen.
Wij hadden in Iran onze NL stikker van de auto afgehaald voor het geval iemand wist wat het betekende (bedankt Wilders, dat ik me moet schamen voor mijn eigen land!) en hadden besloten tegen iedereen te zeggen dat wij uit Luxemburg kwamen. Daar heeft natuurlijk niemand van gehoord en dus ben je snel over het onderwerp klaar, plus als ze zouden vragen waar de NL op onze nummerbord voor staat, wij konden antwoorden Nation of Luxemburg.
Wij kwamen er echter snel achter dat liegen over je herkomst moeilijker is dan gedacht. Al snel antwoordde wij toch Nederland, maar NIEMAND wist wat of waar dat was! Er werd zelfs een keer gevraagd of dat in Amerika lag?! Nou, daar hoefde wij ons dus geen zorgen over te maken. Wilders was voor de gewone man een vreemde. Het Nederlands gezin die wij op de grens waren tegengekomen vertelde dat zij in Islamabad regelrecht een ‘anit-Wilders’ demonstratie waren ingelopen. Toen een demonstrant aan hun vroeg waar ze vandaan kwamen, hadden ze Nederland geantwoord, waarna de man hun een hand had gegeven en gezegd ‘Nice to meet you, welcome to Pakistan’ en was verder gaan protesteren!

De grensovergang:
Eigenlijk hadden wij als einddoel voor de derde dag om in Lahore te overnachten, maar wij waren zo vroeg uit Multan vertrokken dat wij op tijd in Lahore aankwamen om nog de grens over te kunnen. Deze zou om vijf uur sluiten en wij kwamen om drie uur aan bij de grens.
Er is maar één grensovergang tussen India en Pakistan en dat is de Wagga Boarder bij Lahore. De grens staat bekend om zijn boarder closing ceremonie die elke dag bij zonsondergang wordt gehouden. Elke avond word de grens officieel gesloten en dit gaat gepaard met een heel toneelstuk, door militairen uitgevoerd. Echt een aanrader om te bekijken. Wij hadden gepland de boarder closing vanaf de Pakistaanse kant te bekijken, maar omdat wij de grens nog konden passeren, zou het de Indiase kant gaan worden.

15 April zijn wij de grens naar India overgegaan.

De grensovergang ging heel makkelijk. Wij waren de enige die de grens over wilde en waren overal gelijk aan de beurt. Ook was de procedure van een carnet en een buitenlandse auto voor hun een bekend verhaal, waarschijnlijk door de vele overlanders die elk jaar naar India rijden. Goa, een badplaats aan de westkust van India is namelijk een populaire overwinteringsplek voor Duitsers. Deze schijnen massaal in het najaar met hun caravans binnen een maand van Duitsland naar Goa te rijden en blijven daar dan 6 maanden op het strand staan, om vervolgens daarna weer allemaal terug te rijden. Deze mensen moeten dan allemaal op de heen en terugweg door de Wagga boarder.
Eenmaal aangekomen aan de Indiase kant zette wij de auto neer en wachtte op de zonsondergang om de ceremonie te aanschouwen.

Geen opmerkingen: