IRAN 4: Boot VAE, Bandar Abbas, Kerman, Grens Pakistan


View Larger Map
Iran 4 = paarse route

De haven:
Na een paar uur voor de kust te hebben gedobberd mochten wij dan eindelijk de haven in varen. Eenmaal daar aangekomen was het al vloed geweest en was de zee snel aan het zakken. Met veel moeite (gelukkig staat onze auto hoog op zijn wielen) konden wij, net als de vrachtwaren van Thomas en Verena, nog net van de boot afrijden, de rest van de auto’s zouden moeten wachten tot het weer vloed werd. Wij gingen met een man van het bedrijf naar de havenkantoorgebouwen om alle papierwerk te regelen. Inmiddels was het al 11 uur en om 12 uur zou alles gaan sluiten voor het weekend. Het was dus een race tegen de klok. Samen met ons waren ook vier jongens uit Australië bezig hun papierwerk te regelen (http://www.crazyjourney.com). Zij waren in tegengestelde richting dezelfde reis met de auto (een gepimpte Hummer H2!) aan het maken en wilde juist de oversteek naar de emiraten gaan maken. Als zij het papierwerk niet af zouden krijgen, konden ze niet met de boot mee. Wij, daarentegen, waren toch al op locatie, dus dat was geen probleem, maar als het kantoor zou sluiten, zouden wij voor de tweede keer twee nachten op een haven moeten slapen tot het weekend voorbij was. Wij rende met z’n achten van het ene bureau naar het andere om stempeltjes te verzamelen. Het leek wel ren-je-rot met aan het eind als hoofdprijs: je de haven mag verlaten. Hoe wij ook onze best deden, het mocht niet baten en om 13 uur stonden acht man verslagen voor de gesloten deuren van het havenkantoor. SHIT!! Roger en ik kunnen ons hier niet meer druk over maken, het heeft toch geen zin en wij hebben gelukkig de tijd, maar de vier jongens gebruikte elk scheldwoord die ze kende om hun frustraties te uiten. Zij waren op een ‘tight schedual’ aan het reizen en ook Thomas en Verena zaten in tijdsnood. Het enige stempeltje wat wij allemaal nog nodig hadden was de vrijgave om de haven te mogen verlaten. Onze carnetten en paspoorten waren allemaal geregeld. Wij keerde terug naar de auto’s. Na een hele discussie met het bedrijfspersoneel en een bakje koffie was het inmiddels het eind van de middag. Ik zei tegen Roger dat ik het wel geloofde voor vandaag. Wij konden nu beter een nacht op de haven staan (gratis) dan naar Bandar Abbas rijden en weer naar een overnachtingsplek moesten zoeken, wat overigens nog geld zou kosten ook. We spraken met de man van het bedrijf af dat hij de volgende ochtend om 9 uur bij ons zou zijn om te kijken wat er te regelen viel. Er zat nu niks anders op dan wachten, dus installeerde wij ons op de haven, klapte de stoeltjes en tafels uit en deden alsof wij thuis waren. Voor de Australiërs was het echter een ander verhaal en zij waren nog lang niet uitgepraat met het personeel. Uiteindelijk hebben ze de man honderd dollar in zijn hand gedrukt en zijn ze de boot opgereden. Ze zouden om 14 uur vertrekken, de boot vertrok om 23 uur. Vlot voor hun doen!
Die avond hebben wij uitgebreid naast de auto gedineerd; biefstuk, gebakken aardappeltjes en haricoverts (nog de laatste restjes Carrefour). Wij hadden met onze auto’s, stoelen, tafels en dergelijke een groot stuk haven in beslag genomen. Het havenpersoneel was hier helemaal niet blij mee, want wij waren in hun ogen iets te comfortabel plaats aan het nemen in hun werkgebied. Verena was zelfs zo brutaal om midden op de pier een plasje te plegen, onder de mom; dit is niet hoe je met mensen om gaat, wij hebben niet eens een WC!! Niemand van het bedrijf heeft namelijk een poging gedaan om ons een verblijfplaats, eten of zelfs een wc aan te bieden. Niet erg professioneel. Goed zo, dachten wij, lekker opstoken in de hoop dat ze ons uiteindelijk uit wanhoop de haven uit zouden smijten. Toen wij halverwege het eten waren kwam een Iranees gezin naar ons toe om te vragen waar ze het restaurant konden vinden waar wij ons eten hadden gehaald. Het zag er volgens hun heerlijk uit en zij hadden ook wel zin in een lapje vlees. Sorry, was ons antwoord, ‘Caroline’s Kitchen’ had voor vandaag zijn deuren gesloten, hun in de waan latend het etablissement zich ergens op het terrein bevond. Ben benieuwd hoe vaak ze zijn gaan kijken waar in Gods naam Caroline’s Kitchen was?!

The Great Escape:
De volgende ochtend zaten wij om 9 uur, zoals afgesproken, op de agent van het bedrijf te wachten. Hij zou terug komen om onze havenpassen te regelen, maar de man was nergens te bekennen. Om half tien waren wij er klaar mee en besloten wij een poging te doen om de haven illegaal te verlaten. Wij reden achter elkaar aan naar de hoofdingang en net toen wij de laatste bocht wilde nemen kwam er een politiewagen in volle vaart op ons af rijden en versperde ons de weg. Oh jee! De man klopte aan bij mijn raampje en vroeg wat wij aan het doen waren. Met mijn meest onschuldige gezicht deed ik net alsof ik van geen kwaad bewust was en zei dat wij de haven uit wilde. “Heb je wel al het nodige papierwerk?” vroeg de man en daarmee dacht ik dat wij gepakt waren. Ze waren natuurlijk allang op de hoogte van het feit dat wij nog in de haven waren en waarom. “Volgens mij wel” zei ik, niet ècht liegend, in een laatste poging onze missie te reden. “Nou, dan moet je naar de achteruitgang, de hoofdingang is tijdens het weekend dicht” en met die woorden draaide hij zich richting de straat en begon met hand en zwaai bewegingen uit te leggen wat de kortste weg naar de uitgang was! Met kloppend hart reden wij weg, wat een mazzel! Roger en ik reden vooruit en kwamen als eerste bij de poort aan. Opnieuw werden wij door de havenpolitie tegengehouden. “Laat je papieren zien.” Zei de man. Roger overhandigde hem het carnet en wees de stempel aan dat wij door de douane waren gekomen. Hij had natuurlijk nog nooit een carnet gezien en wist niet hoe snel hij het document weer terug moest geven. “Prima,” zei hij “rij maar door!” Het was gelukt! Thomas en Verena werden gelijk doorgezwaaid en hoefde niks meer te laten zien. Alsof er niks aan de hand was reden wij van de haven weg, maar toen wij goed en wel uit het zicht waren stopte wij langs de weg om een vreugdedansje te doen. Wij moesten allebei nog tanken en geld wisselen en toen wij daarmee klaar waren hebben wij elkaar in Bandar Abbas gedag gezegd. Zei waren op weg terug naar Turkije en wij gingen die dag nog door naar Kerman, richting de Pakistaanse grens.

Van Bandar Abbas naar Kerman:
De rit van Bandar Abbas naar Kerman, via Jiroft vonden wij erg mooi en gelijk waren wij weer helemaal gelukkig in Iran. Wij hadden het niet verkeerd ingebeeld de vorige keer, Iran is en blijft een prachtig land. In een van de dorpjes waar wij doorheen reden stonden wij bij een rotonde stil om de weg te vragen toen er een auto naast ons tot stilstand kwam. “Oh, gelukkig staan jullie stil!” zei een netjes geklede man in perfect Engels, die met zijn vrouw in de auto zat. “Ik ben jullie al vanaf het begin van het dorp aan het volgen in een poging met jullie te praten, maar jullie reden me te hard hoor! Luister, ik ben Amir en ik wilde jullie uitnodigen om bij mij thuis te komen. Wij hebben eten voor je en je kan bij ons logeren als je wilt. Geen probleem. Blijf zo lang het nodig is. Waar komen jullie eigenlijk vandaan?” De lachende man stond inmiddels aan Roger’s raampje en wij keken hem vol ongeloof aan. Wij waren nog geen halve dag in het land en nu al hadden wij onze eerste uitnodiging al binnen. Het zijn toch ongelofelijk aardig en gastvrije mensen. Niet normaal! In een poging hem niet te beledigen hebben wij op ons aller nets zijn aanbod afgeslaan en gezegd dat wij vandaag in Kerman moesten zijn. Dit was natuurlijk niet waar, maar wij waren bek af van de dag en hadden even geen zin in een net gesprek. “Een kopje thee dan?” “Helaas hebben wij ook daar geen tijd voor, maar je zou ons super helpen als je ons kon vertellen waar de weg naar Kerman is”. Iets teleurgesteld maar blij dat wij hem ergens nodig voor hadden sprong hij terug in zijn auto. “Rij maar achter me aan!” en zo bracht hij ons door het stadje heen naar de hoofdroute richting Kerman. Voor hij van ons afscheid nam overhandigde hij ons een papiertje met zijn adres en telefoonnummer erop. Mocht er ooit iets zijn, wij hoefde maar te bellen. Enthousiast zwaaide hij ons uit en wij moesten erg lachen toen wij weg reden. Het is toch niet te geloven. Wat een volk!

Kerman:
Eenmaal in Kerman aangekomen reden wij terug naar het hotel waar wij de vorige keer hadden gestaan. De eigenaar groette ons hartelijk en herkende ons gelijk van de vorige keer. Wij hadden deze keer een transit visa aangevraagd voor Iran. Dat betekende dat wij tien dagen de tijd hadden om naar de grens met Pakistan te rijden. Vanaf Kerman is het één volle dag rijden naar Mirjaveh, het dorpje dat aan de grens ligt, dus hadden wij nog tijd zat. Er was niks bijzonders meer dat wij in Iran wilde zien omdat wij er al uitgebreid waren geweest, maar wij vonden het wel leuk om gewoon nog een paar dagen in het land te vertoeven. Wij hebben wat dagtripjes in de omgeving gemaakt en ’s avonds veel op internet gewerkt.

Onze doelstelling:
Wij hadden voor onze tijd in Iran één doel gesteld: een nieuwe gasfles kopen. De gasbolletjes uit Syrië voldeden nog prima, maar wij hadden niet zoveel vertrouwen in het laswerk op de bolletjes en met de stijgende temperatuur waren wij bang dat het potentiële bommetjes zouden worden. Wij wisten van de vorige keer dat de gasflessen in Iran zeer degelijk waren en dus gingen wij op zoek naar vervanging. Wij kwamen terecht bij een gasleverancier in Kerman en lieten de eigenaar onze Syrische bolletjes zien. In een beweging gooide hij ze bij het oud ijzer. Levensgevaarlijk, zei hij toen hij ze zag en wilde ze absoluut niet vullen. (Wij hadden gedaan alsof wij ze wilde vullen om te kijken wat hij ervan zou zeggen. Onze twijfels werden bevestigd). Wij bestelde bij hem een nieuwe, grotere fles (wij zouden nu 1 kilo meer hebben dan wat wij hadden) en spraken af deze de volgende dag te komen halen. Uiteindelijk hadden wij weer een nieuwe degelijke 4 liter gasfles met vulling voor 7,50 euro, daar kan je niet voor sukkelen. Wij hebben nu al spijt dat wij er niet gelijk twee hebben gekocht, maar daar hadden wij nu de plek niet voor. Wij gebruiken het gas dagelijks om ‘s ochtends koffie te zetten en ’s avonds het eten te koken en het water te verwarmen voor de afwas. Met de flessen uit Syrie (3 liter) konden wij een maand rondkomen. Dit vinden wij lang genoeg, maar de gedachten dat wij 3 maanden nergens aan hadden hoeven denken met twee 4 liter flessen was wel leuk geweest. Ach ja, luxe probleempjes.

De nieuwe radiator:
Het volgend probleem had zich inmiddels voorgedaan: de motor was aan het oververhitten. Wij snapte er helemaal niks van. Op de snelweg of in de stad was er niks aan de hand, maar stegen wij ook maar een minimum aan hoogte, dan kookte de motor bijna over. Wij vervloekte de Dolfin Radiators en konden onszelf wel voor de kop slaan dat wij niet gewoon bij de garage waren geweest. Maar toch leek het bedrijf oprecht en inmiddels hadden wij vaker positieve verhalen over hun gehoord, dus vonden wij het moeilijk te accepteren dat ze ons misschien bezeikt hadden. Ze hadden overigens verteld dat de garage bij hun kwam aankloppen om de radiatoren te maken.
Alle mogelijkheden passeerde de revue: was het onderdeel dat ze hadden vervangen te smal, hadden ze een ander metaal gebruikt, kwam het door de verf die ze erop hadden gespoten, was de koelvloeistof van slechte kwaliteit, was het dopje versleten, waren de radiatorslangen nog stug genoeg? Wij hadden geen idee, alles was mogelijk. Weer gingen wij op weg naar de Toyota garage en vonden deze gelukkig in Kerman. Gelijk hadden wij een probleem: wij rijden in een dieselauto. Hierdoor waren er geen onderdelen voor ons beschikbaar en een nieuwe radiator zou uit de Emiraten of Oman moeten komen! Dit zou minstens een week duren en veel geld kosten. Volgens de monteur zag de radiator er prima uit en kon hij geen problemen vinden. Te smal was hij zeker niet. Hij haalde meerdere monteurs erbij en allemaal beaamde ze dat de radiator er perfect uitzag. Op hun advies hebben wij de koelvloeistof volledig laten vervangen met het idee dat misschien de maximum temperatuur van de vloeistof te laag zou zijn. Helaas mocht dit niet baten, kwamen wij later achter toen wij die dag een ‘helling-proef’ deden. Daarna hebben wij het dopje van de radiator vervangen. Als het rubbertje niet goed afsluit kan hier druk en koelvloeistof uitlekken waardoor de temperatuur gaat stijgen, maar ook dit zou niet baten. De waterslangen werden gecontroleerd op stugheid, zouden deze te slap zijn dan zou de waterpomp ze vacuüm kunnen trekken, maar ook deze waren in orde. Het metaal wat gebruikt was klopte en verf heeft geen invloed op de temperatuur. Al onze vragen waren beantwoord en nog hadden wij de oorzaak van het probleem niet gevonden.
Wij besloten dat er niks anders op zat dan rustig naar Pakistan rijden en naar de Toyota garage in Quetta, die wel op dieselmotoren uitgerust is. Het enige probleem hiermee is dat wij dan drie dagen door Baluchistan moesten rijden met de mogelijkheid dat wij ergens langs de weg kwamen te staan met een kokende motor. Baluchistan is een berucht gebied in het oosten van Iran en het westen van Pakistan waar veel smokkel plaatsvindt en alle soorten criminaliteit dat daarmee gepaard gaat (kidnapping, roof, overvallen, drugshandel, wapenhandel, moord). Niet echt een plek dus om gezellig langs de weg te staan. Wij hadden echter op de kaart gezien dat het gebied redelijk vlak is en hoopte dat de heuvels die wij eventueel zouden tegenkomen niet al te veel van de motor zouden vergen. Er zat helaas niks anders op.

Baluchistan Iran:
De volgende dag vertrokken wij in alle vroegte naar de grens van Pakistan. De vorige keer dat wij in Iran waren hebben wij in dit gebied politie begeleiding. De Australiërs en Thomas en Verena hadden allebei begeleiding gehad vanaf de grens tot aan Kerman. Wij gingen er vanuit dat ook wij begeleiding zouden krijgen en vertrokken in alle vroegte zodat wij zelfs met de vertraging die hiermee gepaard gaat, de grens zouden bereiken. De eerste helft van de rit was erg mooi maar daarna volgde een lang leeg woestijn gebied wat uiterst saai was om te rijden. Voor Bam kregen stopte wij voor een politiecontrole, maar door niemand werd voor ons een volgauto geregeld. Vreemd, vonden wij, maar wij waren allang blij met onze vrijheid. Aan het eind van de middag kwamen wij aan bij het dorpje Mirjaveh en zijn naar het enige hotel in het dorpje gereden (Mirjaveh Tourist Inn: N29º01.121, E061º27.057) om te overnachten. Naast het hotel was een tankstation waar wij voor de laatste keer onze tank wilde vullen. Toen wij dit probeerde, was het tevergeefs. Ze vertelde dat er in de hele grensstreek van Iran (±50km) geen diesel te verkrijgen was vanwege de illegale handel van diesel in Pakistan. Helaas moesten wij dus met een lege tank de grens over! Wat een tegenvaller. Wij dachten de laatste keer nog voor een euro te kunnen vullen maar dit zat er niet meer in. Gelukkig hadden wij in Kerman onze jerrycans nog gevuld, dus hadden wij wel 60 liter op het dak staan (wat overigens wegens de smokkel illegaal bleek te zijn, kwamen wij pas later achter).

Grensovergang met Pakistan:
Op 10 april zijn wij ‘s ochtends naar de grens met Pakistan gereden. Net toen wij de laatste 5 kilometer wilde rijden werden wij gestopt door de politie. Wij moesten wachten op begeleiding! Wij konden het niet geloven! Gister hadden wij de hele dag door levensgevaarlijk gebied gereden zonder dat iemand naar ons had omgekeken, en nu, als wij er bijna waren, wilde ze ons nog graag een beetje beschermen. Wij protesteerde heftig tegen, maar ze bleven bij hun standpunt en wij moesten wachten tot de politieauto was gearriveerd. Super geïrriteerd zetten wij de motor uit en wachtte langs de weg. Na een kwartier was ik het helemaal zat en wenkte wij de officier om te komen. Weer sputterde wij een boel protest uit en zeiden dat wij niet langer wilde wachten. Inmiddels was de man zelf ook kwaad dat wij zijn goede bedoelingen niet wilde accepteren en wuifde ons weg. Zonder een woord draaide hij zich om en liep boos weg. Prima, dachten wij en reden gauw verder. Halverwege kwamen wij de volgauto tegen die op weg was naar onze ontmoetingsplek. Wij zwaaide vriendelijk en reden snel door naar de poort van de grens.

1 opmerking:

Anoniem zei

T wordt misschien een keer tijd om die site bij te werken..

We kunnen ons de dag nog goed herrinneren dat we jullie voor de laatste keer zagen.. We liepen lekker door de himalaya, op een weg die in de tijd van Hans nog geen weg was.. Vanuit de verte horen we een gebrom, ineerstinstantie dachten we aan onweer. Maar nee het was een jeep, die met grote snelheid ons voorbij flitste, in die flits zagen we nog net een glimps van Roger en Karlijn, vervolgens werd ons zicht (en adem) ontnomen door een enorme stofwolk..

Leuk jullie nog ontmoet te hebben;),

groeten Tom en Tom