OMAN 2: Muskat, Barr al Hikman, Masirah Eiland
View Larger Map
Oman 2 = groene route
Algemeen:
Oman wordt geregeerd door Sultan Qaboos. Sinds zijn regeerschap is het land erg gemoderniseerd en is het bestaan van de mensen erop vooruit gegaan. Natuurlijk is dit voor het volk geweldig en de Sultan is dus ook erg geliefd. De Sultan heeft bijvoorbeeld ook, naar horen zeggen, al twee keer alle schulden van de lokale bevolking kwijtgescholden en er gaan geruchten dat hij dit een derde keer gaat doen. Snel een nieuw huis kopen, zou ik zeggen!! Een beetje van het ‘verwend nest syndroom’ zoals ik die in de VAE beschreef vind je hierin terug, maar dan in een mildere vorm. Of dit soort gulheden altijd goed zijn voor de mens is discutabel, maar goed, het heeft wel veel armen mensen geholpen om er weer bovenop te komen.
Ook in Oman wonen veel expats en zie je overal Indiërs die de arbeidersklasse vullen. Het is namelijk tot drie keer goedkoper om een Indische werknemer in te huren, dan een Omani werknemer. Deze mensen worden dus ook massaal ingehuurd door grote bedrijven om de loon kosten laag te houden. Sinds een aantal jaren zijn echter de grenzen zo goed als hermetisch afgesloten en is het niet meer zo makkelijk om zonder contract het land in te komen.
Naast de relaxte sfeer die in het land heerst, wordt er toch met strenge hand geregeerd door de Manicipalty, oftewel overheid. Er zijn vele regels rondom het dagelijks leven waar aan gehouden moet worden en je hebt het gevoel dat de overheid werkelijk van alles op de hoogte is. Zo is het bijvoorbeeld verboden om als Omani met een buitenlander te trouwen (een uitzondering is als de Omani HIV heeft!). Hoe Hassina het dus voor elkaar heeft gekregen is mij een raadsel en erg bijzonder, maar naar haar verhalen heeft het ook veel bloed, zweet, tranen en tijd gekost om door de overheid toestemming te krijgen. Uiteraard moest Roderik zich hiervoor in elk geval bekeren tot het Moslim geloof.
Een buitenechtelijke zwangerschap wordt ook zwaar gestraft. Het eerste waar naar gevraagd word als je bij de doktor komt om een zwangerschapstest te laten doen en deze positief blijkt te zijn, is je trouwakte! Heb je deze niet, dan verdwijn je regelrecht de gevangenis in en als het bekend is wie de ‘schuldige’ man is, vliegt hij er net zo hard achteraan. Het is zelfs zo erg, dat na een bepaalde leeftijd, alle meiden van de middelbare school, om de drie maanden, verplicht een zwangerschapstest moeten doen. Om maar niet te spreken over de verplichte jaarlijkse aids test die voor alle scholieren geldt. Je wil niet weten wat gebeurd als die test positief blijkt te zijn…
Gelukkig heb je tijdens het reizen maar weinig met dit soort dingen te maken. Toch ben je bewust van de omgeving waarin jij je bevind en ga je op de vraag: ‘Zijn jullie getrouwd?’, al snel ‘ja’ antwoorden. Dit geldt overigens voor alle moslim landen. In Istanbul hebben wij in de bazaar zilveren trouwringen gekocht en hebben deze sindsdien om onze vinger. (Misschien haalt dit veel speculatie weg over een stiekem huwelijk tussen Roger en mij omdat jullie gegarandeerd de ring om zijn vinger hebben gezien op de foto’s! Sorry, het is nep!)
Op de vraag: ‘Hebben jullie kinderen?’, reageren wij: ‘Nog niet want wij zijn nog maar net op huwelijksreis’. Waarna de persoon die ons aansprak alwetend knikt en glimlacht. ‘Misschien ben je binnenkort wel zwanger!’…. ‘Wij hopen het! Inshallah (=als God het wil)!!’. Huhummm…
Dit is een standaard verloop van een gesprek die wij in het Midden Oosten hebben gehad. Soms zeggen wij dat wij al drie kinderen hebben, allemaal zonen natuurlijk, en dat wij ze bij opa en oma hebben achter gelaten. Het feit dat jij je kinderen een jaar lang ergens achter laat wordt totaal niet als raar beschouwd en dan is men alleen onder de indruk van het geluk dat wij hebben om drie zonen te mogen baren!
Muskat 2b:
Toen mijn moeder vertrok vanuit Muskat hebben wij nog een aantal dagen bij Hassina gespendeerd. Wij moesten namelijk een nieuw visum voor Pakistan aanvragen, de vorige was inmiddels verlopen; een nieuw visum voor Iran aanvragen; het visum van Oman verlengen (deze is maar een maand geldig) en wij wilde wat spuitwerk aan de auto verrichten. Genoeg te doen dus! Het visum voor Iran was binnen een dag geregeld, dus dat ging gesmeerd. De visum voor Pakistan mochten wij in Oman niet aanvragen omdat wij geen inwoners van Oman zijn!? Wat dat met Pakistan te maken heeft is mij een raadsel, maar het was gewoon niet mogelijk. Dit was een kleine tegenslag, maar wij wisten dat wij in de VAE opnieuw een aanvraag konden doen met, hopelijk, een positievere uitkomsten. De verlenging van onze Oman visum was ook binnen een dag geregeld en toen hoefde wij alleen nog de auto te laten spuiten.
Wij hadden namelijk behoorlijk wat roest plekken gekregen rondom de wielkassen, bij de deuren en op de motorkap. Op sommige plekken was het volledig doorgeroest, dus het werd hoogste tijd om er iets aan te doen. Gelukkig was er een grote Toyota garage in Muskat en voor een redelijk bedrag hebben ze vijf dagen aan de auto gewerkt. Halverwege zijn wij gaan kijken hoe het er allemaal uit zag en waren gelukkig blij met het resultaat. In de doorgeroeste plekken hadden ze nieuw plaatwerk gelast en hij begon er weer als nieuw uit te zien. Helaas moest Hassina halverwege de week vertrekken. Ze zou voor een half jaar naar Nederland gaan om in hun huis in Amsterdam te verblijven. In de tijd die wij nog nodig hadden voor de reparaties aan de auto mochten wij bij haar broer logeren. Het was voor ons allemaal super relaxed en wij zijn erg dankbaar, want al onze spullen lagen bij Hassina opgeslagen. Wij hebben daardoor de auto helemaal leeg bij de dealer kunnen afgeleveren, en dat was ons ergens anders nooit gelukt!
Barr al Hikman:
Na een week was eindelijk alles klaar en wij stonden te popelen om te vertrekken. Het was weer hoogste tijd voor ons om verder te reizen. Wij hebben samen met mijn moeder een relatief klein gedeelte van Oman gezien, dus wilde wij nog erg graag de rest gaan ontdekken. De eerste bestemming op onze lijst was Barr al Hikman. Het werd ons, door meerdere mensen, sterk afgeraden om hier alleen naar toe te gaan en al helemaal niet zonder GPS coördinaten. Barr al Hikman is namelijk een gigantische zoutvlakte waar, als je al niet verdwaald, de kans dat je in drijfzand terecht komt aanzienlijk groot is, met alle gevolgen van dien. Er wordt gezegd dat je hier absolute niet zonder grote hoeveelheden water en diesel naar toe moet gaan want als je de weg kwijt raakt kan het dagen duren voordat jij de weg terug vindt of iemand jou vindt. Nou, lekker aanmoedigend!! Uiteraard hadden wij niemand om mee te gaan, maaaaar hadden wij nou net wel 1 waypoint van een prachtig kampeerplekje aan zee, zo’n 40 kilometer van het dorpje Hijj. Wij besloten dus maar een poging te wagen. Wij hadden namelijk foto’s gezien van het meest zuidelijke puntje van Barr al Hikman en die waren prachtig!
De manier om met drijfzand om te gaan is simpel: blijf op een weg rijden! Nu zijn er in Barr al Hikman geen wegen, maar er lopen vele tracks kris kras door elkaar heen, over de vlakte. Het is dus alleen nog maar een kwestie van de juiste track te kiezen om je bestemming te bereiken. Met de enige waypoint die wij hadden in de GPS getoetst (N20º22.331, E058º17.615) heb ik Roger over de vlakte genavigeerd. Om de zoveel meter moest ik weer kiezen voor het rechter of linker pad, terwijl ze allebei de verkeerde kant op gingen! Omdat wij het toch wel spannend vonden besloten wij om de 5 kilometer of bij een bijzondere splitsing, een waypoint te noteren, zodat wij in elk geval de weg terug zouden vinden. Twee uur later en 60 kilometer verder, (niet geheel een rechte lijn dus!), kwamen wij aan in een paradijs! Het is voor mij het aller mooiste plekje op aarde!! Wat hebben wij daar genoten. Ik kon er wel een week blijven. Helemaal weg van alles en iedereen stonden wij op een zand richel, met aan de ene kant een azuur blauwe zee (golf van Oman) met zijn spierwitte stranden en aan de andere kant een soort uiterwaarden van de zee met overal om je heen verschillende zee vogels, waaronder (voor ons DE reden om hier te komen) de flamingo’s.
Masirah Eiland:
Na twee dagen vogelspotten en relaxen op Barr al Hikman zijn wij teruggereden naar Hijj en hebben onze reis vervolgt in de richting van Masirah Eiland. In de zomer van 2007 is er een alles verwoestende orkaan langs de kust van Oman gewaaid en deze heeft veel schade bij verschillende kustplaatsen aangericht. Bijvoorbeeld in Sur hadden wij daar bewijs van gezien. Er werd gezegd dat Masirah eiland zwaar getroffen was en dat er nog maar weinig reden was om naar het eiland te gaan. Wij wisten echter dat het eiland een en al bestaat uit legplaatsen voor zeeschildpadden, en wij hadden het vermoeden dat een orkaan daar niks aan zou veranderen, dus besloten wij alsnog naar Masirah te gaan.
Vanaf het vaste land varen geregeld ferry’s van en naar het eiland en voor 20 euro zit je met je auto, binnen anderhalf uur, op de plek van bestemming. De boot vaart naar Hilf, een niet al te aardig dorpje, maar met genoeg winkeltjes om wat inkopen te doen. Vanaf Hilf wilde wij naar het meest noordelijk puntje van het eiland, Ras Hilf, om een nachtje op het strand te staan in de hoop schildpadden te zien. Dit idee werd gelijk afgekapt toen wij tegen een militaire post aanreden met een bewaker die ons mededeelde dat sinds kort het noordelijk deel van het eiland militair gebied is geworden en dus niet toegankelijk voor burgers. Shit!
Het werd al bijna donker, dus reden wij langs het hek van het militair gebied tot aan de zee en zochten een plekje zo noord mogelijk om te staan (N20º38.400, E058º54.198). Die nacht hebben wij helaas geen schildpadden gezien, maar wel hordes ‘ghost crabs’, die voor onze voeten over het strand schoten richting hun holletjes.
De volgende dag besloten wij, tegen de klok in, rond het eiland te rijden en regelmatig bij het strand te stoppen op zoek naar bewijs van leggende schildpadden. Als het goed is, zou je hun paden duidelijk door het zand moeten zien lopen, want dat hadden wij in Ras al Jinz zo ervaren (zie foto’s).
Het eiland zelf is niet zo bijzonder. Het is een lege vlakte met in het midden een paar bergen/ heuvels zonder begroeiing en mooie stranden rondom. De westkust, die het dichtst tegen het vasteland aanligt heeft prachtige witte bounty-eiland standen en een rustige zee. Hier vonden wij helaas nergens bewijs dat er schildpadden waren geweest want het waren perfecte kampeerplekjes. De oostkust ligt aan de open zee, die helemaal strekt tot aan India. Hier is de zee dus ook veel ruwer, de kust meer rotsachtig en de stranden van kiezel in plaats van zand. Omdat er werkelijk niks is op het eiland, was er ook weinig waar schade aan verricht had kunnen worden door de orkaan en wij hebben geen bewijs van schade gezien.
Eenmaal aangekomen bij het meest zuidelijke punt van het eiland werden wij eindelijk beloond met duidelijke sporen van schildpadden (N20º09.732, E058º38.163). Er stonden daar ook vele vissers hun vangst binnen te halen en toen wij aankwamen rijden werden wij de meest lekkere visjes aangeboden. Van haai tot merlijn, alles lag in hun kleine houten bootjes. De rest van de middag hebben wij gekeken hoe de bootjes een voor een door Toyota’s het strand op werden getrokken en naar de bijzondere vissen die ze allemaal binnen haalde.
Die nacht zijn wij weer in alle vroegte uit ons bed geklommen om op zoek te gaan naar schildpadden. Weer hebben wij geen een kunnen vinden! Toen wij later op de ochtend in het daglicht opnieuw gingen kijken, bleken er toch nieuwe sporen tussen te zitten. Wij hadden ze dus gemist!
Opnieuw gingen wij verder naar een volgende locatie en vervolgde onze route rondom het eiland. Ergens aan het eind van de middag kwamen wij halverwege de oostkust weer sporen van schilpadden tegen en besloten kamp op te slaan (N20º28.319, E058º53.834). Ik was inmiddels zo moe van al de gebroken nachten (zou toch denken dat ik daar wel tegen moet kunnen!) dat ik het niet meer kon opbrengen om te gaan kijken, dus ging Roger alleen de nacht in. Met onze walkie-talkie konden wij kontact houden en elke paar minuten hoorde ik: ‘niks te zien behalve krabben’ door het speakertje komen. Helaas was ook deze nacht geen succes. Deze keer zagen wij ‘s ochtends geen verse sporen door het zand lopen, dus er was niks die nacht geen schildpad geweest.
Wij waren een beetje klaar met het eiland en Roger was nu ook te moe om nog een nacht eruit te gaan, dus besloten wij terug te gaan naar het vastland. Wij moesten het maar doen met de fantastische ervaring van Ras al Jinz.
Oryx Sanctuary:
Via highway 32 zijn wij langs de oostkust richting Ad Duqm gereden. Na een overnachting op het strand bij Nafun (N19º49.334, E057º44.464) sloegen wij, na Ad Duqm, weer het binnenland in naar het westen. Er is namelijk middenin Oman een gigantisch beschermd natuurgebied, de Oryx Sanctuary. Een Oryx is een soort hert met de omvang van een koe (ik ben geen bioloog, sorry als dit echt een dramatische vergelijking is, maar het lijkt volgens mij op een grote gazelle. Het heeft in elk geval horens), die vorige eeuw zoveel gejaagd werden dat ze in Oman waren uitgestorven. Dit ging natuurlijk niet onopgemerkt en ‘Operation Oryx’ werd opgestart om de dieren weer terug in Oman te krijgen. Ze hadden een paar exemplaren in Jemen gevonden en in 1980 zijn er weer Oryxen teruggebracht naar Oman. Het ging hun in eerste instantie heel goed af, waardoor de populatie bloeide, maar toen nam de lokroep van grote sommen geld voor een exemplaar weer toe en begon het uitroeien van de dieren opnieuw met als resultaat dat de populatie weer drastisch daalde. Tegenwoordig wordt het reservaat door militairen bewaakt en dit schijnt te helpen.
Ook al ga je naar het reservaat, het zien van een wilde Oryx is absolute niet van zelfsprekend. De dieren zijn behoorlijk schuw en door hun camouflage (?! Spierwit in een bruin woestijn?) zou je hun ook maar moeilijk kunnen spotten. In het reservaat zelf worden een paar oryxen vastgehouden, dus dan kan je de dieren in elk geval zien, weliswaar in gevangenschap.
Vanaf de snelweg moet je nog zo’n 60 kilometer de woestijn in rijden om bij de officiële poort van het reservaat aan te komen. Hier deden wij behoorlijk lang over want er loopt alleen een zandpad met vele hobbels en kuilen. Onderweg keek ik met alle macht over de vlakte op zoek naar een oryx, maar helaas zonder resultaat. Wel zagen wij honderden kamelen, waar wij inmiddels niet meer warm of koud van worden, en een aantal Arabische gazellen, wat wel heel leuk was natuurlijk.
Toen wij eindelijk, bezweet van de hitte, aankwamen bij de poort van het reservaat werden wij door de beveiliging tegengehouden. “Hebben jullie een vergunning?” “Pardon?!” “Je moet een vergunning hebben van de Manicipalty (alweer die overheid!) om het reservaat in te mogen.” Wij wisten niet wat wij hoorde. “En waar moeten wij die vergunning dan halen?” vroegen wij. “In Muskat.” !!! Dat geloof je toch niet! Wij legde uit dat wij die vergunning niet hadden, maar dat wij bereidt waren om geld neer te leggen om de reservaat in te gaan. Zij opperde dat het misschien een idee was om ‘even’ terug te rijden. Dat zou 500 kilometer terug naar het noorden zijn en wij waren op weg naar het zuiden! Na veel discussie werd het ons duidelijk dat wij het konden shaken. Er was geen mogelijkheid op aarde dat wij binnen gelaten zouden worden. Met de moed in onze schoenen gezakt, liepen wij terug naar de auto. Helaas zouden wij geen oryxen gaan zien tijdens onze reis.
Net toen wij weg wilde rijden kwam een bewaker naar ons toe. Hij had toch ergens medelijden voor ons gevonden en vroeg of wij een oryx wilde zien. Erg graag! riepen wij uit. Hij gebaarde dat wij met hem mee moesten en stapte in zijn Toyota. Na een seconde twijfel besloten wij het erop te wagen en stapte bij hem in. Hij reed ons langs het hek van het reservaat een stukje van de gebouwen vandaan en ja hoor, daar stond een Oryx aan het hek! En nog wel een wilde ook! Hij legde uit dat er in het reservaat alleen vrouwtjes worden gehouden en dat trekt regelmatig hitsige mannetjes naar het hek van het reservaat. Deze banjeren dan dagen land gefrustreerd op en neer langs het hek. Ach wat sneu!.. maar niet voor ons natuurlijk. Na genoeg foto’s te hebben genomen nam hij ons terug naar onze auto. Wij bedankte hem hartelijk en reden weer de lange weg terug naar de snelweg. Gelukkig dus niet voor niks!
De rest van de dag hebben wij gebruikt om kilometers af te leggen. De weg naar Salalah, in het zuiden is verschrikkelijk lang en uitermate saai. Nog nooit heb ik zo’n saai stuk weg afgelegd. De afstand tussen Muskat en Salalah is 1023 km en daarvan zijn alleen de eerste 500 enig sinds bezienswaardig. Wij hadden de verdere 500 kilometer iet wat onderschat en hebben tijdens de rit meerdere keren onszelf afgevraagd of het wel de moeite waard was. Dat moest nog maar blijken. De meeste mensen slaan om deze reden Salalah over, maar wij hadden van vele locals en van Hassina gehoord dat het wel degelijk een prachtige plek was. Nou, okay dan!
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten