SYRIE 1: Aleppo, Lattakia, Damascus, Grens Jordanie


View Larger Map
Syrie 1 = blauwe route


Eenmaal Syrië ingekomen moesten wij gelijk wennen aan een ander land. Wat is het hier anders. Zelfs het landschap is compleet anders dan in Turkije net over de grens. Alles word in het Arabisch aangegeven, dus het is al gelijk moeizaam. Roger en ik besloten om regelrecht naar het eerste toeristisch hotspot te rijden, ongeveer 28km van de grens: Qala’at Samaan. Ons idee was om te kijken of wij op de parkeerplaats hiervan zouden kunnen overnachten. Het was al bijna drie uur toen wij de grens uit reden en het wordt hier om half vijf donker dus wilde wij niet te lang zoeken. Wij hadden van andere gehoord dat ze gelijk naar Aleppo waren gereden en uiteindelijk alsnog in het donker hopeloos naar een slaapplaats aan het zoeken waren. Dat wilde wij dus vermijden. Het geluk van toeristische hotspots is dat zij ook in het Engels op de borden staan en zonder een enkel probleem reden wij regelrecht naar onze bestemming. Daar aangekomen zagen wij een cafetaria 100 meter verderop liggen en zijn daar op de parkeerplaats gaan staan (N36º20.110, E036º50.750). Gelijk kwam er politie naar ons toe om ons gerust te stellen dat het er veilig was en dat hij de hele nacht zou bewaken! Wat een meevaller. Wij mochten gratis staan en gebruik maken van de sanitaire voorzieningen van het restaurant en wij stonden veilig. Helemaal opgelukt en gelukkig settelde wij ons op ons eerste plekje in Syrië.

‘Welcome to Syria!’ wordt de hele dag naar je geroepen als je in Syrië bent. Je voelt je dus ook overdreven welkom in dit land. Wat een vriendelijke mensen! Wij waren onder de indruk van de gastvrijheid van Turkije, maar de Syriërs slaan alles. Onze eerste ontmoeting met een Syriër was dus ook op de parkeerplaats van onze eerste overnachting. ‘Jullie gaan toch niet hier slapen?’ vroeg hij ons verbaasd. ‘Kom maar met mij mee, dan logeer je bij mij en mijn gezin en dan krijg je van ons eten en warm water’. Met ongelofelijk veel moeite sloegen wij zijn aanbod af en garandeerde wij hem dat wij toch echt het liefst in de auto wilde slapen. Hoofdschuddend van onbegrip vertrok hij weer. Wij hadden natuurlijk op zijn aanbod in kunnen gaan en het zou vast fantastisch zijn geweest, maar wij waren nog maar net in het land en (vooral Roger) moesten wennen aan het zijn in een Arabisch land. Arabieren hebben van zichzelf een norse uiterlijk, maar al snel kwamen wij erachter dat deze gezichten gelijk gaan stralen en lachen als ze je zien en welkom heten in hun land. Ze vinden je ook bere interessant , willen allemaal weten waar je vandaan komt en proberen een praatje met je te maken. Soms in het Arabisch met handen en voeten, andere in perfect engels, maar allemaal lachend. Syrië is ons dus ook super bevallen. Wij kunnen alleen zeggen dat wij ons hier uiterst veilig hebben gevoeld en…welcome.

St. Simeon:
Als eerste zijn wij naar St. Simeon gegaan. Een kerk die als ode aan St. Simeon is gebouwd, rondom een pilaar waar hij, volgens de legende, 36 jaar op zou hebben gezeten. Van de gedachten alleen al krijg ik al een zere kont! De locatie was prachtig want vanaf de berg waarop het lag keek je uit over Syrië en Turkije.

Aleppo:
Aleppo inrijden was weer even spannend. Wij moesten de regels van de weg nog leren dus reden wij eerst nog wat voorzichtiger. Er wordt in Syrië van alle kanten op je geclaxonneerd en met koplampen op je geknipperd. Als de waarschuwingen niet persoonlijk voor ons bedoeld waren, voelde het alsnog alsof dat wel zo was. In het begin schrokken wij ons dus continue het lep lazarus en verwachtte elk moment de klap van de aanrijding. Deze volgde echter nooit. Omdat wij steeds schrokken, remde wij in het begin voor alles en iedereen af die maar een toeter gaf. Snel genoeg kwamen wij erachter dat je dan geen meter verder komt. Wij weten nu wel beter. Hier geldt namelijk de wet van de grootste, en dat zijn wij! Wat het claxonneren betreft; daar moet je je oren voor sluiten. Het resultaat is namelijk om het even. Nu rijdt Roger, al claxonnerend, knipperend (met onze verstralers, nou dan staat al het verkeer gelijk voor je stil! Tip voor andere overlanders.) en scheldend uit het raam gewoon stug door, en dat werkt prima!

Eenmaal aan het verkeer gewend, kwamen wij het centrum van Aleppo in rijden. Als eerste gelijk weer op zoek gegaan naar een slaapplaats. Wij wilde kosten wat kost in de auto slapen omdat wij dat het prettigst vinden. Met onze parkeerplaats ervaring van Istanbul en Ankara, zijn wij dus op zoek gegaan naar een beveiligde parkeerplaats. Deze zijn hier echter schaarser dan in Turkije en wij kwamen uiteindelijk uit bij het Shereton Hotel. De auto mocht van hun wel op de parkeerplaats ‘slapen’. Toen ze erachter kwamen dat wij er dan ook in wilde slapen, werden wij (met duizend maal excuses voor het ongemak) vriendelijk verzocht een andere plek te vinden. De manager was note bene een Nederlander, maar hij vond het niet goed! Na niet al te lang zoeken vonden wij een ondergrondse parkeergarage, achter het Shereton, midden in het centrum, hoog genoeg dat het dak omhoog kon. Voor 2 euro hebben wij hier twee dagen gestaan en heerlijk geslapen.
Met de zorg van de auto achter ons zijn wij Aleppo gaan verkennen. Wat een geweldige stad! Een top punt van ons bezoek vonden wij de souq (bazaar). De meerdere hectaren grote souq, die bijna geheel overdekt is, stamt uit het jaar 1200. Wij hebben hier uren rond gedwaald. Midden in de souq staat de grand moskee van Aleppo. Ook hier hebben wij een kijkje genomen, maar om dat te beschrijven kan je beter naar de foto’s kijken.
Daarna wilde wij naar de citadel, maar die was op dinsdag gesloten (?), dus besloten wij de rest van de dag de oude stad te ontdekken. Omdat onze auto in een parkeergarage stond hadden wij geen zin om te koken of vroeg naar bed te gaan, dus hebben wij tot ’s avonds laat door de straten gelopen. Het voordeel van Arabische landen is dat de mensen vooral ’s nachts leven. Alle winkels zijn dus tot laat open en de straten zijn vol met mensen. Op onze ontdekkingstocht kwamen wij een gas winkel tegen. Tot dan toe kookte wij steeds op campingbolletjes omdat wij in Turkije niet de gasflessen konden vinden met de juiste verbinding voor ons gasfornuis die in onze keuken zit. Met wat hand en voet werk, veel geduld en miere zoete thee (wat ze je hier overal aanbieden), begreep de man wat wij nodig hadden. Voor maar 9 euro hebben wij 2 gasflessen, een verbindingsstuk en 2 branders gekocht. Wij konden ons geluk niet op! Sinds dien kook in dus eindelijk in mijn eigen keuken.

Aleppo staat bekend als de meest conservatieve stad van Syrië. De vrouwen lopen hier dus ook volledig gesluierd rond. Soms hebben ze zelfs een doek over hun hoofd, zodat je helemaal niks meer van hun gezicht ziet. Een keer vergiste ik me en dacht dat een vrouw achteruit naar me toe liep. Bleek later dat het toch echt de voorkant was, constateerde ik door naar haar schoenen te kijken! Het zijn geen boerka’s want die hebben nog een muggenet voor de ogen. Deze vrouwen moeten toch werkelijk niks zien. Ik heb ook later gelezen dat veel vrouwen problemen met hun zicht hebben, opgelopen van het turen door de stof.
Toen wij door de souq liepen, werden wij steeds door iedereen gestopt om te vragen waar wij vandaan komen. Ook al is het goed bedoeld, ik kreeg er op een gegeven moment schoon genoeg van en antwoordde op de vraag ‘Where are you from?’; ‘Syria’.
‘No, that’s not possible’ zei de man terug.
‘Why not?’vroeg ik ‘I’m from Syria’.
‘It’s not possible’, zei de man weer ‘we don’t have such beautiful women in Syria’.
Ik keek hem geïrriteerd aan en zei: ‘How the hell do you know, you can’t see them!!’
Ik had natuurlijk gelijk spijt van mijn onbeschofte uitbarsting, vooral na zo’n aardig compliment, maar ja, je kan niet zeggen dat ik ongelijk heb, toch? Zoals alle Syriërs, moest hij hier alleen enorm om lachen en uiteindelijk hebben wij nog een leuk praatje met hem gemaakt. Het prettige is wel dat ik hier gewoon westers gekleed mag gaan en mijn hoofd niet hoef te bedekken. 20 % van de Syriërs zijn namelijk christenen, dus we’re not alone.

De tweede dag hebben wij de citadel bezocht, een zeer indrukwekkend bouwwerk boven op een door mensen gemaakte berg, midden in Aleppo. Verder nog wat van de stad gezien en toen richting de Syrische kust gereden.

Lattakia
Wij wilde graag in Lattakia overnachten want wij hadden begrepen dat het een mooi kustplaatsje was, maar eenmaal in Lattakia aangekomen bleek dit een gigantisch drukke stad te zijn. Omdat wij al twee dagen door Aleppo hadden geslenterd, besloten wij buiten de stad te gaan overnachten om wat rust te krijgen. Wij hadden van Marielle en Fulco GPS punten gekregen van een mooi slaapplekje aan het strand en besloten deze te volgen (N35º34.956, E035º43.843). Dat was de eerste keer dat wij volledig op GPS coördinaten hebben gereden zonder een enkele aanwijzing over de richting ten op zichten van de stad. Het ging perfect en wij kwamen inderdaad uit bij een rustig strandje… zo dachten wij.
Tijdens het eten (wat nu in de auto kan) hoorde wij continue muziek buiten de auto, maar wij zagen niet waar het vandaan kwam omdat wij de gordijnen al dicht hadden. Op een gegeven moment vroeg ik aan Roger of hij kon kijken waar al die herrie vandaan kwam en om te gaan vragen of het wat minder kon (mannen hebben hier meer overwicht met dat soort dingen). Wij waren immers daar voor onze rust. Toen Roger de auto open trok en vastberaden naar buiten stapte schrok hij zich een hoedje. Er stonden tientallen mensen voor onze auto allemaal richting de zee te kijken, waar op dat moment…een videoclip van een of andere Syrische popster werd opgenomen! De rest van de avond hebben wij ons bij de menigte gevoegd en gekeken hoe er keer naar keer opnieuw hetzelfde liedje werd gezongen en opgenomen, met steeds een andere (nog blotere) dame.

Crac des Chaverliers:
Na ’s ochtends een frisse duik in de zee te hebben genomen zijn wij langs de Syrische kust naar het zuiden gereden. Daar hebben wij Crac des Chaverliers bezocht, volgens TE Lawrence ‘the finest castel in the world’(LP). Het is een indrukwekkend kasteel, nog helemaal intact, waardoor je helemaal kan inbeelden hoe het vroeger moet zijn geweest om daar te wonen.

Damascus 1:
Helaas was het op de berg van Crac des Chaverlier ijs koud en hebben wij het kasteel maar kort bezocht. Wij waren van plan om daar te overnachten, maar de kou en de wind deden ons besluiten om door te rijden. Wij zijn toen naar Damascus gereden, de hoofdstad van Syrië en overigens een van de oudste steden ter wereld. Gelukkig hadden wij GPS coördinaten van de enige camping in Damascus (N33º31.781, E036º21.889). Na ons GPS-Lattakia-succes durfde wij dit wel aan en zijn weer regelrecht naar de bestemming gereden. Toen wij bij het hek van de camping stonden kwam, tot onze verbazing, Marielle ons open doen. Hier hebben wij twee nachten met hun gestaan. De dag erna wilde Roger en ik naar Damascus en namen een taxi van de camping naar het centrum (ongeveer 4 km, 1 euro). Daar aangekomen was de stad leeg. Echt helemaal leeg. Wij konden over de hoofdwegen wandelen, dwars door het centrum van de stad. Het was vrijdag! Dat betekend in moslim-landen dat het weekend is en dus was alles dicht. Daar hadden wij geen rekening mee gehouden. Toch hebben wij de moskee bezocht, die juist op vrijdag stervensdruk is, en wat door de stad gelopen. Helaas konden wij niet langer in Syrië blijven om de dag erna opnieuw Damascus te bezichtigen. De reden hiervoor is omdat je in Syrië diesel belasting moet betalen, een reuze 100 dollar per week(!) en dat wordt per week berekend, dus niet per dag. Als je een minuut te laat bent moet je opnieuw 100 dollar dokken. Hierdoor blijft iedereen met een diesel auto dus maar 1 week in Syrië. Met de gedachte dat wij toch weer terug moesten door Syrië, besloten wij Damascus te laten voor de terugweg. 1 december zijn wij de grens over gegaan naar Jordanië.

Geen opmerkingen: