THAILAND 2: Noord Thailand, Sukkothai, Friendship Bridge


Thailand weergeven op een grotere kaart

Thailand 2 = rode route


Eigenlijk hadden wij bedacht om kerst te vieren op een prachtig parel wit strand met een azuur blauwe zee. Dat leek ons wel wat. Maar, toen kregen wij de uitnodiging van Ad en Susan om samen met hun kerst te vieren. Zij verbleven bij een ander Nederlands koppel, Kees en Els, die een jaar eerder met de auto van Nederland naar Thailand zijn gereden en sinds dien bezig zijn met de bouw van hun huis in de buurt van Chiang Mai. Wij begrepen dat zij het ook gezellig vonden als wij langs zouden komen, ondanks dat het huis nog niet helemaal af is (overigens wel al bewoonbaar). Het was nog 10 dagen voor de kerst dus wilden wij eerst wat van Noord Thailand zien, alvorens hun in Chaing Mai op te zoeken.


 

Grens:

Na onze korte (dure) rivier oversteek kwamen wij aan in het noorden van Thailand bij Chiang Khong. In Thailand krijg je altijd een visum voor een maand op de grens, maar toen wij bij het loket aankwamen kregen wij maar een stempel voor 2 weken in ons paspoort. Wij hadden al gehoord dat de wet sinds kort was veranderd, maar hadden gehoopt dat het nog niet overal zou gelden. Wij hadden in Vientiane (hoofdstad Laos) een nieuw visum bij de ambassade willen halen, maar kwamen op een vrijdag aan en op dinsdag was het een feestdag, met het resultaat dat wij een week op het visum zouden moeten wachten. Wij besloten toen voor een 30 daagse visum aan de grens te gaan. Halverwege onze tocht naar het noorden van Laos was de wet veranderd en hoorde wij dat wij nu nog maar 2 weken zouden krijgen. Balen! Dit betekende dat wij ergens tussen kerst en oud en nieuw het land weer uit moesten.

Wij reden bijna het customs gebouw voorbij, maar na even zoeken wisten wij hem toch te vinden. In Thailand is je carnet officieel niet geldig, maar ze stempelen hem toch graag. Wel krijg je op de grens een 'simplified declaration form' een briefje die uiteindelijk gelijk is aan het carnet, maar zij schatten je auto altijd erg hoog in. Zo is onze auto 35.000 euro waard in Thailand. Bijna een hele goede reden om hem juist te verkopen! Als je niet binnen de aangegeven tijd het land uit bent moet je een boete betalen ter waarde van de door hun geschatte waarde van de auto. Niet echt iets waar je op zit te wachten. De auto mocht voor 1 maand het land in. Heeft hij even mazzel; mag twee weken langer blijven dan wij!


 

Sop Ruak:

Met de wetenschap dat wij nu krap aan tijd zaten zijn wij gelijk na de oversteek doorgereden naar onze eerste bestemming; the golden triangle. De gouden driehoek komt overeen met het drie landen punt in Nederland. Een punt helemaal in het noorden van Thailand die grenst aan twee andere landen, Myanmar en Laos. In Nederland ligt dit punt in Vaals op een 'berg', maar hier wordt de grens afgebakend door het bijeen komen van twee rivieren. Verder staat dit gebied bekend om zijn opium teelt die tot voor kort het grootste aandeel uitmaakte van 's werelds opiaten markt. Sinds kort heeft Thailand grof ingegrepen en zo goed als alle opium velden geruimd. Een programma heeft ervoor gezorgt dat de boeren nu anderen planten telen waar ze ook goed aan kunnen verdienen. Myanmar loopt nog steeds voorop wat betreft opium aandelen.

Omdat wij eigenlijk niet zo veel van opium weten behalve dat er veel goeds en ook veel slechts van gemaakt kan worden, zijn wij eerst naar het House of Opium gegaan om wat informatie in te winnen. Het was ontzettend leuk en verhelderend. Ze legde uit over de papaver teelt en hoe opium gewonnen wordt. Ook werd uitgelegd hoe je van de ruwe materialen heroïne kan maken, maar ook morfine. Verder werd kort wat beschreven over de 'Hill Tribes', de verschillende stammen van Noord Thailand, die nog steeds in dit gebied wonen. Een goede introductie voor het berggebied van Thailand. (In het winkeltje bij het museum kochten wij twee geweldig gedetailleerde kaarten van het noorden met verschillende offroad tochten erop, een echte aanrader voor overlanders met een 4x4: www.GT-Rider.com ).

Toen wij langs de rivier hadden gewandeld en foto's gemaakt van de gouden driehoek, gingen wij op zoek naar een geschikte slaapplaats. Wij kwamen uit bij Wat Phra That Phu Khao (N 20° 21.209, E100° 04.876), de parkeerplaats van een tempel op een berg boven het dorpje. Vanuit ons bedje hadden wij een prachtig uitzicht op de gouden driehoek. Het was er muis stil en de enige die langs zijn gekomen waren een paar monikken op weg naar de tempel. Een prima plekje dus. Er waren wel borden tegen de bomen gespijkert, waarop een tent met een rode streep er doorheen was geschilderd, maar de tekst was in het Thai's dus wisten wij niet precies wat ze ermee wilde zeggen, al hadden wij een redelijk idee erover, maar onze daktent lijkt niet in de verste verte op de tent die ze op de borden hedden geschilderd, dus hebben wij de bordjes maar genegeerd. Wij hebben de ervaring in Thailand dat de politie je redelijk met rust laat (meestal omdat ze geen Engels spreken) en zeker niet naar problemen gaat zoeken.


 

Chiang Rai:

Na een rustige nacht stonden wij vroeg op en reden richting Chiang Rai, een wat grotere stad in noord Thailand. Onderweg kwamen wij drie politie controles tegen. Elke keer werden wij, als enige, zonder controle doorgelaten, maar het was voor ons genoeg reden om serieus een autoverzekering te overwegen. Je bent in Thailand verplicht een WA verzekering te hebben. Nou is er niet een zodanig verschrikkelijk probleem als je dit papiertje bij een politiecontrole niet kan overhandigen, want dan krijg je gewoon een boete, maar oh wee als je hem niet hebt bij een aanrijding. Ongeacht of je schuldig bent of niet, een verzekering MOET je hebben, anders ben je het automatisch wel. Deze beredenering, in combinatie met het feit dat de auto's in Thailand duur zijn en de inwoners hun rijbewijs als actie in combinatie met twee pakken wasverzachter lijken te krijgen, was reden genoeg voor ons om toch maar een verzekering af te gaan sluiten. In Chiang Rai reden wij naar een bekend bedrijf en binnen een uur was het gepiept. Helaas moesten wij een verzekering voor een half jaar afsluiten en mocht dit niet korter waardoor wij 60 euro armer waren toen wij het kantoor uit liepen, maar wij voelde onszelf wel een stuk rustiger ermee.

Toen wij aan het eind van de middag Chaing Rai uitreden, gingen wij gelijk op zoek naar een geschikte overnachtingsplek. Wij volgden de 1089 richting Fang. Wij kwamen langs een aantal hotsprings en watervallen en vonden uiteindelijk een mooi plekje bij de Huai Ma Hin Fon waterval (N 20° 06.771, E099° 43.513). Toen wij nog even naar de waterval wilde lopen zeiden ze dat hij gesloten was ivm beestjes in het water waar je heel ziek van kon worden. Wij begrepen niet waar het precies om ging, maar hadden ook geen behoefte meer om te gaan kijken. Ze waren erg gastvrij en wij mochten gratis camperen en gebruik maken van douche en toilet. Super!

De volgende dag vervolgde wij de weg en maakten een uitstapje naar Doi Mae Salong, bekend als een Chinees dorpje hoog in de Thaise heuvels. Toen wij het dorpje in reden was het ook net alsof wij ons in het buurland waande. Wij slenterden wat door het dorp en proefden wat Chinese thee, waarna wij weer terug naar de hoofdroute reden en verder gingen. Op weg naar Fang kwamen wij langs Tha Ton dat bekend staat om zijn berg met zeven Boeddha's. Gelukkig was er, naast een wandelpad, ook een stijle smale weg omhoog, waardoor wij ons niet onnodig moe hoefde te maken. Autotje in zijn een en naar boven knallen!


 

Fang:

De dag eindigde bij de Fang hotsprings. Wij hadden gehoopt er een fijne slaapplaats te vinden en dat bleek ook zo te zijn (N 19° 57.788, E099°09.275). De hotsprings liggen aan de ingang van een nationaal park. Er zijn mogelijkheden om te slapen, zelfs een camping (waar wij geen gebruik van hebben gemaakt), en voor een klein bedrag kan men zwemmen in een warm mineraal bad. Toen de zon onder was, gingen wij naar de hotsprings om eerst van een voetmassage van een uur te genieten, waarna wij voor het volgend uur, een prive badje huurde. Voor het eerst sinds een jaar in bad, heerlijk! Het koelt hier 's avonds nog goed af, dus nadat wij geweekt en gemasseerd waren, kropen wij lekker warm en moe onder de wol.

Vanaf Fang stond een offroad pad op de agenda. Wij hadden een pad op de kaart uitgekozen waar 'caution: extremely steep' bij stond. Dat leek ons wel wat en we hebben het geweten! Het was een spannende weg door de bergen langs de grens van Myanmar. (Een goed alternatief als slaapplaats bij de Mae Mao dam: N 19°59.242, E099° 05.348) Omdat wij zo dicht bij de grens waren, moesten wij langs een militair checkpoint die ons even onder de loep nam. Wij werden goedgekeurd en mochten doorrijden. Halverwege maakte wij een stop voor de lunch in Doi Ang Khang, die ze ook wel 'little Zwitserland' noemen. Wij zagen inderdaad wat overeenkomsten, maar waren niet echt onder de indruk van dit dorpje. Na de lunch begonnen wij aan ons tweede stuk offroad, maar halverwege begon ik me heel slecht te voelen. Wij probeerde even te rusten om te zien of het over ging, maar het leek alleen maar erger te worden dus besloten wij Ad en Susan iets eerder op te zoeken dan pas met de kerst. Wij vonden het een prettig gevoel dat wij dan dicht in de buurt van Chiang Mai waren, een grote stad, en dat wij uitgebreid en ongestoord bij Kees en Els in de tuin konden rusten. Dat bleek ook zo te zijn, want ze wonen op een super rustig plekje een aantal kilometer van de grote stad vandaan met de bergen op de achtergrond.


 

Chiang Mai:

Wij bleven vier nachten bij Kees en Els in de tuin staan om even weer op adem te komen en ook nog gezellig om met zijn zessen elke avond te eten. De dagen waren rustig en elke dag werd er door een ander koppel gekookt.

Op de vijfde dag besloten Roger en ik om toch nog wat van de omgeving te gaan bezichtigen en spaken af om tweede kerstdag weer terug te zijn zodat wij deze alsnog met Ad en Susan konden vieren.


 

Pai:

Wij reden eerst naar de Carrefour om wat inkopen te doen en namen toen de 1095 richting Pai. Onderweg kwamen wij wat watervallen tegen, maar omdat dit een toeristisch stukje Thailand is, vroegen ze 4 euro per persoon en nog eens 2 euro voor de auto om de waterval te bezichtigen. Wij hebben dus geen waterval meer gezien. Toen wij aankwamen in Pai hadden wij gehoopt weer bij de hotsprings te kunnen overnachten, maar ook hier vroegen ze hetzelfde bedrag. Gelukkig werden wij verwezen naar een resort met camping en kwamen uit bij een geweldig plekje langs de rivier (Pai Treehouse Resort: N 19° 18.896, E098° 16.788). Als wij meer tijd hadden gehad, hadden wij hier graag een paar nachten gestaan, maar helaas paste dat nu niet in ons schema. Wij stonden met de auto precies waar de olifanten van de buurt kwamen voor een bad en konden de hele tijd kijken hoe ze in het water kwamen spelen.

Pai is een hippie dorpje met veel barretjes en kunstwinkels. Wij hebben elkaar daar een uur 'los' gelaten zodat wij kerstkado's voor elkaar konden kopen. Maximaal 10 euro. Ik stond ervan te kijken hoeveel leuke dingen je hier voor een dergelijk bedrag kan kopen. Na onze inkopen en de lunch reden wij verder richting Nam Lod.


 

Nam Lod:

Nam Lod is een van de vele grotten die hier in de buurt te bezichtigen zijn. Wij kozen deze uit omdat er in de LP stond dat je met een bootje door de grot kan gaan en dat was ons in Laos erg bevallen. Het bleek een bamboevlot te zijn, die door een man vooruit werd geduwd. Ze vroegen een vast bedrag voor het vlot, dat je met maximaal vier mensen delen. Wij wachtten even tot wij nog twee toeristen aan zagen komen en zijn samen op een vlotje gestapt. Het werkelijke deel dat je op het vlot doorbrengt is niet veel, maar in combinatie met de wandeling was het een mooie grot om te zien. Toen wij rond zonsondergang richting de uitgang van de grot liepen, kwam het gekrijs van vogels ons al tegemoet. Elke avond vliegen hier honderden zwaluwen de grot in om te slapen en honderden vleermuizen de grot uit om te gaan jagen. De lucht zag er zwart van en de poepjes vlogen je om de oren.

De grot had een grote rustige parkeerplaats waar wij de auto hebben gezet voor de nacht (N 19°34.149, E098° 16.788). Het zou pas de volgende avond kerstavond zijn, maar omdat wij ( lees ik!) zo nieuwschierig waren naar elkaars kado's en onder de mom van, dat bepalen wij dit jaar lekker zelf, hebben wij die avond, gewoon een dag te vroeg, kerst gevierd. Van Roger kreeg ik een mooie ketting gemaakt van alle soorten steen die in Oost Azië voorkomen en een beedeltje voor aan mijn armband (een konijntje; erg toepasselijk!). Roger kreeg van mij een hangmat, gemaakt van parachutenstof in de kleuren van onze auto. Wij zijn nog van plan om veel aan het strand te staan dus het zal zeker nog van pas komen.


 

Offroaden:

Wij waren ondertussen weer helemaal aan de grens van Myanmar en moesten weer terug richting Chaing Mai. Dat kon via de gewone weg, maar wij kozen voor een zeer lange route binnendoor waarbij op de kaart stond: 'Forest trail 4WD ONLY, when wet, impassable'. Dat klonk spannend genoeg en na een korte stop in Mae Hong Son, sloegen wij de slechte zandweg in. Gelijk werden wij op de proef gesteld met een vreselijk stijle zandweg een berg op. Genoeg spanning om de adrenaline rijkelijk te laten vloeien en wij snakte naar meer.

Toen het bijna donker begon te worden kregen wij het een beetje benauwd, omdat wij niks anders hadden gereden behalve een zeer slechte zeer smalle weg, met aan de ene kant de stijle afgronden van de berg en de andere kant de berg zelf. Er was nergens een plekje om te overnachten of je moest ervoor kiezen om bij een dorp te staan. Toen kwam echter onze ervaringen van Laos boven en bij een dorp staan was wel het laatste wat wij wilde. Wij waren hier op een terrein waar de mensen best arm zijn en waar amper toeristen komen dus wilde wij geen aandacht trekken. Net toen wij de hoop hadden opgegeven, verscheen er een kort pad van de weg af waar wij de auto konden zetten (N 19° 11.806, E098° 09.927). Wij hebben niet heel goed geslapen omdat wij heel bewust waren van de gelijkenis met Laos toen wij overvallen werden. Er was niks anders dan kilometers slechte weg in beide richtingen, maar wij hadden weinig keus en moesten wel blijven slapen.

Natuurlijk was het hier heel anders en toen wij 's ochtends wakker werden zagen wij wat voor een prachtige plek wij hadden gestaan en vonden het jammer dat wij door een gebeurtenis in een ander land, toch angstig waren geweest.

Het was eerste kerstdag. Wij begonnen de dag rustig en gingen pas tegen de middag rijden. Weer vervolgde een leuke offroad dag met de nodige 'ik schijt zeven kleuren, laat me eruit!' van mij.

Wij wilden die dag Chiang Mai bereiken zodat wij de volgende ochtend nog wat van de stad konden zien alvorens terug te rijden naar Ad en Susan. Helaas hadden wij 's ochtends te lang getreuzelt en werd het onderweg al donker. Eenmaal aangekomen in de stad was het weer een crime om een slaapplek te vinden en kwamen wij uiteindelijk uit bij een parkeerplaats naast een tempel, maar wel midden in de stad!

Omdat het kerst was wilde wij toch graag uit eten, ondanks het feit dat wij pas om negen uur alles voor de nacht hadden geregeld. Wij hadden allebei zo'n zin in pizza en vonden het een perfecte kerstmaaltijd, dat eet je anders nooit met kerst. Na het eten was het natuurlijk familietijd en hebben wij tot twee uur 's nachts met de van Hoofs en Kortenrays geskyped. Lang leven de moderne tijd!

Tweede kerstdag regende het. Wij hebben nog een poging gedaan om wat te bezichtigen, maar ten eerste viel de stad ons best tegen, ten tweede konden wij het niet meer opbrengen om nog maar één tempel te zien (en dat is een beetje wat hier te doen is) en ten derde, zoals ik al zei, het regende.


 

Chiang Mai 2:

Aan het eind van de middag reden wij het zandpad op richting het huis van Kees en Els. Zij hadden wat tegenslagen met het huis gehad en keken uit naar een rustige avond samen, dus voegde wij ons bij Ad en Susan in hun vrachtwagen-huis waar wij heerlijk hebben genoten van een échte kerstmaaltijd: kaasfondu. Mmmmm! De volgende dag zouden wij met zijn vieren op een tokkelbaan door de bomen slingeren, maar Susan was ziek en het leek ons beter om weer terug naar Laos te rijden. Na veel overwegingen besloten wij terug naar Vientiane te rijden (via Thailand deze keer) om alsnog bij de ambassade een visum voor twee maanden te halen. Hierdoor konden wij verder voor de rest van Thailand, zonder zorgen genieten. Wij zeiden Kees, Els, Ad en Susan goeddag en knalde via de snelweg richting de grens.


 

Sukkothai:

Onderweg kwamen wij langs Sukkothai met zijn bekende historische dorp. Wij wisten dat wij niet meer terug zouden komen in het noorden en hebben een paar uur gebruikt om de oude stad te bezichtigen. Het was prachtig en wij waren blij de korte stop te hebben gemaakt. We waren nog niet moe en reden tot laat in de avond verder richting Laos. Onderweg sliepen wij langs de weg bij een tankstation (in de buurt van Lomsak: N 16° 44.000, E101° 13.676) en reden de volgende ochtend naar de grens, de friendship bridge. Het was een makkelijke grensovergang en wij konden een visum voor Laos op de grens kopen. Wij werden door de Laose visumbeambte beschuldigd voor 'visa runners'; mensen die alleen voor een paar dagen naar Laos komen om een nieuw visum voor Thailand te halen. Het was natuurlijk waar, maar wij vroegen ons af waar hij zich mee bemoeide, aangezien Laos daardoor wel 20 euro pp in zijn zak kan steken voor de Laose visum die wij moesten kopen. Vanwege de nieuwe twee-week visum regel van Thailand, wordt Laos tegenwoordig stinkend rijk door al de 'visa runners'.


 

28 december gingen wij de grens over naar Laos.