OMAN 2: Muskat, Barr al Hikman, Masirah Eiland


View Larger Map
Oman 2 = groene route


Algemeen:
Oman wordt geregeerd door Sultan Qaboos. Sinds zijn regeerschap is het land erg gemoderniseerd en is het bestaan van de mensen erop vooruit gegaan. Natuurlijk is dit voor het volk geweldig en de Sultan is dus ook erg geliefd. De Sultan heeft bijvoorbeeld ook, naar horen zeggen, al twee keer alle schulden van de lokale bevolking kwijtgescholden en er gaan geruchten dat hij dit een derde keer gaat doen. Snel een nieuw huis kopen, zou ik zeggen!! Een beetje van het ‘verwend nest syndroom’ zoals ik die in de VAE beschreef vind je hierin terug, maar dan in een mildere vorm. Of dit soort gulheden altijd goed zijn voor de mens is discutabel, maar goed, het heeft wel veel armen mensen geholpen om er weer bovenop te komen.
Ook in Oman wonen veel expats en zie je overal Indiërs die de arbeidersklasse vullen. Het is namelijk tot drie keer goedkoper om een Indische werknemer in te huren, dan een Omani werknemer. Deze mensen worden dus ook massaal ingehuurd door grote bedrijven om de loon kosten laag te houden. Sinds een aantal jaren zijn echter de grenzen zo goed als hermetisch afgesloten en is het niet meer zo makkelijk om zonder contract het land in te komen.
Naast de relaxte sfeer die in het land heerst, wordt er toch met strenge hand geregeerd door de Manicipalty, oftewel overheid. Er zijn vele regels rondom het dagelijks leven waar aan gehouden moet worden en je hebt het gevoel dat de overheid werkelijk van alles op de hoogte is. Zo is het bijvoorbeeld verboden om als Omani met een buitenlander te trouwen (een uitzondering is als de Omani HIV heeft!). Hoe Hassina het dus voor elkaar heeft gekregen is mij een raadsel en erg bijzonder, maar naar haar verhalen heeft het ook veel bloed, zweet, tranen en tijd gekost om door de overheid toestemming te krijgen. Uiteraard moest Roderik zich hiervoor in elk geval bekeren tot het Moslim geloof.
Een buitenechtelijke zwangerschap wordt ook zwaar gestraft. Het eerste waar naar gevraagd word als je bij de doktor komt om een zwangerschapstest te laten doen en deze positief blijkt te zijn, is je trouwakte! Heb je deze niet, dan verdwijn je regelrecht de gevangenis in en als het bekend is wie de ‘schuldige’ man is, vliegt hij er net zo hard achteraan. Het is zelfs zo erg, dat na een bepaalde leeftijd, alle meiden van de middelbare school, om de drie maanden, verplicht een zwangerschapstest moeten doen. Om maar niet te spreken over de verplichte jaarlijkse aids test die voor alle scholieren geldt. Je wil niet weten wat gebeurd als die test positief blijkt te zijn…

Gelukkig heb je tijdens het reizen maar weinig met dit soort dingen te maken. Toch ben je bewust van de omgeving waarin jij je bevind en ga je op de vraag: ‘Zijn jullie getrouwd?’, al snel ‘ja’ antwoorden. Dit geldt overigens voor alle moslim landen. In Istanbul hebben wij in de bazaar zilveren trouwringen gekocht en hebben deze sindsdien om onze vinger. (Misschien haalt dit veel speculatie weg over een stiekem huwelijk tussen Roger en mij omdat jullie gegarandeerd de ring om zijn vinger hebben gezien op de foto’s! Sorry, het is nep!)
Op de vraag: ‘Hebben jullie kinderen?’, reageren wij: ‘Nog niet want wij zijn nog maar net op huwelijksreis’. Waarna de persoon die ons aansprak alwetend knikt en glimlacht. ‘Misschien ben je binnenkort wel zwanger!’…. ‘Wij hopen het! Inshallah (=als God het wil)!!’. Huhummm…
Dit is een standaard verloop van een gesprek die wij in het Midden Oosten hebben gehad. Soms zeggen wij dat wij al drie kinderen hebben, allemaal zonen natuurlijk, en dat wij ze bij opa en oma hebben achter gelaten. Het feit dat jij je kinderen een jaar lang ergens achter laat wordt totaal niet als raar beschouwd en dan is men alleen onder de indruk van het geluk dat wij hebben om drie zonen te mogen baren!

Muskat 2b:
Toen mijn moeder vertrok vanuit Muskat hebben wij nog een aantal dagen bij Hassina gespendeerd. Wij moesten namelijk een nieuw visum voor Pakistan aanvragen, de vorige was inmiddels verlopen; een nieuw visum voor Iran aanvragen; het visum van Oman verlengen (deze is maar een maand geldig) en wij wilde wat spuitwerk aan de auto verrichten. Genoeg te doen dus! Het visum voor Iran was binnen een dag geregeld, dus dat ging gesmeerd. De visum voor Pakistan mochten wij in Oman niet aanvragen omdat wij geen inwoners van Oman zijn!? Wat dat met Pakistan te maken heeft is mij een raadsel, maar het was gewoon niet mogelijk. Dit was een kleine tegenslag, maar wij wisten dat wij in de VAE opnieuw een aanvraag konden doen met, hopelijk, een positievere uitkomsten. De verlenging van onze Oman visum was ook binnen een dag geregeld en toen hoefde wij alleen nog de auto te laten spuiten.
Wij hadden namelijk behoorlijk wat roest plekken gekregen rondom de wielkassen, bij de deuren en op de motorkap. Op sommige plekken was het volledig doorgeroest, dus het werd hoogste tijd om er iets aan te doen. Gelukkig was er een grote Toyota garage in Muskat en voor een redelijk bedrag hebben ze vijf dagen aan de auto gewerkt. Halverwege zijn wij gaan kijken hoe het er allemaal uit zag en waren gelukkig blij met het resultaat. In de doorgeroeste plekken hadden ze nieuw plaatwerk gelast en hij begon er weer als nieuw uit te zien. Helaas moest Hassina halverwege de week vertrekken. Ze zou voor een half jaar naar Nederland gaan om in hun huis in Amsterdam te verblijven. In de tijd die wij nog nodig hadden voor de reparaties aan de auto mochten wij bij haar broer logeren. Het was voor ons allemaal super relaxed en wij zijn erg dankbaar, want al onze spullen lagen bij Hassina opgeslagen. Wij hebben daardoor de auto helemaal leeg bij de dealer kunnen afgeleveren, en dat was ons ergens anders nooit gelukt!

Barr al Hikman:
Na een week was eindelijk alles klaar en wij stonden te popelen om te vertrekken. Het was weer hoogste tijd voor ons om verder te reizen. Wij hebben samen met mijn moeder een relatief klein gedeelte van Oman gezien, dus wilde wij nog erg graag de rest gaan ontdekken. De eerste bestemming op onze lijst was Barr al Hikman. Het werd ons, door meerdere mensen, sterk afgeraden om hier alleen naar toe te gaan en al helemaal niet zonder GPS coördinaten. Barr al Hikman is namelijk een gigantische zoutvlakte waar, als je al niet verdwaald, de kans dat je in drijfzand terecht komt aanzienlijk groot is, met alle gevolgen van dien. Er wordt gezegd dat je hier absolute niet zonder grote hoeveelheden water en diesel naar toe moet gaan want als je de weg kwijt raakt kan het dagen duren voordat jij de weg terug vindt of iemand jou vindt. Nou, lekker aanmoedigend!! Uiteraard hadden wij niemand om mee te gaan, maaaaar hadden wij nou net wel 1 waypoint van een prachtig kampeerplekje aan zee, zo’n 40 kilometer van het dorpje Hijj. Wij besloten dus maar een poging te wagen. Wij hadden namelijk foto’s gezien van het meest zuidelijke puntje van Barr al Hikman en die waren prachtig!
De manier om met drijfzand om te gaan is simpel: blijf op een weg rijden! Nu zijn er in Barr al Hikman geen wegen, maar er lopen vele tracks kris kras door elkaar heen, over de vlakte. Het is dus alleen nog maar een kwestie van de juiste track te kiezen om je bestemming te bereiken. Met de enige waypoint die wij hadden in de GPS getoetst (N20º22.331, E058º17.615) heb ik Roger over de vlakte genavigeerd. Om de zoveel meter moest ik weer kiezen voor het rechter of linker pad, terwijl ze allebei de verkeerde kant op gingen! Omdat wij het toch wel spannend vonden besloten wij om de 5 kilometer of bij een bijzondere splitsing, een waypoint te noteren, zodat wij in elk geval de weg terug zouden vinden. Twee uur later en 60 kilometer verder, (niet geheel een rechte lijn dus!), kwamen wij aan in een paradijs! Het is voor mij het aller mooiste plekje op aarde!! Wat hebben wij daar genoten. Ik kon er wel een week blijven. Helemaal weg van alles en iedereen stonden wij op een zand richel, met aan de ene kant een azuur blauwe zee (golf van Oman) met zijn spierwitte stranden en aan de andere kant een soort uiterwaarden van de zee met overal om je heen verschillende zee vogels, waaronder (voor ons DE reden om hier te komen) de flamingo’s.

Masirah Eiland:
Na twee dagen vogelspotten en relaxen op Barr al Hikman zijn wij teruggereden naar Hijj en hebben onze reis vervolgt in de richting van Masirah Eiland. In de zomer van 2007 is er een alles verwoestende orkaan langs de kust van Oman gewaaid en deze heeft veel schade bij verschillende kustplaatsen aangericht. Bijvoorbeeld in Sur hadden wij daar bewijs van gezien. Er werd gezegd dat Masirah eiland zwaar getroffen was en dat er nog maar weinig reden was om naar het eiland te gaan. Wij wisten echter dat het eiland een en al bestaat uit legplaatsen voor zeeschildpadden, en wij hadden het vermoeden dat een orkaan daar niks aan zou veranderen, dus besloten wij alsnog naar Masirah te gaan.
Vanaf het vaste land varen geregeld ferry’s van en naar het eiland en voor 20 euro zit je met je auto, binnen anderhalf uur, op de plek van bestemming. De boot vaart naar Hilf, een niet al te aardig dorpje, maar met genoeg winkeltjes om wat inkopen te doen. Vanaf Hilf wilde wij naar het meest noordelijk puntje van het eiland, Ras Hilf, om een nachtje op het strand te staan in de hoop schildpadden te zien. Dit idee werd gelijk afgekapt toen wij tegen een militaire post aanreden met een bewaker die ons mededeelde dat sinds kort het noordelijk deel van het eiland militair gebied is geworden en dus niet toegankelijk voor burgers. Shit!
Het werd al bijna donker, dus reden wij langs het hek van het militair gebied tot aan de zee en zochten een plekje zo noord mogelijk om te staan (N20º38.400, E058º54.198). Die nacht hebben wij helaas geen schildpadden gezien, maar wel hordes ‘ghost crabs’, die voor onze voeten over het strand schoten richting hun holletjes.
De volgende dag besloten wij, tegen de klok in, rond het eiland te rijden en regelmatig bij het strand te stoppen op zoek naar bewijs van leggende schildpadden. Als het goed is, zou je hun paden duidelijk door het zand moeten zien lopen, want dat hadden wij in Ras al Jinz zo ervaren (zie foto’s).
Het eiland zelf is niet zo bijzonder. Het is een lege vlakte met in het midden een paar bergen/ heuvels zonder begroeiing en mooie stranden rondom. De westkust, die het dichtst tegen het vasteland aanligt heeft prachtige witte bounty-eiland standen en een rustige zee. Hier vonden wij helaas nergens bewijs dat er schildpadden waren geweest want het waren perfecte kampeerplekjes. De oostkust ligt aan de open zee, die helemaal strekt tot aan India. Hier is de zee dus ook veel ruwer, de kust meer rotsachtig en de stranden van kiezel in plaats van zand. Omdat er werkelijk niks is op het eiland, was er ook weinig waar schade aan verricht had kunnen worden door de orkaan en wij hebben geen bewijs van schade gezien.
Eenmaal aangekomen bij het meest zuidelijke punt van het eiland werden wij eindelijk beloond met duidelijke sporen van schildpadden (N20º09.732, E058º38.163). Er stonden daar ook vele vissers hun vangst binnen te halen en toen wij aankwamen rijden werden wij de meest lekkere visjes aangeboden. Van haai tot merlijn, alles lag in hun kleine houten bootjes. De rest van de middag hebben wij gekeken hoe de bootjes een voor een door Toyota’s het strand op werden getrokken en naar de bijzondere vissen die ze allemaal binnen haalde.
Die nacht zijn wij weer in alle vroegte uit ons bed geklommen om op zoek te gaan naar schildpadden. Weer hebben wij geen een kunnen vinden! Toen wij later op de ochtend in het daglicht opnieuw gingen kijken, bleken er toch nieuwe sporen tussen te zitten. Wij hadden ze dus gemist!
Opnieuw gingen wij verder naar een volgende locatie en vervolgde onze route rondom het eiland. Ergens aan het eind van de middag kwamen wij halverwege de oostkust weer sporen van schilpadden tegen en besloten kamp op te slaan (N20º28.319, E058º53.834). Ik was inmiddels zo moe van al de gebroken nachten (zou toch denken dat ik daar wel tegen moet kunnen!) dat ik het niet meer kon opbrengen om te gaan kijken, dus ging Roger alleen de nacht in. Met onze walkie-talkie konden wij kontact houden en elke paar minuten hoorde ik: ‘niks te zien behalve krabben’ door het speakertje komen. Helaas was ook deze nacht geen succes. Deze keer zagen wij ‘s ochtends geen verse sporen door het zand lopen, dus er was niks die nacht geen schildpad geweest.
Wij waren een beetje klaar met het eiland en Roger was nu ook te moe om nog een nacht eruit te gaan, dus besloten wij terug te gaan naar het vastland. Wij moesten het maar doen met de fantastische ervaring van Ras al Jinz.

Oryx Sanctuary:
Via highway 32 zijn wij langs de oostkust richting Ad Duqm gereden. Na een overnachting op het strand bij Nafun (N19º49.334, E057º44.464) sloegen wij, na Ad Duqm, weer het binnenland in naar het westen. Er is namelijk middenin Oman een gigantisch beschermd natuurgebied, de Oryx Sanctuary. Een Oryx is een soort hert met de omvang van een koe (ik ben geen bioloog, sorry als dit echt een dramatische vergelijking is, maar het lijkt volgens mij op een grote gazelle. Het heeft in elk geval horens), die vorige eeuw zoveel gejaagd werden dat ze in Oman waren uitgestorven. Dit ging natuurlijk niet onopgemerkt en ‘Operation Oryx’ werd opgestart om de dieren weer terug in Oman te krijgen. Ze hadden een paar exemplaren in Jemen gevonden en in 1980 zijn er weer Oryxen teruggebracht naar Oman. Het ging hun in eerste instantie heel goed af, waardoor de populatie bloeide, maar toen nam de lokroep van grote sommen geld voor een exemplaar weer toe en begon het uitroeien van de dieren opnieuw met als resultaat dat de populatie weer drastisch daalde. Tegenwoordig wordt het reservaat door militairen bewaakt en dit schijnt te helpen.
Ook al ga je naar het reservaat, het zien van een wilde Oryx is absolute niet van zelfsprekend. De dieren zijn behoorlijk schuw en door hun camouflage (?! Spierwit in een bruin woestijn?) zou je hun ook maar moeilijk kunnen spotten. In het reservaat zelf worden een paar oryxen vastgehouden, dus dan kan je de dieren in elk geval zien, weliswaar in gevangenschap.
Vanaf de snelweg moet je nog zo’n 60 kilometer de woestijn in rijden om bij de officiële poort van het reservaat aan te komen. Hier deden wij behoorlijk lang over want er loopt alleen een zandpad met vele hobbels en kuilen. Onderweg keek ik met alle macht over de vlakte op zoek naar een oryx, maar helaas zonder resultaat. Wel zagen wij honderden kamelen, waar wij inmiddels niet meer warm of koud van worden, en een aantal Arabische gazellen, wat wel heel leuk was natuurlijk.
Toen wij eindelijk, bezweet van de hitte, aankwamen bij de poort van het reservaat werden wij door de beveiliging tegengehouden. “Hebben jullie een vergunning?” “Pardon?!” “Je moet een vergunning hebben van de Manicipalty (alweer die overheid!) om het reservaat in te mogen.” Wij wisten niet wat wij hoorde. “En waar moeten wij die vergunning dan halen?” vroegen wij. “In Muskat.” !!! Dat geloof je toch niet! Wij legde uit dat wij die vergunning niet hadden, maar dat wij bereidt waren om geld neer te leggen om de reservaat in te gaan. Zij opperde dat het misschien een idee was om ‘even’ terug te rijden. Dat zou 500 kilometer terug naar het noorden zijn en wij waren op weg naar het zuiden! Na veel discussie werd het ons duidelijk dat wij het konden shaken. Er was geen mogelijkheid op aarde dat wij binnen gelaten zouden worden. Met de moed in onze schoenen gezakt, liepen wij terug naar de auto. Helaas zouden wij geen oryxen gaan zien tijdens onze reis.
Net toen wij weg wilde rijden kwam een bewaker naar ons toe. Hij had toch ergens medelijden voor ons gevonden en vroeg of wij een oryx wilde zien. Erg graag! riepen wij uit. Hij gebaarde dat wij met hem mee moesten en stapte in zijn Toyota. Na een seconde twijfel besloten wij het erop te wagen en stapte bij hem in. Hij reed ons langs het hek van het reservaat een stukje van de gebouwen vandaan en ja hoor, daar stond een Oryx aan het hek! En nog wel een wilde ook! Hij legde uit dat er in het reservaat alleen vrouwtjes worden gehouden en dat trekt regelmatig hitsige mannetjes naar het hek van het reservaat. Deze banjeren dan dagen land gefrustreerd op en neer langs het hek. Ach wat sneu!.. maar niet voor ons natuurlijk. Na genoeg foto’s te hebben genomen nam hij ons terug naar onze auto. Wij bedankte hem hartelijk en reden weer de lange weg terug naar de snelweg. Gelukkig dus niet voor niks!

De rest van de dag hebben wij gebruikt om kilometers af te leggen. De weg naar Salalah, in het zuiden is verschrikkelijk lang en uitermate saai. Nog nooit heb ik zo’n saai stuk weg afgelegd. De afstand tussen Muskat en Salalah is 1023 km en daarvan zijn alleen de eerste 500 enig sinds bezienswaardig. Wij hadden de verdere 500 kilometer iet wat onderschat en hebben tijdens de rit meerdere keren onszelf afgevraagd of het wel de moeite waard was. Dat moest nog maar blijken. De meeste mensen slaan om deze reden Salalah over, maar wij hadden van vele locals en van Hassina gehoord dat het wel degelijk een prachtige plek was. Nou, okay dan!

OMAN 1: Muskat, Wadi Bani Awf, Jebal Shams, Nizwa, Wahiba sands, White Beach, Wadi Tiwi, Wadi Ash Shab, Sur, Raz al Jinz, Muskat


View Larger Map
Oman 1 = rode route


Wat een prachtig land! Oman had vele highlights van onze reis en wij hebben erg van het land genoten. Tot nu toe misschien wel het mooiste land waar wij zijn geweest. Er is zo ontzettend veel natuur schoon, je raakt niet uitgekeken! Het heeft alles te bieden; prachtig witte stranden, wilde dieren, bergen, woestijn en wadi’s. Wat wil je nog meer?!

Het eerste wat wij hebben gedaan in Oman is twee offroad reisboeken aangeschaft. (Off-road Oman ISBN 109768182482 en Off-road in the Sultanate of Oman ISBN 9781860631641). Hierin staan namelijk tientallen 4x4 tochten door heel Oman, compleet met campingplekjes en waypoints. Echt super om te hebben. Veel van de tochten gaan door de talloze wadi’s die in Oman te vinden zijn. Een wadi is een droge rivierbed die, als het droog is, een uitdagende 4x4 terrein vormt. Als het echter regent, worden wadi’s binnen enkele minuten omgetoverd tot gevaarlijk woeste rivieren. Dit zijn de zogenoemde ‘flash floods’ en er zijn menig mensen omgekomen door het verkeerd inschatten van het weer. Wadi’s vormen wel perfecte kampeer gelegenheden maar het is belangrijk om van te voren het weer te controleren om te zien of het niet beter is om het wat hoger op te zoeken.
Wat heeft onze auto zich in dit land kunnen bewijzen! Alle soorten terrein heeft hij moeten trotseren en dat is ook elke keer gelukt. Wij hebben (maar) drie keer vastgezeten in het zand, dus dat viel volgens ons ook wel mee. Elke keer waren wij binnen een uur (zonder zandladders) weer vrij en konden verder rijden.

De twee weken dat mijn moeder (Annick) er was zijn voorbij gevlogen en voordat wij het wisten was het (helaas) alweer tijd om afscheid te nemen. Terug kijkend waren die twee weken het meest divers van wat wij in Oman hebben gezien, dus is mijn moeder (volgens mij) met een perfecte indruk van Oman naar huis gegaan.
Helaas is Oman een duur land om zomaar vanuit Nederland te bezichtigen. De hotels zijn prijzig, budget hostels kennen ze niet en voor de meeste activiteiten die je wil doen wordt de hoofdprijs gevraagd. Volgens een toeristenbureau kost het maar liefst 50 euro per dag om een jeep te huren en nog eens 50 euro per dag als je er een gids bij wilt. Dat loopt dus behoorlijk op als je een vakantie wil ervaren zoals mijn moeder dat heeft gedaan. Gelukkig voor ons konden wij het land spot goedkoop bezoeken. Wij hebben in totaal vijf weken in Oman en drie weken in de VAE doorgebracht (net zo’n duur land) en hebben in die twee maanden, afgezien van twee nachten (Wahiba sands en Raz al Jinz), geen een keer voor een overnachting betaald en bijna elke avond een kampvuurtje gemaakt waar wij ons kippetje of biefstukje op roosterde. Het was echt even heerlijk kamperen! Op de laatste dag van Annick’s vakantie hebben wij de centjes geteld en kwamen erachter dat wij in de twee weken 120 euro per persoon hadden opgemaakt! Dat is nog goedkoper dan een weekje Friesland!
Een tip dus voor mensen die van kamperen houden en niet het geld hebben om een land zoals Oman te bezichtigen: neem je tentje mee! Je mag hier overal wild kamperen en het is absolute een veilig land om dat dan ook te doen. Hierdoor hebben wij op de meest fantastische plekken overnacht. Zelfs in de grote steden hebben wij gewoon op het strand gestaan. Wel MOET je een 4x4 hebben in dit land. Huur je een stadsautootje, dan heb je Oman niet echt ervaren.

Toen mijn moeder aankwam op het vliegveld had ze bij de duty free, vier flessen sterke drank voor ons gescoord. Dat was natuurlijk smullen na al die weken alcohol vrij. Het feit dat ze zelf in de twee weken dat ze er was de helft heeft verzopen zullen wij maar verder buiten beschouwing laten! Gelijk na haar aankomst op 10 februari, zijn wij naar het Hyatt gereden om van ons eerste pilsje sinds eind december, te genieten. Daarna zijn wij naar het huis van Hassina en Roderik gegaan en heeft mijn moeder even een dagje kunnen bijkomen van de vlucht.
Om een beetje variatie in een misschien anders saaie tekst heb ik mijn moeder gevraagd of zij het stuk wil schrijven over de twee weken die ze met ons heeft meegemaakt. Wonderbaarlijk stribbelde ze niet tegen en vond het volgens mij zelfs wel leuk om te doen.


Hier volgt dus het verhaal van Annick in Oman:
Van 10 tot 24 februari heb ik met Karlijn en Roger mee mogen rijden. op een klein stukje van hun lange reis.
Zondagochtend 10 februari om 8.00 uur werden Wim en ik naar Schiphol gebracht door Maria. Wim en Maria zijn vrienden van vroeger, ze hebben een paar jaar in Oman gewoond en zijn nu alweer 3 jaar in Nederland. Wim ging toevallig met hetzelfde toestel naar Oman voor zijn werk. Van hun kreeg ik een hele reeks namen van plaatsen die zeer de moeite waard zijn om te bezoeken. Om 10.00 uur vertrokken we en na een stop in Koeweit kwamen we ’s avonds half 11 lokale tijd aan ( 3 uur tijdsverschil). Nadat ik mijn visum had gekocht mochten we erin. Daar stonden Karlijn, Roger en Hassina op ons te wachten. Heerlijk om elkaar weer te zien en te knuffelen! En wat een zomerse temperatuur! We brachten Wim naar het Hyatt Hotel, waar we een lekkere pot bier dronken. Vooral K&R waren hier hard aan toe na het droge Iran en de Ver. Emiraten. Ook Oman is droog. Je kunt er nergens drank kopen. Gelukkig had ik wat taxfree meegenomen en Wim ook voor ons, dus dat zat wel goed. Daarna reden we naar Hassina haar huis, niet ver ten westen van het vliegveld richting As Seeb. Het was donker, dus heb ik nog niet veel van Muscat gezien. Het deel van Muscat waar ze wonen heet Al Hail.
Maandag was een rustige dag. Het weer was stralend en een graad of 25. Nu zag ik pas dat het huis vlak aan zee ligt, mooi uitzicht vanaf het dak. Alle huizen zijn wit en hebben een muur eromheen. De huizen zijn groot, maar er wonen dan ook hele families, ouders, kinderen, kleinkinderen en soms ooms en tantes!!
We hebben in de boeken gekeken naar wat we allemaal wilden gaan zien. Hassina had een prachtig boek: Oman, off-road, 26 Adventurous Routes, dit werd ons lijfboek. De auto werd opnieuw ingedeeld. Gelukkig kon er het een en ander van K&R bij Hassina blijven zodat er ruimte was voor mijn spullen en een extra camping stoel. Er was voor mij een prachtige zetel ingebouwd: plastic kindertuinstoeltje in het gangpad, dat wonder boven wonder zeer comfortabel zat! De hele reis hebben Karlijn en ik er om beurten gezeten.
’s Avonds zijn we met Hassina naar de Mutrah soek geweest, een overdekte bazaar met een wirwar van kronkelende steegjes waar je al die specifieke Omaanse kruiden ruikt, maar we kwamen te laat, alles was al aan het sluiten, helaas. Het was ook een heel eind rijden, want Muscat is een langgerekte stad. We deden er wel 3 kwartier over! Toen zijn we maar wat gaan eten bij een visrestaurant. Erg lekker , met een groot glas groene mintdrank (ik weet niet meer hoe het heet, maar het is een heerlijke dorstlesser).
Morgen, de grote dag van ons vertrek/avontuur!

Hassina vond het maar niks dat we nu al weg gingen. Maar goed, we waren er klaar voor. Bepakt en bezakt vertrokken we. Eerst naar de supermarkt Carrefour om in te slaan voor een aantal dagen. Nou dat deden we. Het is een prachtige winkel en ontzettend groot. Met een berg in ons karretje reden we de winkel uit. Dat moest allemaal een plekje krijgen in de auto! Gelukkig hebben ze een prima koelkastje (in het gangpad achter mijn stoeltje, handig) en al gauw konden we echt op pad. Eerst naar het strand of eerst de bergen in? Er werd besloten om eerst de bergen in te gaan.

We reden richting het westen over de snelweg richting Nakl. Voordat we de bergen ingingen, eerst nog even een voetenbad bij warm water bronnen van Wadi "Hammam", de uitgang van Wadi Mistal. Stukjes lunch hebben we aan de vissen gevoerd, die uit onze handen aten. Roger heeft zijn hengel netjes in de auto gelaten.
Toen reden we de bergen in. Er is sinds kort een doorgang van de kustzijde naar de woestijnzijde. Het was een geweldig prachtige route. We zijn 3 dagen in de bergen gebleven. Kale bergen in de meest fantastische kleuren. Wim had verteld dat hier hele stukken zeebodem, ovioliet, over het land waren geschoven. Boven hoog in de bergen vonden we dan ook schelpfossielen in het steen. Her en der komt water uit de grond en zijn er oases. Hier is dan een dorpje met een irrigatiesysteem, falaj, dat je overal door de bergen ziet lopen. De bomen zijn voornamelijk dadelpalmen. Overal lopen geiten rond, met ergens een herder.
Om een uur of 4 gingen we op zoek naar een kampeerplek. Hadden we een mooi plat stuk gevonden, waar de auto recht stond en er een plekje vlak was voor de tent, dan stopten we. De taken waren al snel verdeeld. Karlijn richtte ons zitplekje in, maakte de borrel klaar en besloot wat we die dag aten. Roger ging op zoek naar brandhout en maakte een kampvuur. En ik kon het tentje opzetten en mijn bed op maken. Daarna was het wel ongeveer donker en zaten we lekker bij ons vuurtje en werd er soms gebarbequed of zat K aan het fornuis een pannetje te koken. Het was iedere avond helder, al gauw zagen we Orion en de Grote Beer, en kwamen er vele reisverhalen van K&R boven. Voor K&R was het "reis", maar voor mij echt vakantie hoor!
De eerste avond sliepen we in Wadi Bani Awf (N23º12.410, E57º23.040), daarna Wadi Jabal Shams (N23º13.699, E57º12.334) en Wadi Al Maydin (N22º59.663, E57º40.103), de ene plek al mooier dan de ander! Wel keken we ’s avonds goed of er wolken kwamen, want dan moet je niet in een wadi gaan staan. Met een regenbui kan het in de wadi een hele stroom worden.
De eerste ochtend was het vuurtje nog warm en rakelde ik het wat op. Al gauw zaten er 3 jongens bij, geitenhoeders. Een jongen had voetbal kleding aan. Er wordt hier overal gevoetbald. In het midden van niks ligt er ineens een voetbal"veld"; een zanderige vlakte met 2 goals. Het 4-wheeldrive-zandpad loopt er soms dwars overheen. We konden wat met ze praten in het engels over Amsterdam, Gullit enz. Toen zijn we toch maar weer zelf op onze stoelen gaan zitten en verdwenen ze achter hun geiten aan.

Na 3 dagen kwamen we bij een stadje, Nizwa. Hier is er een fort, die we hebben bezocht, met de grootste toren van het land. Bovenin heb je een prachtig uitzicht over het landschap, een zee van dadelpalmen, de bergen en een mooie blauw/gouden koepel van de moskee die ernaast ligt. Er heeft hier al een gebouw gestaan vanaf de 9e eeuw, maar deze fort is daarop in de 17e eeuw gebouwd. Daarna gingen we weer een wadi in voor de nacht. De volgende dag, vrijdag, was er markt, kalfjes, schapen, geiten, en een vismarkt. We zijn daar even geweest, maar wilden naar de woestijn en dat was een stuk rijden. Aan de rand van de Wahibi Woestijn liet Roger de banden half leeg lopen en konden we op pad. Ons boek zei: De eerste 6 km doorrijden anders zak je in het zand. Spannend hoor! Soms splitste het bandenspoor dat we volgden, maar Roger reed resoluut door en na 25 km kwamen we bij een kamp waar we de nacht hebben doorgebracht (Al Raha tourist camp: N22º15.428, E58º46.212). Het was zalig. Ik sliep in een huisje met douche en wc, dat was wat anders dan je hoofd onder het kraantje van de douchezak! We kregen koffie en thee en lagen met de andere gasten op kussens en pezische tapijten onder de blote hemel midden in die rode woestijn, wat een ervaring! Van hieruit kun je als toerist stoere dagtochten maken door de duinen met 4-wheeldrives of quods of kamelen.
’s Morgens zijn we de zandduinen op geklommen. Karlijn en ik stortten ons naar beneden en Roger maar filmen. Geen idee of dat iets is geworden, maar het was wel gaaf! Toen werd het tijd om richting zee te gaan. Het was inmiddels bijna volle maan, en we wilden zeeschildpadden zien die ‘s nachts op het strand komen om eieren te leggen. Maar eerst wilden we nog naar Wadi Bani Khalid We reden door een prachtige groene wadi met een heel steile doorgangspas, door kleine dorpjes en dan weer een kiezelvlakte. Op het einde waren pools, waar we in gezwommen hebben. ‘s Avonds, toen we ons kampeerplekje weer hadden ingericht in Wadi As Sihayl (N22º34.669, E59º00.090) hebben we foto’s zitten kijken op de computer, heel maf, een computer op schoot midden in de natuur! Maar wel heel leuk.
De volgende ochtend aan het ontbijt werden we bezocht door een hele kudde kamelen. Ze waren wel bang voor ons en bleven op afstand. Er waren veel kleintjes bij. Later kwamen er ook geiten en roofvogels, gieren?

Op weg naar de kust reden we door het Al Jabal al Abyad gebergte. Boven op de berg een eindeloze kale vlakte, stonden ineens tombes, gebouwd van kleine platte stenen. Vele waren half ingestort, maar enkele waren gerestaureerd, prachtig. Mooie plek voor de lunch, dus tafeltje naar buiten, stoelen erbij, lekker in de zon midden op een enorme verlaten vlakte met tombes!!
Na de lunch verder, eindelijk zagen we in de verte diep onder ons de zee. Maar eerst nog de afdaling... Vele haarspeldbochten, die niet in één keer waren te nemen, later kwamen we op White Beach (N22º53.555, E59º13.327). Een prachtig plekje om te kamperen en meteen een duik in zee. De volgende ochtend werden we wakker van de zon die boven de zee opkwam. We reden via Tiwi en Sur naar Ras al Jinz. In Sur geluncht bij een indisch restaurant. Karlijn vond in de koeling Bavaria malt, nou dit was geweldig, we hebben er echt van genoten!!
Bij Ras al Jinz (N22º25.435, E59º49.860) is een museum over het leven van de schildpad gebouwd, bijna klaar. Achter het museum was een camping aan het strand. Hier hebben gestaan.


’s Avonds zouden we door een gids opgehaald worden om het strand op te gaan. Er stonden 4 tentjes, dus wij zagen het wel zitten met zo’n klein groepje. Maar wat schetst onze verbazing toen om 21.00 uur er ineens een hele rits auto’s het terrein op kwam rijden... We waren met een groep van 50 man! Op het strand lagen een aantal schildpadden eieren te leggen. Het gevoel was erg dubbel. Van de ene kant was het een prachtig gezicht, heel bijzonder om mee te maken. Het was volle maan. De gids scheen met een zaklamp zodat je eieren kon zien. De schildpad had een diepe kuil gegraven, waarin ze wel honderd eieren met zachte schaal legde, die ze later met haar poten onder het zand schepte. Ze deed er uren over. En dan moest ze zich doodmoe uit haar kuil hijsen en de weg naar de zee terug vinden. Maar van de andere kant, wat sta je daar te doen met 50 man, de onrust rond het dier past niet. Gelukkig bleek dat we een van de laatsten zijn die dit mogen meemaken, want het strand gaat sluiten als het museum klaar is. Dan kun je het allemaal op de film zien. De volgende ochtend om 5.00 uur mochten we weer op het strand. Nu waren we alleen en hebben heel stil de hele gang van zaken kunnen bekijken terwijl de zon opkwam, fantastisch.
We hebben een rustdag ingelast, omdat we zo’n nacht nog een keer wilden meemaken. Heerlijk op het strand een boekje liggen lezen. ’s Avonds was het weer hetzelfde, met 50 man het strand op. En ’s morgens weer bijna alleen.

Die dag reden we terug naar White Beach, dat was ons prima bevallen. Onderweg namen we een take away van de Indiër uit Sur mee, lekker voor ’s avonds. Bij het plaatsje Tiwi zijn we naar wadi Tiwi geweest, zeer mooi en spectaculair, een door het water diep uitgesneden canyon. Overal water en kleine dorpjes met dadelpalmen en het falaj systeem.
De volgende dag hebben we door wadi Ash Sjab gewandeld. Alweer even prachtig, veel water waar overal gezwommen werd. We zijn tot het einde gegaan, waar pools waren waar je doorheen moest zwemmmen om dan door een spleet in de rotsen te zwemmen (spannend hoor!). We kwamen in een grot uit, waar ze, (ook K&R!) met een touw omhoog klommen om van hoog naar beneden te springen. We namen de kustweg tot Dibab, via wadi Al Arbiyyin op zoek naar een kampeerplek, die op de kaart aan gegeven stond. Maar die beviel ons niet, net naast een dorpje. Dus terug door de wadi, waar we later een prachtig, oorverdovend stil plekje vonden (Wadi as Suwayh, N23º03.319, E58º57.690).
Onze laatste "berg"dag was aangebroken. We gingen op weg naar een kampeerplek aan zee in de buurt van Muscat. Door het gebergte Al Hajar Ash Sharqr richting Al Hisn en Al Mazari, waar we onze lunch aan het water bij vissersboten opaten. De wegen zijn hier slecht, erg veel is weggespoeld door de orkaan van vorig jaar augustus. In de wadi Al Mayh was al een hele nieuwe weg, maar later liepen we dood op een weg richting het strand. Stukken weg staken links en rechts van het pad schots en scheef in de grond. We moesten een eind omrijden. Eindelijk vonden we een plekje op het strand, maar het zat niet mee, want we liepen vast. Wat ons in de woestijn niet gebeurde, gebeurde hier op het strand! Gelukkig waren er nog mensen en hebben we met vereende krachten de auto uitgeschept en weer hogerop gekregen. Een "aardige" man hielp ons nog met hout zoeken voor ons vuurtje. Maar toen hij dat gedaan had ging hij er eens gezellig bij zitten en was niet meer te porren om naar huis te gaan. Hij hoopte dat wij drank hadden en geloofde het niet dat we geen bier en whisky hadden! Nou dat hadden we echt niet dus na veel aandringen vertrok hij. Dat was de eerste nacht dat ik me af vroeg; lig ik wel veilig in mijn tentje? Toch prima geslapen hoor! (North beach bij As Sifah: N23º26.840, E58º46.852).
De volgende dag terug naar het huis van Hassina, waar ons een heerlijke douche te wachten stond.
Ze vond het jammer dat ik maar 1 dag in Muscat was, maar K&R zouden nog een paar dagen blijven. Die laatste dag zijn we door Muscat gereden, om de Sultan Kaboos Moskee te bekijken, het paleis van de Sultan, een Marine museum en een oud ingericht Omaans huis. En na een etentje met mijn vrienden Wim en Maria, zat het avontuur er voor mij op, helaas!!

Korte samenvatting:
Het was een onvergetelijk mooie reis, onder leiding van twee geweldig gezellige reisleiders; chauffeur Roger en navigator en kookprinses Karlijn.
Ik heb 100% genoten!!!