Merry Christmas!


Wij wensen iedereen een fijne kerst
en
een gelukkig 2008!
Vergeet niet ook onze verhalen over Syrie en Jordanie te lezen ın het mapje december!

SYRIE 2: Damascus, Palmyra, Hama, Aleppo, Grens Turkije


View Larger Map
Syrie 2 = rode route


De tweede keer Syrië. De grensovergang van Da’ra was in eerste instantie een beetje spannend. Wij hadden namelijk in Jordanië onze carnet niet laten afstempelen omdat dat volgens hun niet nodig was. In plaats daarvan kregen wij een bewijs van hun die wij weer moesten inleveren toen wij het land weer uit gingen. Dus toen wij in Syrië aankwamen snapte ze niet dat de laatste stempel in ons carnet die van hun was. En toen hadden wij ook nog geen visum. Big problem, had de man gezegd en zei dat wij naar Amman terug moesten om een visum te gaan halen. Toen wij een beetje zielig deden moesten wij maar wat formulieren invullen en dan zou hij kijken wat hij voor ons kon doen. Toen wij de formulieren inleverde kregen wij gelijk het visum en werd ons carnet gestempeld. Waarschijnlijk wilde hij ons alleen een beetje bang maken want er was dus niks aan de hand. Helaas moesten wij wel weer de 100 dollar dieseltax betalen (wij hadden gehoopt dat ze er niet naar zouden vragen). De autoverzekering die wij de eerste keer hadden gekocht was gelukkig nog geldig.
De verzekering is ook iets aparts. Je betaald een bedrag, maar je hebt totaal geen idee waar je voor verzekerd bent. Toen wij naar de polis vroegen werd er maar vreemd naar ons gekeken. Ik vroeg aan de verzekeringsmanneer wat ik dan moest doen in geval van een aanrijding. Of er een nummer was om te bellen om de schade op te nemen. Hij moest alleen maar lachen en zei toen; bel de politie maar, die regelen alles. Je kan begrijpen dat wij dus niet erg veel vertrouwen hebben in deze verzekering, maar zonder kom je het land gewoon niet in. Politics!

Bosra:
Wij hadden, heel handig (niet dus), op donderdag de grens genomen, dus wij wilde gelijk door naar Damascus om de stad nog te zien. Morgen zou het namelijk weer dicht zijn (vrijdag). Wij hadden van andere reizigers gehoord dat Bosra de moeite waard was om naartoe te gaan, dus besloten wij van de grensovergang eerst naar Bosra te rijden en vanuit daar vervolgens naar Damascus. Wij waren al om 9 uur de grens over dus dat moest makkelijk lukken. Het was absoluut de moeite waard. In Bosra is er een prachtig citadel met daarin een Romeinse theater. Wij hebben inmiddels al veel Romeinse theaters gezien, maar deze vonden wij wel een van de mooiste. Hier hebben wij een uurtje rondgelopen en zijn toen weer vertrokken naar Damascus.

Damascus 2:
Wij kozen ervoor om in Damascus op dezelfde camping te staan (en kregen deze keer 50% korting omdat wij er terug waren gekomen). Toen wij daar aankwamen stonden er vier andere auto’s en twee vrachtwagens. Het was dus een drukke bedoeling. Er waren drie Zwitserse auto’s en een Oostenrijker. Zij waren met elkaar op weg naar Egypte om daar de winter door te brengen en waren net voor ons gearriveerd. Wij hebben de auto neergezet en zijn gelijk weer vertrokken met de taxi naar het centrum. De andere reizigers verklaarde ons voor gek en vonden ons typische jeugd (zij waren allemaal gepensioneerd) die geen rust hadden tijdens het reizen. Toen wij uitlegde dat wij al eerder in Damascus waren geweest en uit ervaring wisten dat de stad de dag erna dicht zou zijn, geloofde ze ons niet. Ach ja, daar komen ze dan zelf wel achter.
Het was alsof wij in een compleet andere stad terecht waren gekomen. Wat een drukte! Wij hebben heerlijk door de straten gewandeld, hebben een terrasje gepikt, een bijzondere humus maaltijd gegeten en de souq bezocht. In Aqaba had Hanzi mij geadviseerd om in Syrië een chador te kopen omdat ze hier heel goedkoop zijn. Een chador is een soort zwart kleed (je zult me het later zien dragen) die je als vrouw over je kleren moet dragen in Iran. Het is niet verplicht als westerling om deze te dragen, als je maar een lang trui draagt tot halverwege je knieën en een lange broek of rok. Je enkels en armen moeten bedekt zijn en het moet allemaal ruim zitten. Het wordt natuurlijk enorm gewaardeerd als je een chador draagt. Ik koos ervoor om deze te kopen omdat het eigenlijk wel lekker makkelijk is, hoef ik in elk geval in Iran niet na te denken over wat ik moet aantrekken. In de souq van Damascus hebben wij een winkeltje gevonden die specifiek Iranese chadors verkocht (ik wil natuurlijk wel met de mode mee!) want die zijn heel anders dan die in Syrië. Voor 10 euro heb ik daar dus een chador met bijpassend hoofddoekje (absoluut verplicht in Iran) gekocht. Het enige probleem is dat ik veel langer ben dan de gemiddelde Iranese dus zijn de armen wat kort en valt hij niet tot op de grond, maar ja, ze moeten blij zijn dat ik er moeite voor doe.

Palmyra:
De dag erna regende het dus was dat voor ons het teken om te vertrekken. Naast het feit dat wij heel graag naar Palmyra wilde omdat het een van de highlights van Syrië is, hadden wij voor Palmyra een dubbele agenda… Wij hadden van betrouwbare bronnen gehoord dat je in Palmyra valse studentenkaarten kon laten maken. Daar zouden wij veel plezier van kunnen hebben wegens de korting die je als student bij alle bezienswaardigheden krijgt. Om als voorbeeld te benoemen; meeste attracties kosten in Syrië 300 pond, als student betaal je maar 10 pond. Dat is nogal een verschil! Niet dat het veel is, want 300 pond staat gelijk aan 4 euro, maar het loopt toch al gauw op als je alles wilt zien. Eigenlijk hadden wij het al eerder willen halen omdat wij wisten dat Jordanië peperduur is (Petra maar liefst 21 euro pp!) maar dat is ons toen niet, qua tijd, gelukt.
De weg van Damascus naar Palmyra is een weg van 250 kilometer dwars door de woestijn. Saaier kan het dus niet. Je zit letterlijk drie uur lang naar hetzelfde plaatje te kijken. Zand, zand en nog eens zand en allemaal vlak. En dan, in een keer, komt de oase dat Palmyra heet, tevoorschijn. Je ziet het ook niet aankomen totdat je er al bijna middenin zit. Palmyra is een oude karavaanstad met in en om het dorp heen, Grieks en Romeinse ruines. Het meeste gedeelte is gratis om te bezichtigen en ligt gewoon langs de weg verspreid.
Wij kwamen in de schemering aan en besloten gelijk op ons doel af te gaan, de pasjes. De ruines zouden er morgen toch nog staan. Een beetje giechelend en onzeker gingen wij het restaurant binnen waar wij ze konden halen. Omdat wij niet wisten hoe zoiets in zijn werk gaat en omdat er meerdere mensen zaten te eten gingen wij maar zitten en bestelde wat te eten. Wij wisten dat het een van de obers was die aan de illegale business deed, maar ja, welke?! In een gemiddeld Syrische restaurant lopen per tafel drie obers rond. Zo probeerde wij gedurende de avond elke ober te wenken en even een praatje mee te maken, maar er hapte niemand naar onze hint woordjes. Op een gegeven moment, na het eten (drie gangen om tijd te rekken) en zes kopen koffie waren wij ervan overtuigd dat het niet meer zou lukken. Het werd iets te vreemd dat wij er zo lang zaten. Net toen wij wilde betalen kwam er een man naar ons toe en vroeg hoe wij van het restaurant gehoord hadden. Was dit dan van zijn kant een hint?? Al knipogend vertelde wij hem dat wij de informatie hadden van een echtpaar die hier een paar weken eerder moet zijn geweest. Zij hadden hem aangeraden omdat hij al van
s-t-u-d-e-n-t (knipper, knipper, knipper) af aan kok was en lekkere gerechte maakte. Hij boog zich naar ons toe en vroeg of wij voor het eten of voor de pasjes waren gekomen. Studentenpasjes!!! Riepen wij bijna luidkeels door het restaurant. “After dinner you come in back and we do business” zei hij en verdween weer. Wat hij niet begreep is dat het voor ons al ‘after, after dinner’ was, maar om niet te enthousiast over te komen hebben wij nog maar een kopje koffie besteld en toen de rekening. Met een blaas die op barsten stond, werden wij na het eten door een gordijntje in een achteraf kamertje gebracht en ontmoete daar dezelfde man. Hij trok een boek uit de kast en had daar de kaartjes in verstopt. Het zou 15 dollar kosten en wij konden ze pas de volgende dag ophalen. Na onze gegevens te hebben achter gelaten zijn wij het restaurant uitgerend. Het leek wel een mafia film!
Die avond hebben wij de auto tussen de ruines in geparkeerd en hebben uren lang naar vallende sterren zitten kijken. Wij hadden weer een prachtig wild kampeerplekje gevonden tussen de tombes (N34º33.209, E038º15.375).

Hama:
Van Palmyra zijn wij doorgereden naar Homs en Hama. In Hama hebben wij op een parkeerplaats gestaan van het duurste hotel van Hama, (Apamee cham hotel: N35º08.191, E036º45.260) en de dag erna de waterratten van Hama bezocht. In Hama kwamen wij een man tegen die al twee en een half jaar de wereld rond aan het fietsen was! Hij was begonnen in Japan en Engeland (waar hij vandaan kwam) was zijn eindbestemming.

Van Hama naar Aleppo:
Om van Hama naar Aleppo te komen rij je gewoon regelrecht, via de snelweg, 180 kilometer omhoog. Wij wilde echter nog wat van Syrië zien voordat wij weer terug naar Turkije moesten en besloten de scenic route te nemen via het oosten van Syrië. Onderweg zijn wij door veel traditionele dorpjes gereden waar zij eerder ons als bezienswaardigheid beschouwde dan andersom en hebben nog een mooie ruïne bezocht; Qasr Ibn Warden. Hier kregen wij een gratis rondleiding, waarschijnlijk omdat wij de enige toeristen waren die er in maanden waren geweest. Daarna reden wij door naar de ruines van Andrin waar wij weer tussen de ruines hebben geslapen (N35º31.757, E037º21.682). Deze ruines vonden wij super omdat ze nog helemaal niet aangeroerd zijn. Overal om je heen duikt een stuk ruïne uit de grond op, maar dit is nog een walhalla voor archiologen om te ontdekken. Wat ook heel apart was, was dat er op bijna elke steen een uil zat. Dat gaf deze ruines in the middle of nowwhere een heel bijzonder gevoel. Ook die nacht hebben wij een regen van vallende sterren gezien. Vanuit ons bed kunnen wij door het fotoluikje in het dak de hele nacht naar de sterren kijken. ’s Ochtends bevonden wij ons in zeer dichte mist en hebben wij volledig op GPS (wij hadden waypoints van een camping in gekregen) naar Aleppo gereden. Wij hebben dus ook een hele dag gedaan over 60 kilometer!

Aleppo 2:
Van Linda en Hanzi hadden wij de waypoints van camping Salaam gekregen (N36º08.185, E036º52.385), ongeveer 20 kilometer buiten Aleppo, richting de Turkse grens. Omdat wij al een aantal nachten wild gestaan hadden wilde wij graag weer even douchen en bijkomen op een camping. Deze camping wordt gerund door een Belgische mevrouw die getrouwd is met een Syriër. Toen wij aankwamen werden wij gelijk uitgenodigd om bij hun te eten en de avond door te brengen. Wij hebben een super leuke avond gehad en heerlijk gegeten met als toetje een nargile (waterpijp) bij de thee. Mohammed vertelde aan het eind van de avond, familie de zijn van Sadam Hussein, nou als je hem ziet zou je zweren dat het Sadam zelf was. Toen Sadam nog door de Amerikanen gezocht werd, werd hij er regelmatig om hem heen gefluisterd. Zo zat hij een keer in een restaurant te eten, toen er een westerse vrouw binnen kwam, haar hand voor haar mond sloeg en met angstige ogen riep ‘Oh my God! It’s Sadam Hussein!!”. Later begrepen wij dat het niet zo moeilijk is om familie van de man te zijn, hij stamt namelijk af van een van de twee bedouine taken die er bestaan. Je bent dus of van de ene familie of van de andere en dan heb je dus ook gigantisch veel familieleden. Wij hebben zijn waterpijp als souvenier mogen overnemen en hebben al meerdere aanbiedingen ervoor gehad, zo mooi dat hij is.

Na nog een laatste overnachting langs de weg op een parkeerplaats (N36º06.011, E039º03.782) zijn wij op 19 december, bij Ar-Raqqa, de grens naar Turkije overgegaan. Omdat 19 december het begin van het slachtfeest is in Syrië, was er geen schaap op de grens en zijn wij zeer gemakkelijk Turkije weer in gekomen.

JORDANIE: Jerash, Aman, Dode zee, Dana NR, Petra, Aquaba, Wadi Rum


View Larger Map


Grensovergang:
Op 1 december zijn wij de grens overgegaan van Syrië naar Jordanië. Wij hebben de grensovergang van Da’ra genomen; eigenlijk ging het heel soepel op een stempeltje na. Dat komt omdat ze je niet vertellen wat je allemaal moet laten stempelen en als ze je wel vertellen wat je moet stempelen, wijzen ze je automatisch de verkeerde kant op (met als gevolg dat wij noeg wel een iets missen!). Inmiddels zijn we al gewend geraakt aan de hele procedure, maar het blijft altijd wel een beetje spannend! Opvallend was dat ze ons carnet niet stempelde. Wij kregen wel een ander bewijs dat we met de auto het land in en uit konden. Later hoorde wij van andere dat ze bij hun wel het carnet hadden gestempeld en dat er zelfs kosten aan waren verbonden.
Toen wij klaar waren met onze stempeltjes te verzamelen, mochten wij de grens over. Ik hoefde alleen nog maar een briefje af te geven bij de ‘boss’ met onze namen in het Arabisch erop geschreven. Helaas zat de officier niet op zijn plaats, maar hij zou elk moment terug zijn. Plotseling begon de moskee de oproep tot gebed. Verbazingwekkend kwamen er van de Syrische kant (waar wij nog stonden) wel 50 man aangelopen die nog niet de grens gepasseerd waren. En die mochten zomaar wel allemaal, zonder stempels(!), gaan bidden in de moskee aan de Jordaanse kant! De officier dus ook en konden wij dus wachten tot hij klaar was met bidden. Toen mochten wij eindelijk Jordanië in.

Ik moet even kwijt dat ik elke keer weer versteld sta hoe Karlijn ons door de straten loodst. Ik heb al contact met Tom-Tom gehad om een versie van Karlijn-Karlijn te laten produceren! Die versie is namelijk een stuk geavanceerder, want naast de weg wijzen kan ze ook nog een gesprek met je voeren, koffie zetten en mandarijntjes pellen, allemaal tegelijk! De enkele keer dat we naar de weg moeten vragen, is het omdat er helemaal geen borden staan, maar dit blijkt meestal alsnog overbodig, omdat Karlijn vaak de mensen moet vertellen waar we zijn in plaats van andersom. Dan rijden wij maar op haar richtinggevoel verder en dat werkt prima! Mochten wij, als wij terug komen, geen werk kunnen vinden, dan stuur ik Karlijn terug naar Ankara. Daar kon ze na twee dagen al zonder kaart alles vinden. Misschien kan ze hier wel overlanders naar alle ambassades brengen!

Jerash:
Onze eerste overnachtingsplek hadden we besloten om op een camping te gaan staan omdat het even wennen is in een nieuw land. Wij zijn naar Jerash gereden omdat er midden in het stadje, de goed bewaarde Romeinse ruines van de oude stad Jerash zijn overgebleven. Hier ontmoet oud met nieuw. De ruines zijn spectaculair om te zien. Het schijnt zo te zijn dat ze al 85 jaar bezig zijn met het opgraven van de ruines, en geschat wordt dat 90% van de oude stad nog niet opgegraven is.
Wij besloten om even bij de visitors center langs te gaan voor informatie en een kaart van de stad, hier aangekomen werd ons gelijk aangeboden om hier te overnachten! Hier hebben wij echter geen gebruik van gemaakt en was dat even een blunder! We zijn in plaats van hier te slapen, doorgereden naar de Olive Branch Resort. Dit Resort is de enige plek om te kamperen en hier hebben wij dus geslapen nadat ze ons een poot hadden uitgerukt! Het was de hoofdprijs! Wij betaalde 16 euro 50 voor de nacht en 8 euro voor twee flesjes Amstel, die ze waarschijnlijk samen met de rest van de Romeinse stad hadden opgegraven! Ze waren niet te zuipen! Later op de avond werd er bij ons op de auto geklopt; het bleken Marielle en Fulco met de honden te zijn. Het blijft toch leuk dat je elkaar steeds weer tegenkomt. Aangezien er een internet verbinding in het hotel was, hebben wij hier de hele avond gebruik van gemaakt om ons nog een beetje het gevoel te geven waar voor ons geld te hebben gekregen.
De dag erna hebben wij de ruines van Jerash bezocht. Na de zoveelste ruïne van onze reis, waren wij toch onder de indruk van de oude stad en wat er nog allemaal van bewaard is gebleven. Zeker een highlight!

Amman:
Wij besloten samen met Marielle en Fulco door te rijden naar Amman (de hoofdstad van Jordanie), waar het niet dat we reeds vertrokken waren en Karlijn de LP opensloeg en zag dat er een mooiere route was dan de geplande snelweg. Na een tweede kort overleg besloten M en F voor de snelweg te gaan en wij de scenic route. Het was inderdaad een prachtige route door de bergen. Wij wilde onderweg ergens een slaapplaats zoeken omdat het al donker begon te worden, maar vonden maar steeds geen geschikte locatie. In een keer werden wij overvallen door dichte mist, waardoor het nog sneller donker werd en wij hadden nog geen plek gevonden en wij moesten een hoge bergpas over. Het was hier zo mistig dat je geen hand voor ogen zag, laat staan andere weggebruikers! Zo hebben de andere weggebruikers de gewoonte om alleen met gevaren lichten, al knipperend, rond te rijden en, als je geluk hebt, doen ze ook de interieurverlichting aan. Ze zijn namelijk van mening dat als ze de koplampen aandoen, de accu te snel opraakt! Wij zijn dus stapvoets door de mist verder gereden. Ik hield de streep (voor zover hij aanwezig was) in het midden van de weg in de gaten en Karlijn de rest; overstekend wild, auto’s zonder licht en de, geheel in het zwart, gesluierde dames…! Ze zouden, voor dit soort omstandigheden, de dames moeten uitrusten met reflectie tape op hun sluiers! Het had niet veel gescheeld of we hadden een extra passagier op de bumper gehad!
Na geruime tijd werd het zicht beter. We hadden besloten om toch maar naar Amman door te rijden, het was immers toch al donker. Zo gezegd, zo gedaan. Eenmaal in Amman aangekomen, bleek het vinden van een slaapplek niet zo simpel, maar op dat moment kregen wij van een M en F een sms bericht: wij staan naast een hotel in Amman, waar zijn jullie? Na wat op en neer ge-sms, hadden wij de waypoints van hun locatie en konden wij op de gps naar hun toe rijden. Ze hadden toestemming van de beveiliging van het hotel gekregen om daar te overnachten, echter hadden ze er niet op gerekend dat er nog een tweede auto zou komen. Dus werd er met de hoofd van de beveiliging praten, met het gevolg dat ‘het beter was voor onze (?) veiligheid’ dat wij een andere slaapplaats zouden zoeken. Inclusief Fulco en Marielle, die er opeens ook niet meer mochten staan! Sorry guys!! Wij hadden hun plek voor de nacht verknald. Samen zijn wij toen maar naar een andere plek gaan zoeken, maar al snel bleek dat de regering de hotels had opgelegd om geen mensen meer op de parkeerplaatsen in hun auto’s/caravans te laten slapen. De reden hiervoor was, omdat er in Amman in 2005 bij het Continental Hotel, een bomaanslag was geweest. Er vielen veel doden, met name westerlingen die in het hotel verbleven. Toen begrepen wij dat het toch echt voor onze veiligheid was dat wij niet meer naast grote hotels gingen staan. Uiteindelijk hebben wij dus ergens op een wat rustigere weg de auto aan de kant gezet, onder een lantaarnpaal en alsnog een zeer gezellige avond met elkaar gehad. We kregen nog even bezoek van de politie, maar mochten gelukkig blijven staan. Eigenlijk ook een veilig gevoel dat alle vreemde wagens even gecontroleerd worden als je de voorgeschiedenis kent. Hij vertelde dat ze voor de nacht een oogje in het zeil zouden houden voor ons zodat wij zonder zorgen naar bed konden gaan.

De doopplaats van Jezus:
Vanuit Amman zijn wij naar de dode zee gereden. Wij waren echter zo vroeg uit Amman vertrokken, dat wij er al om 8 uur konden zijn. Dat was te vroeg om te zwemmen, dus zijn wij eerst naar de doopplaats van Jezus gaan bezoeken. Aangezien wij zo vroeg waren, konden wij met de eerste groep van de dag mee. Je moet namelijk met een busje vanaf de entree, verplicht met gids, naar de doopplaats worden gebracht. Wij hadden een hele enthousiaste gids die uitstekend engels sprak. Erg leuk! Wij besefte eigenlijk alle twee niet dat we zo kort bij Israël waren. De doopplek bevind zich namelijk aan de Jordaan (rivier), aan de kant van Jordanië waar vroeger de rivier stroomde. Door de jaren heen had de rivier zich een paar meter verder verplaatst. De Jordaan is de natuurlijke grens tussen Jordanië en Israël; respectievelijk de east- en de westbank. Wij hebben zelfs een glimp van Jeruzalem gezien en tot op vijf meter afstand van de westbank gestaan. Dit vonden wij allebei heel apart om te weten dat je zo dichtbij staat van zoveel problemen. De Jordaanse regering wil van de doopplaats een pelgrimsoord maken. Zeker de moeite waard om te bezoeken, alleen al vanwege het gebeid waarin jij je bevind!

Dode zee:
Toen wij bij de dode zee aankwamen werden wij gestopt door een Duitse camper. Het waren Linda en Hanzi, met hun hond Lucy. Zij tipte ons dat wij bij het movenpick hotel konden overnachten en dat wij hun daar ’s avonds zouden treffen. Wij wilde eerst een duik in de dode zee gaan nemen.
Een duik nemen in de dode zee kan op verschillende manieren. Als je maar zoetwater hebt om het zout na het zwemmen van je af te spoelen. Hierdoor moet je dus al snel gebruik maken van een van de betaalde zwem plaatsen. Als je dit bij een van de resorts doet, kost het je 20 euro! Wij zijn naar een plek gegaan waar de locals komen, waar wij voor veel minder geld terecht konden. Het was verschrikkelijk! Een kunstmatig gestort strandje waar je voor 6 euro pp met z’n alle een straaltje water kon delen. 1 euro moest betalen voor een kleedhokje en nog eens een euro voor een stoel. Daarbij kwam ook nog dat de lokale werkmannen zich in een keer verzamelde, geprikkeld door hun hoge testosteron gehalte, om Karlijn te zien zwemmen. Dit was voor mij (ons) de druppel. Helaas mag je niet eerst gaan kijken of het strand je bevalt en wij besloten maar weer zo snel mogelijk te vertrekken. Dan maar 20 euro voor wat privacy! Ik ben naar de entree terug gegaan om ons geld terug te vragen, maar dat kregen wij niet. Alleen al naar de zee kijken koste 6 euro, zeiden ze! Het feit dat je tien meter verder gratis de zee kon zien kwam niet in hun op. Ik ben dus naar de manager gestapt om te zeggen wat ik er allemaal van vond en om mijn geld terug te eisen. Hij kwam echter met een andere oplossing. Hij was namelijk ook eigenaar van de duurdere stranden en zo bracht hij ons naar een ander strandje, voorzien van zwembad, heerlijke douches, strandbedjes in overvloed en vooral: geen testosteron! (behalve het mijne dan, ;-) ). Hij vertelde dat de entree eigenlijk 10 euro was, maar dat wij dat niet hoefde te betalen. Erg aardig dus! Nu kon het genieten beginnen.
Wat een bijzondere ervaring om te zwemmen in de dode zee! Je komt bijna niet vooruit als je probeert te zwemmen omdat je benen steeds naar de oppervlak drijven. Je blijft heerlijk drijven vanwege het hoge zout gehalte. Echt super vreemd! De modder van de bodem schijnt ook therapeutische werkingen te hebben en is ook een anti-rimpel middel. Karlijn heeft zich dus van top tot teen met het goedje ingesmeerd. Toen Karlijn glad uit de modder kwam en wij nog wat hadden gezwommen zijn wij doorgereden naar het Movenpick hotel en mochten daar inderdaad overnachten. Helaas hebben wij Linda en Hanzi hier niet meer getroffen.

Dana Nature Reserve:
Na ons dode zee avontuur zijn wij doorgereden naar het Dana Nature Reserve, via de kings highway. Het is een eco-tourism project. Een groot reservaat waar je kan wandelen en kamperen. Helaas was het park gesloten voor de winter toen wij er aankwamen. De opzichter was er wel nog. Wij hebben met toestemming van de parkwachter bij de ingang van het park gekampeerd. We hadden vanuit onze plek prachtig zicht over de vallei en ondanks dat het park gesloten was , zeker de moeite ward! We werden door de opzichter uitgenodigd voor Cay (thee). Met behulp van ons vertalingboek, handen en voeten en wat woordjes engels hebben wij samen nog een heel gesprek gehad. ’s Avonds zat Karlijn al in de auto en wilde gaan koken. De parkwachter wilde hier niets van weten en heeft wel twintig keer tegen Karlijn geroepen: you eat here! Daarmee bedoelde hij in zijn hutje, dus hebben wij dat maar gedaan. Het was weer een hele ervaring. Er stond een soort dikke tomaten soep op het menu met brood. Erg lekker. Inmiddels was het donker, echt donker. Ik bedoel, zo donker dat je niets ziet behalve de sterren. We hebben vanuit de auto, door het foto luik een paar uur naar de sterren gekeken. Zelfs nog vallende sterren gezien! Toen wij bijna in slaap waren gevallen, vond de parkwachter het nodig om te gaan zingen. Volgens mij was hij even vergeten dat wij hem konden horen; hij zong namelijk uit volle borst! Hij zong zo hard dat zelfs de honden terug begonnen te zingen! (kunnen ook de wolven geweest zijn) Het hele park was inmiddels wakker toen hij in slaap viel.

Petra:
Op 5 december heeft Sinterklaas ons niet gevonden. (Alhoewel ik wel een Snicker vond in mijn schoen…) Wij zijn vanuit Dana doorgereden naar Petra. Petra is een oude stad uitgehouwen in de bergwanden van het gebied. Volgens de LP, de no. 1 in Jordanië. Wij, als goedgelovige, hebben meteen een kaartje gekocht voor twee dagen, want dat werd immers aangeraden door de LP. We waren er klaar voor! Ik moet zeggen dat de siq, een 1,2 kilometer lange doorgang naar de tempel, erg indrukwekkend is. De doorgang is smal en is ontstaan door het schuiven van de tektonische platen. De siq is ontstaan doordat een berg doormidden is getrokken; erg mooi. De iets zwaarlijvige medetoeristen, laten zich met paard en wagen door de siq rijden. Erg vervelend, want je moet steeds voor ze schuiven! Eenmaal aangekomen bij het einde van de siq, openbaard zich de tempel…behalve bij ons. Wat zich bij ons openbaarde waren 15 zwarte, dure, grote, 4 wheel drive Cheverolets! Ik dacht gelijk; als ik dat had geweten, waren wij ook wel naar binnen gereden. Maar, dat mocht dus inderdaad niet. Het bleek namelijk hoog bezoek!? Alleen wisten we niet wie. Karlijn begon wild om zich heen te fotograferen en dacht in eerste instantie dat het om een vrouw ging (waarvan wij dus nu 20 foto’s hebben). Het bleek echter om de president van Bulgarije te gaan. Ik heb Karlijn moeten tegenhouden, ze wilde hem aan z’n jas trekken om te vertellen dat in zijn land de auto lampjes wel erg duur waren (zie verhaal europa, 2 euro voor het lampje en 28 voor de moeite!). Nadat we eerst door de politie werden gefotografeerd, zijn we doorgelopen, maar ja, die man bleef ons maar achterna lopen. Telkens als we ons omdraaide, stond hij daar weer! Hij heeft zelfs met z’n camera een foto van Karlijn gemaakt. Toen ik gebaarde dat ik dat niet leuk vond, snapte hij wat ik bedoelde, is in een van de dure auto’s gestapt en verder gereden.
Aan het eind van Petra kan je middels een flinke klim (874 treden volgens een toerist die ons dat melde bovenaan de klim. Hij had ze onderweg geteld!) bij een klooster komen. De zwaarlijvige toetristen ruilen onderaan de berg hun paard en wagen in voor een muilezeltje, en lopen al zweepslagend naar boven. Dan moet je Karlijn hebben, die had de neiging om iedereen van hun ezeltje te trekken omdat ze het zo zielig vond. Wij zagen op onze klim naar boven soms wel 3 a 4 keer hetzelfde ezeltje langs komen!
Bij het klooster kan je ook genieten van een prachtig uitzicht. Toen wij dat hadden gedaan, moesten wij toch echt terug naar de auto want het werd alweer bijna donker. Terug bij de entre aangekomen bleek voor ons 1 dag Petra meer dan genoeg. Wij hadden immers alles al op de eerste dag gezien en twee dagen is niet aan ons besteed. Helaas mochten wij ons entree kaartje voor de tweede dag niet terug krijgen. Wij baalde hier stevig van want het was peperduur (1 dag kost 21 euro en twee dagen 26 euro). Aangekomen bij de auto troffen wij Marielle en Fulco weer. Wij hebben hun onze kaartjes gegeven omdat zij van plan waren om de dag erna te gaan. Hierdoor konden wij de kosten met hun delen en waren wij uiteindelijk nog veel goedkoper uit. Wij zijn dezelfde dag naar Aqaba doorgereden.

Aqaba 1:
Aqaba is de kustplaats van Jordanie. We besloten on hier vakantie te vieren en vier nachten te blijven. Er bleek nog maar 1 camping in aqaba te zijn; the bedouine garden village. Wij hadden de camping snel gevonden (het was inmiddels donker). Gelijk toen wij arriveerde werden wij hartelijk ontvangen door Linda en Hanzi, die daar ook stonden. Ze werden vergezeld door Paul en Marijke, een Nederlands echtpaar die van Griekenland naar Jordanie hadden gefietst. Wij werden gelijk door Hanzi een pilsje voorgezet, onze eerste sinds die smerige Amstel in Jerash, dus wij konden ons geluk niet op!
Voor ons was Aqaba een rust punt. Wij hebben elke dag in de Rode Zee gesnorkeld. Wow wat mooi. De camping lag aan een rif die bekend staat onder de duikers als ‘The Japanese Garden’ omdat er werkelijk honderden Japanse vechtvissen zwemmen met hun stekels. Ze zijn echter giftig, dus we moesten wel oppassen.
Na een dag kwamen ook Marielle en Fulco aan bij de camping en samen hebben wij de tijd daar doorgebracht en gegeten en (uiteraard) gedronken. Wij hadden het geluk dat Paul een echte azie-ganger was en ons veel kon vertellen over de landen waar wij nog naartoe zullen gaan. Paul heeft vroeger namelijk overland trips georganiseerd voor grotere groepen mensen en had al 13 keer van Nederland naar India gereden!
Helaas moesten Linda en Hanzi op de tweede dag terug naar Amman omdat hun hond, Lucy, erg ziek was geworden. Ze wisten een adres van een dierenarts daar. En na vier dagen was iedereen vertrokken. Marielle en Fulco gingen verder naar Egypte en Paul en Marijke zijn terug naar Nederland gevlogen. Toen wij alleen achterbleven besloten wij ook te vertrekken naar Wadi Rum.

Wadi Rum:
Wadi Rum is HET woestijngebied to be! Hier werd ook de film ‘Laurence of Arabia’ gedeeltelijk gefilmd. Wadi Rum bestaat uit rotsformaties in het zand. Hier konden wij eindelijk zien wat ons auto-tje allemaal kan. Nou, hij heeft ons zeker niet in de steek gelaten! Rond rijden in het losse zand vonden wij erg spannend. Zonder 4-wheel-drive kom je in Wadi Rum niet ver. Wij hadden op internet waypoints van andere reizigers gevonden van mooie plekjes midden tussen de rotsen. Hieruit hebben wij dus ook een overnachtingplaats gevonden. Op de tweede dag zijn wij weer rond gaan crossen door de woestijn. Op een gegeven ogenblik stond er iemand met pech. Wij hebben nog even geholpen met onze startkabels en daarna snel weer doorgereden, want ze waren toch wel erg geïnteresseerd in onze auto.
Via een omweg besloten wij Wadi Rum te verlaten. Wij waren nog maar 5 kilometer van de verharde weg verwijderd toen ik een zandduin een beetje verkeerd heb genomen. Het resultaat: wij zaten hartstikke vast in het zachte zand! Na een half uur scheppen en stenen zoeken om onder de banden te leggen reed onze stoere wagen er zomaar weer uit! Wij waren zo trots en blij! Niet slecht voor de eerste keer zand rijden, en dat zonder rijplaten.
Na twee dagen door de zand te hebben gebaggerd besloten wij om onszelf nog een paar dagen in Aqaba te verwennen met zee en zon, dus zijn wij weer teruggereden.

Aqaba 2:
Samen met ons, kwamen ook Linda en Hanzi aanrijden op de camping in Aqaba. Zij waren eindelijk terug uit Amman maar helaas deze keer zonder Lucy. Wegens ouderdom heeft zij het niet gehaald. Dus belande wij weer met alcohol op de tuinstoelen om het verdriet samen met hun te verdrinken (je moet iets verzinnen!). Linda en Hanzi hebben ons twee dagen lang vertroeteld, misschien door hun gemis van hun eigen kinderen of hond. ’s Ochtends kregen wij vers gebakken brood, ’s middags pannenkoeken en omdat wij het zo lekker vonden, ’s avonds weer! Toen wij vertrokken kregen wij van hun een kerstpakket mee, gevuld met paté, cappuccino, huisgemaakte jam, crackers, snoepgoed, thee en nog veel meer. Wat een aardigheid allemaal!

Het heeft ons twee dagen gekost om terug naar de grens te rijden. Wij hebben nog een stop gemaakt op Mt. Nebo, de berg waar Mozes naar Jeruzalem keek en dat ‘the promised land’ benoemde. Wij hebben de laatste nacht geslapen op de parkeerplaats van de informatie centrum van Jerash. Toch maar het aanbod aangenomen die wij de eerste dag hadden gekregen. 13 december zijn wij de grens overgegaan, terug naar Syrie.

SYRIE 1: Aleppo, Lattakia, Damascus, Grens Jordanie


View Larger Map
Syrie 1 = blauwe route


Eenmaal Syrië ingekomen moesten wij gelijk wennen aan een ander land. Wat is het hier anders. Zelfs het landschap is compleet anders dan in Turkije net over de grens. Alles word in het Arabisch aangegeven, dus het is al gelijk moeizaam. Roger en ik besloten om regelrecht naar het eerste toeristisch hotspot te rijden, ongeveer 28km van de grens: Qala’at Samaan. Ons idee was om te kijken of wij op de parkeerplaats hiervan zouden kunnen overnachten. Het was al bijna drie uur toen wij de grens uit reden en het wordt hier om half vijf donker dus wilde wij niet te lang zoeken. Wij hadden van andere gehoord dat ze gelijk naar Aleppo waren gereden en uiteindelijk alsnog in het donker hopeloos naar een slaapplaats aan het zoeken waren. Dat wilde wij dus vermijden. Het geluk van toeristische hotspots is dat zij ook in het Engels op de borden staan en zonder een enkel probleem reden wij regelrecht naar onze bestemming. Daar aangekomen zagen wij een cafetaria 100 meter verderop liggen en zijn daar op de parkeerplaats gaan staan (N36º20.110, E036º50.750). Gelijk kwam er politie naar ons toe om ons gerust te stellen dat het er veilig was en dat hij de hele nacht zou bewaken! Wat een meevaller. Wij mochten gratis staan en gebruik maken van de sanitaire voorzieningen van het restaurant en wij stonden veilig. Helemaal opgelukt en gelukkig settelde wij ons op ons eerste plekje in Syrië.

‘Welcome to Syria!’ wordt de hele dag naar je geroepen als je in Syrië bent. Je voelt je dus ook overdreven welkom in dit land. Wat een vriendelijke mensen! Wij waren onder de indruk van de gastvrijheid van Turkije, maar de Syriërs slaan alles. Onze eerste ontmoeting met een Syriër was dus ook op de parkeerplaats van onze eerste overnachting. ‘Jullie gaan toch niet hier slapen?’ vroeg hij ons verbaasd. ‘Kom maar met mij mee, dan logeer je bij mij en mijn gezin en dan krijg je van ons eten en warm water’. Met ongelofelijk veel moeite sloegen wij zijn aanbod af en garandeerde wij hem dat wij toch echt het liefst in de auto wilde slapen. Hoofdschuddend van onbegrip vertrok hij weer. Wij hadden natuurlijk op zijn aanbod in kunnen gaan en het zou vast fantastisch zijn geweest, maar wij waren nog maar net in het land en (vooral Roger) moesten wennen aan het zijn in een Arabisch land. Arabieren hebben van zichzelf een norse uiterlijk, maar al snel kwamen wij erachter dat deze gezichten gelijk gaan stralen en lachen als ze je zien en welkom heten in hun land. Ze vinden je ook bere interessant , willen allemaal weten waar je vandaan komt en proberen een praatje met je te maken. Soms in het Arabisch met handen en voeten, andere in perfect engels, maar allemaal lachend. Syrië is ons dus ook super bevallen. Wij kunnen alleen zeggen dat wij ons hier uiterst veilig hebben gevoeld en…welcome.

St. Simeon:
Als eerste zijn wij naar St. Simeon gegaan. Een kerk die als ode aan St. Simeon is gebouwd, rondom een pilaar waar hij, volgens de legende, 36 jaar op zou hebben gezeten. Van de gedachten alleen al krijg ik al een zere kont! De locatie was prachtig want vanaf de berg waarop het lag keek je uit over Syrië en Turkije.

Aleppo:
Aleppo inrijden was weer even spannend. Wij moesten de regels van de weg nog leren dus reden wij eerst nog wat voorzichtiger. Er wordt in Syrië van alle kanten op je geclaxonneerd en met koplampen op je geknipperd. Als de waarschuwingen niet persoonlijk voor ons bedoeld waren, voelde het alsnog alsof dat wel zo was. In het begin schrokken wij ons dus continue het lep lazarus en verwachtte elk moment de klap van de aanrijding. Deze volgde echter nooit. Omdat wij steeds schrokken, remde wij in het begin voor alles en iedereen af die maar een toeter gaf. Snel genoeg kwamen wij erachter dat je dan geen meter verder komt. Wij weten nu wel beter. Hier geldt namelijk de wet van de grootste, en dat zijn wij! Wat het claxonneren betreft; daar moet je je oren voor sluiten. Het resultaat is namelijk om het even. Nu rijdt Roger, al claxonnerend, knipperend (met onze verstralers, nou dan staat al het verkeer gelijk voor je stil! Tip voor andere overlanders.) en scheldend uit het raam gewoon stug door, en dat werkt prima!

Eenmaal aan het verkeer gewend, kwamen wij het centrum van Aleppo in rijden. Als eerste gelijk weer op zoek gegaan naar een slaapplaats. Wij wilde kosten wat kost in de auto slapen omdat wij dat het prettigst vinden. Met onze parkeerplaats ervaring van Istanbul en Ankara, zijn wij dus op zoek gegaan naar een beveiligde parkeerplaats. Deze zijn hier echter schaarser dan in Turkije en wij kwamen uiteindelijk uit bij het Shereton Hotel. De auto mocht van hun wel op de parkeerplaats ‘slapen’. Toen ze erachter kwamen dat wij er dan ook in wilde slapen, werden wij (met duizend maal excuses voor het ongemak) vriendelijk verzocht een andere plek te vinden. De manager was note bene een Nederlander, maar hij vond het niet goed! Na niet al te lang zoeken vonden wij een ondergrondse parkeergarage, achter het Shereton, midden in het centrum, hoog genoeg dat het dak omhoog kon. Voor 2 euro hebben wij hier twee dagen gestaan en heerlijk geslapen.
Met de zorg van de auto achter ons zijn wij Aleppo gaan verkennen. Wat een geweldige stad! Een top punt van ons bezoek vonden wij de souq (bazaar). De meerdere hectaren grote souq, die bijna geheel overdekt is, stamt uit het jaar 1200. Wij hebben hier uren rond gedwaald. Midden in de souq staat de grand moskee van Aleppo. Ook hier hebben wij een kijkje genomen, maar om dat te beschrijven kan je beter naar de foto’s kijken.
Daarna wilde wij naar de citadel, maar die was op dinsdag gesloten (?), dus besloten wij de rest van de dag de oude stad te ontdekken. Omdat onze auto in een parkeergarage stond hadden wij geen zin om te koken of vroeg naar bed te gaan, dus hebben wij tot ’s avonds laat door de straten gelopen. Het voordeel van Arabische landen is dat de mensen vooral ’s nachts leven. Alle winkels zijn dus tot laat open en de straten zijn vol met mensen. Op onze ontdekkingstocht kwamen wij een gas winkel tegen. Tot dan toe kookte wij steeds op campingbolletjes omdat wij in Turkije niet de gasflessen konden vinden met de juiste verbinding voor ons gasfornuis die in onze keuken zit. Met wat hand en voet werk, veel geduld en miere zoete thee (wat ze je hier overal aanbieden), begreep de man wat wij nodig hadden. Voor maar 9 euro hebben wij 2 gasflessen, een verbindingsstuk en 2 branders gekocht. Wij konden ons geluk niet op! Sinds dien kook in dus eindelijk in mijn eigen keuken.

Aleppo staat bekend als de meest conservatieve stad van Syrië. De vrouwen lopen hier dus ook volledig gesluierd rond. Soms hebben ze zelfs een doek over hun hoofd, zodat je helemaal niks meer van hun gezicht ziet. Een keer vergiste ik me en dacht dat een vrouw achteruit naar me toe liep. Bleek later dat het toch echt de voorkant was, constateerde ik door naar haar schoenen te kijken! Het zijn geen boerka’s want die hebben nog een muggenet voor de ogen. Deze vrouwen moeten toch werkelijk niks zien. Ik heb ook later gelezen dat veel vrouwen problemen met hun zicht hebben, opgelopen van het turen door de stof.
Toen wij door de souq liepen, werden wij steeds door iedereen gestopt om te vragen waar wij vandaan komen. Ook al is het goed bedoeld, ik kreeg er op een gegeven moment schoon genoeg van en antwoordde op de vraag ‘Where are you from?’; ‘Syria’.
‘No, that’s not possible’ zei de man terug.
‘Why not?’vroeg ik ‘I’m from Syria’.
‘It’s not possible’, zei de man weer ‘we don’t have such beautiful women in Syria’.
Ik keek hem geïrriteerd aan en zei: ‘How the hell do you know, you can’t see them!!’
Ik had natuurlijk gelijk spijt van mijn onbeschofte uitbarsting, vooral na zo’n aardig compliment, maar ja, je kan niet zeggen dat ik ongelijk heb, toch? Zoals alle Syriërs, moest hij hier alleen enorm om lachen en uiteindelijk hebben wij nog een leuk praatje met hem gemaakt. Het prettige is wel dat ik hier gewoon westers gekleed mag gaan en mijn hoofd niet hoef te bedekken. 20 % van de Syriërs zijn namelijk christenen, dus we’re not alone.

De tweede dag hebben wij de citadel bezocht, een zeer indrukwekkend bouwwerk boven op een door mensen gemaakte berg, midden in Aleppo. Verder nog wat van de stad gezien en toen richting de Syrische kust gereden.

Lattakia
Wij wilde graag in Lattakia overnachten want wij hadden begrepen dat het een mooi kustplaatsje was, maar eenmaal in Lattakia aangekomen bleek dit een gigantisch drukke stad te zijn. Omdat wij al twee dagen door Aleppo hadden geslenterd, besloten wij buiten de stad te gaan overnachten om wat rust te krijgen. Wij hadden van Marielle en Fulco GPS punten gekregen van een mooi slaapplekje aan het strand en besloten deze te volgen (N35º34.956, E035º43.843). Dat was de eerste keer dat wij volledig op GPS coördinaten hebben gereden zonder een enkele aanwijzing over de richting ten op zichten van de stad. Het ging perfect en wij kwamen inderdaad uit bij een rustig strandje… zo dachten wij.
Tijdens het eten (wat nu in de auto kan) hoorde wij continue muziek buiten de auto, maar wij zagen niet waar het vandaan kwam omdat wij de gordijnen al dicht hadden. Op een gegeven moment vroeg ik aan Roger of hij kon kijken waar al die herrie vandaan kwam en om te gaan vragen of het wat minder kon (mannen hebben hier meer overwicht met dat soort dingen). Wij waren immers daar voor onze rust. Toen Roger de auto open trok en vastberaden naar buiten stapte schrok hij zich een hoedje. Er stonden tientallen mensen voor onze auto allemaal richting de zee te kijken, waar op dat moment…een videoclip van een of andere Syrische popster werd opgenomen! De rest van de avond hebben wij ons bij de menigte gevoegd en gekeken hoe er keer naar keer opnieuw hetzelfde liedje werd gezongen en opgenomen, met steeds een andere (nog blotere) dame.

Crac des Chaverliers:
Na ’s ochtends een frisse duik in de zee te hebben genomen zijn wij langs de Syrische kust naar het zuiden gereden. Daar hebben wij Crac des Chaverliers bezocht, volgens TE Lawrence ‘the finest castel in the world’(LP). Het is een indrukwekkend kasteel, nog helemaal intact, waardoor je helemaal kan inbeelden hoe het vroeger moet zijn geweest om daar te wonen.

Damascus 1:
Helaas was het op de berg van Crac des Chaverlier ijs koud en hebben wij het kasteel maar kort bezocht. Wij waren van plan om daar te overnachten, maar de kou en de wind deden ons besluiten om door te rijden. Wij zijn toen naar Damascus gereden, de hoofdstad van Syrië en overigens een van de oudste steden ter wereld. Gelukkig hadden wij GPS coördinaten van de enige camping in Damascus (N33º31.781, E036º21.889). Na ons GPS-Lattakia-succes durfde wij dit wel aan en zijn weer regelrecht naar de bestemming gereden. Toen wij bij het hek van de camping stonden kwam, tot onze verbazing, Marielle ons open doen. Hier hebben wij twee nachten met hun gestaan. De dag erna wilde Roger en ik naar Damascus en namen een taxi van de camping naar het centrum (ongeveer 4 km, 1 euro). Daar aangekomen was de stad leeg. Echt helemaal leeg. Wij konden over de hoofdwegen wandelen, dwars door het centrum van de stad. Het was vrijdag! Dat betekend in moslim-landen dat het weekend is en dus was alles dicht. Daar hadden wij geen rekening mee gehouden. Toch hebben wij de moskee bezocht, die juist op vrijdag stervensdruk is, en wat door de stad gelopen. Helaas konden wij niet langer in Syrië blijven om de dag erna opnieuw Damascus te bezichtigen. De reden hiervoor is omdat je in Syrië diesel belasting moet betalen, een reuze 100 dollar per week(!) en dat wordt per week berekend, dus niet per dag. Als je een minuut te laat bent moet je opnieuw 100 dollar dokken. Hierdoor blijft iedereen met een diesel auto dus maar 1 week in Syrië. Met de gedachte dat wij toch weer terug moesten door Syrië, besloten wij Damascus te laten voor de terugweg. 1 december zijn wij de grens over gegaan naar Jordanië.

Reizen in het algemeen

Voordat wij vertrokken zeiden wij steeds: ‘wij gaan op vakantie’. Toen vertelde mijn moeder dat vrienden van haar hetzelfde doen als wij en zei hadden tegen haar opgemerkt dat het absoluut niet vakantie is, maar reizen. Nou, dat begrijpen wij onderhand ook. Je plant zelfs vakanties in tijdens het reizen! Je moet echt af en toe een dag vrij nemen van het reizen want je wordt er hartstikke moe van. Een van de vermoeiende dingen is het feit dat je in hele korte tijd ongelofelijk veel indrukken op doet. Mijn moeder vertelde mij dat ik vroeger, toen wij in Egypte woonde, een keer aan haar vroeg, toen wij voor de zoveelste keer met logees uit Nederland naar de piramides gingen: ‘Moeten wij nou alweer naar die oude stenen gaan kijken?’. Nou, dat gevoel herken ik toch weer af en toe. Soms is het gewoon even enough!
Onze vrije dagen zijn afhankelijk van bijvoorbeeld de overnachtingsplek of het weer. Aangezien het eerste eigenlijk zelden goed genoeg is en het tweede altijd veel te goed, hebben wij eigenlijk nooit vrij. Gelukkig hebben wij in Jordanië dan eindelijk de lang verwachte vakantie kunnen nemen. De reden voor deze vakantie had alleen niks met het bovenstaande te maken, maar met de mensen die daar ook ‘op vakantie’ waren. Samen met twee Nederlandse koppels en een Duits koppel hebben wij een aantal dagen in Aqaba aan de rode zee gestaan. Na een week gesnorkeld, gezond en gezopen te hebben waren wij weer klaar om te reizen.

Er zijn drie dingen van levensbelang als je op reis bent: 1) Waar slapen wij vanavond? 2) Hebben wij nog genoeg diesel? en 3) Hebben wij nog bier? En dan is, eerlijk gezegd, de volgorde van meest tot minst belangrijk precies andersom. De helft van de reis-tijd wordt besteed aan het zoeken naar alcohol. De ellende is dat wij ons inmiddels in landen begeven waar alcohol verboden is door het geloof en dus ook zeer lastig te vinden. Dus neemt (zoals bij een klein kind die iets niet mag of kan krijgen) de behoefte om het te krijgen in het kwadraat toe. Tot nu toe is het gelukkig niet door de wet verboden (zoals wij straks wel in Iran gaan meemaken) dus is er altijd wel ergens in een donker achteraf steegje een liquor store te vinden. Je voelt je ook gelijk schuldig aan een ernstige misdaad als je van de winkelier je biertjes krijgt in een papieren zak die vervolgens weer in een zwart plastic zakje gaat. Laat het niemand zien! Maar ja, dan is de buit eindelijk binnen en wil je nog maar een ding; zo snel mogelijk terug naar de camping. Gelukkig hoor je van alle reizigers dat bij hun dezelfde behoefte bestaat. Zo worden er ook bij ontmoetingen tegenwoordig de GPS coördinaten van de dichtstbijzijnde liquor store uitgewisseld in plaats van bijvoorbeeld een bezienswaardigheid. Je begroet elkaar met ‘heb jij wijn?’ in plaats van ‘waar zijn jullie zoal geweest?’. Ik zweer het je, ik heb letterlijk net twee minuten geleden aan vader Abraham (een Zwitser die op dezelfde camping staat) met de straten kaart van Damascus uitgelegd waar je het verboden goedje kan krijgen. Gister toen wij rond etenstijd aan kwamen op de camping kwam gelijk een Oostenrijks stel naar ons toe met de introductie: ‘als jullie de wijn meenemen, koken wij’!! Toen wij toegaven dat ook wij droog stonden trokken zij zich terug in hun caravan en wij hebben ze sinds dien niet meer gezien.

De werkelijke tijd zegt niks meer als je op reis bent. Je leeft van zonsopgang tot zonsondergang. Dat betekend nu van 7 uur ’s ochtends tot half vijf. Zodra het donker wordt en je hebt nog geen slaapplaats gevonden, begint de stress. Ook dit beamen de andere reizigers. Campings zijn hier namelijk few and far between dus wordt er regelmatig wild gekampeerd en een goede plek is onmogelijk in het donker in te schatten. De enige keren dat wij in het donker doorrijden is per ongeluk (wat vaker voorkomt dan dat wij lief hebben) of omdat wij zeker weten dat er op de locatie waar wij naartoe gaan een plek om te slapen is. Vaak krijg je van andere reizigers GPS coördinaten van fijne kampeerplekjes.
Eenmaal op locatie aangekomen rond 3 uur is het al snel donker en begin je dus maar te koken. Koken, eten en afwassen duurt minstens anderhalf tot twee uur en dan wordt er nog even koffie gezet. Nou dan ben ik inmiddels langzamerhand volledig uitgeteld voor die dag. Zo komt het dus regelmatig voor dat wij al om 8 uur (het vroegst was 7 uur!) in bed liggen. Roger wil dan nog wel eens wat lezen, maar als mijn hoofd de kussen raakt ben ik gelijk vertrokken. Reizen is echt vermoeiend! Het nadeel is dat ik weer voor dag en douw heerlijk uitgerust en fris weer wakker ben. Ik heb mezelf aangeleerd om Roger te laten slapen tot ik de zonnestralen op het tentdoek zie verschijnen want dan is het (pas) 7 uur. Ik heb namelijk de neiging om gelijk als mijn ogen open gaan ‘good morning!’ te roepen, maar ik weet me nu wel in te houden. Ach, het is beter dan een ochtend humeur, toch?

Een van de leuke dingen van deze manier van reizen zijn de andere reizigers die je tegen komt die hetzelfde aan het doen zijn. Het is net alsof je allemaal lid bent van hetzelfde clubje; je begrijpt elkaar. Overal als wij andere auto’s tegen komen, (je herkent ze gelijk), dan stoppen wij om met elkaar een praatje te maken. Er worden tips uitgewisseld van mooie slaap stekjes, bezienswaardigheden die je echt niet moet missen, de routes worden doorgenomen, web-logs worden uitgewisseld en er word een kijkje genomen in elkaars auto. Het is ook al snel alsof je elkaar al jaren kent. Wij hebben gemerkt dat wij redelijk jong zijn, tot nu toe jonger dan wie wij ook zijn tegen gekomen, maar wij hebben ook gemerkt dat deze manier van reizen een verslavende business is. Wij zijn namelijk de enige, tot dusver, die bezig zijn aan hun eerste overland tocht. Het is ook erg prettig om de ervaring van de andere reizigers tot horen over de landen waar wij nog naartoe zullen gaan. Als wij onze onrust over Pakistan uiten is de gemiddelde reactie: ben je gek, het is een prachtig land, moet je naartoe. Meestal merk je niks van de politieke onrust die op dat moment in een land aanwezig is. Wij zullen het nog zien.
In Turkije kwamen wij heel lang niemand tegen en vroegen ons al af of wij de enige ter wereld waren die dit aan het doen zijn. Syrië en Jordanië vormen echter een soort trechter waar alle mensen richting West Afrika doorheen gaan, dus kom je automatisch mensen tegen. Wij zijn ook nog niemand tegengekomen die op weg is naar Azië, maar hebben van andere gehoord dat ze in de buurt zijn… Zo zit er bijvoorbeeld een Italiaanse jongen, met dezelfde route als wij, 2 dagen voor ons. Die zullen wij dus ongetwijfeld nog ergens tegen komen.

Eten kopen wij in het algemeen in kleine buurt winkeltjes en langs de weg. Alleen bij de grote steden zijn supermarkten te vinden. Verder is het boerenland hier in categorieën ingedeeld. Zo kom je ineens langs de ene bananenplantage na de andere. Dan staan er ook automatische de ene bananenverkoper na de andere langs de weg een gedeelte van zijn oogst te verkopen. En word er dus door ons die dag bananen gegeten. En zo gaat het met alles: tomaten, mandarijnen, sinasappels, aardappels, olijven. Wat wij eten is dus geheel afhankelijk van de streek waar wij doorheen rijden. Kan je voorstellen hoe verbaasd wij waren, toen wij in de bananenstreek in de supermarkt bananen tegenkwamen uit Spanje! Dat konden wij niet goed begrijpen maar dat zal wel een financiële kwestie zijn. In de steden kopen wij vaak onze lunch of avondeten bij een straattentje, gewoon uit het vuistje. De truc is om je eten te kopen bij het tentje waar alle locals in de rij staan, die weten immers beter dan wij wie het lekkerst is. Uiteten gaan doen wij zelden. Even afkloppen, maar tot nu toe zijn wij geen van beide getroffen door de gevreesde spuitpoep. Je lichaam went er blijkbaar aan. Wij zeggen regelmatig tegen elkaar dat Rob Geus van de Smaakpolitie hier een hartverlamming zou krijgen: geen afgesloten voorraad doosjes, de dweilen lopen hier al uit zichzelf naar de hoek en om maar niet te spreken over die ijskast rubbertjes!

TURKIJE 3: Ankara, Cappadocia, Grens Syrie


View Larger Map
Turkije 3 = groene route


Hoogste tijd om weer eens te updaten, downloaden en backup-en.

Ankara
Er is in de tussen tijd al heel wat gebeurd, en eigenlijk ook heel weinig. Vanaf de zuid kust zijn wij regelrecht omhoog geknald naar Ankara. Halverwege een overnachting in Aksaray (waarvan het vorige bericht werd verzonden) op een “camping” oftewel parkeerplaats van een 5 sterren hotel (N38° 23.217, E033º 59.612). Het was onze duurste overnachting tot nu toe en er waren geen faciliteiten. Daar hebben wij inmiddels dus van geleerd. De dag erna kwamen wij erg vroeg in Ankara aan en zijn eigenlijk gelijk op zoek gegaan naar een camping, met het idee om vanuit daar met de bus alle visums bij de verschillende ambassades te regelen. Zoals in Istanbul, was ook in Ankara geen camping te vinden. De enige camping op de kaart bij een stuw meer, was inmiddels voor de winter gesloten en de andere optie (op de parkeerplaats, ik bedoel bij de vuilnis stort, van een 5 sterren hotel) koste weer de hoofdprijs. Maar wij hadden van Istanbul geleerd: overnachten op een beveiligde oto parki (lees parkeerplaats) midden in de stad, gaat prima, dus reden wij regelrecht het centrum in. Weer hadden wij een top locatie gevonden waar wij meerdere nachten heerlijk in de stank, rook en lawaai van de hoofdstad hebben genoten (N39º56.735, E032º51.218). De parkeerwachter vond het maar wat interessant en begroete ons elke dag hartelijk.

Het idee om met de bus alles te gaan regelen hadden wij binnen 5 minuten uit het raam gegooid. Dat zou veel te veel tijd in beslag nemen. De komende 4 dagen hebben wij van de ene ambassade naar de andere gereden. De eerste was Iran (dat scheen erg lastig te zijn dus die wilde wij als eerste). Ik had in Antalya pasfoto’s van mezelf laten maken met een hoofddoek om (wat overigens met veel gelach gepaard ging. De fotograaf vond het absurd dat ik naar een land zou gaan waar ik verplicht een hoofddoek om moest doen en heeft heel de stad uitgenodigd om een kijkje in de zaak te nemen terwijl ik gefotografeerd werd), omdat ik had gelezen dat het verplicht was voor het aanvragen van een visum.



Prachtig he?!

Met hoofddoek om en een lang gewaad tot over mijn knieën kwamen wij de ambassade in. Al gelijk bleek mijn informatie achterhaald want er zaten meerdere vrouwen westers gekleed. Snel trok ik de doek van mijn hoofd en deed alsof ik hem om had gedaan tegen de regen; uitkloppen en te drogen ophangen over mijn stoel. Het invullen van de papieren was een eitje en toen moesten wij bij de balie komen. De man keek ons aan, keek naar de papieren en zei: “Hollanda” “yes,yes”. “Two weeks wait, then you come back”. Slik, wat? Twee weken! Shit zeg. “Pasfoto?!” Toen schoof ik, een beetje gegeneerd mijn hoofddoek exemplaren naar hem toe en hij begon te brullen. Hij vond het werkelijk fantastisch. “okay, special for you, ten days!” “Thank-you sir!” en weg waren wij.
Daarna maar naar Pakistan (binnen enkele uren geregeld), Oman (binnen 24 uur gekregen) en India (1 week). Wij zijn ook naar de ambassade van Syrië en VAE geweest. De visum voor Syrië kregen wij niet, dat hadden wij in Nederland moeten regelen, maar er is een kans dat je hem op de grens kan kopen en VAE was het geen probleem om op de grens te krijgen.

Na vier dagen op en neer door Ankara te rijden wilde wij heel graag weg uit de stad. Ankara is namelijk een enorme stad met weinig bezienswaardigheden. In vergelijking met Istanbul stelt het helemaal niks voor en is het eigenlijk heel saai. Wij besloten dus een stuk naar het westen te rijden. Daar bleek een thermen te zijn waar wij naartoe wilde. Daar eenmaal aangekomen bleek het een ranzige, overprijste bedoeling te zijn en wiste wij niet hoe snel wij er weer weg moesten komen. Helemaal ontdaan reden wij maar weer terug naar Ankara want het werd al laat en wij moesten nog een slaapplaats regelen. Op de terugweg kwamen wij een picknickplaats tegen (beveiligd) en hebben wij gevraagd of wij daar een nacht mochten staan. Dat was helemaal geen probleem en voor een kleine vergoeding hadden wij uiteindelijk een super plekje gevonden (N40º 04.435, E032º 27.634). Het was nog maar heel even licht. Overal om ons heen stonden families te picknicken en barbecuen en de meest heerlijke geuren kwamen onze kant op. Wij hadden maar een noedelsoepje en niet veel zin om te koken dus heb ik het laatste halfuurtje zon gebruikt om onze volgende route op de kaart uit te stippelen. Daar was ik mee bezig toen opeens een van de mannen uit een groepje bbq-ers, naast ons stond en uitgebreid in het Turks begon te praten. Wij verstonden er niks van en zeiden dat dus ook maar gewoon in het Nederlands terug. Toen haalde hij een pakketje tevoorschijn in een servetje gewikkeld, duwde die in Roger’s handen en liep weer weg. Wat uit het servetje ontrafelde was werkelijk geweldig. Hij had ons een half brood gegeven met gegrilde sardientjes en een salade. Alweer werden wij geconfronteerd met hoe ongelofelijk aardig de mensen hier zijn. Na de maaltijd lekker met elkaar opgesmikkeld te hebben, liep Roger (gewapend met een English-Turkish woordenboekje) naar de mannen om ze te bedanken. Vanaf onze plaats kon ik hem zien en al snel hoorde ik veel gelach van de mannen komen en Roger, die met een rood gezicht weer terug kwam. Ze hadden het begrepen en vonden Roger’s poging om Turks te praten erg lachwekkend. Hij werd gelijk uitgenodigd voor Raki (zeer sterke drank) maar die wist hij netjes af te slaan. Die avond, toen alle families naar huis waren, hebben wij droog hout bij elkaar gesprokkeld en ons eerste kampvuurtje gestookt. Het idee was om tot 12uur wakker te blijven omdat ik dan jarig was, maar dat is ons niet gelukt.

Jarig
’s Ochtends werd ik met een heerlijke cappuccino en m&m’s gewekt. Jarig! Wij moesten helaas terug naar Ankara om het visum voor Oman op te halen, maar dat was pas om 13 uur. Wij hebben dus lekker gerelaxt op de picknick plaats, ik heb mijn haren onder de ijskoude kraan gewassen en Roger heeft zich geschoren. Douchen hadden wij allebei inmiddels al een dag of 5 niet meer gedaan, dus werd er een warm sopje in ons wasbak gedaan waarmee wij met een washandje toch redelijk schoon zijn geworden. Het was feest! Nadat wij onze visum hadden opgehaald besloten wij terug naar de oto parki te rijden waar wij al meerdere nachten hadden gestaan en zijn wij de stad in gegaan. Ik mocht kiezen wat wij zouden eten, dus dat werd Kumpir. Het lekkerste Turks eten wat ik tot nu toe heb gehad. Het is een mega aardappel, zo groot als een meloen, die ze poffen in een oven, vervolgens open snijden en de inhoud mengen met kaas en boter zodat je een soort aardappelpuree krijgt en dan toppen ze dat met van alles, zoals koude schotel, augurken, olijven, mayonaise en ketup. Geweldig! Na het eten zijn wij in een paar gezellige kroegen wat gaan drinken en in een roesje zijn wij per ongeluk in een taxi gestapt. Met 100 kilometer per uur vlogen wij over de hoofdstraat en werden wij binnen enkele seconden thuis gebracht (vanaf de andere kant van de stad). Dat doen wij dus nooit meer, echt levensgevaarlijk die taxi’s hier en ik kan nog niet zeggen dat ik op mijn 29ste levensmoe ben!

Cappadocia
Met inmiddels twee visums op zak en twee waar wij nog vijf dagen op moesten wachten besloten wij om een aantal dagen naar Cappadocia te gaan. (liedje: Cappadi-e, cappadiocia,
cappadi-e-e-e o la die o….o, cappadiocia, cappadi-e-e-e o la die ooooooooo! Ons rij liedje tijdens ons verblijf daar, die blijft echt tot vervelends toe hangen! Zo hadden wij ook op een gegeven moment deze: zeg ken jij de moslim man? de moslim man? de moslim man? Zeg ken jij de moslim man? Die woont in het Midden Ooooosten! En dan de vervolg verzie: ….Die woont inmiddels in Scheveningen!)
Cappadocia ligt ongeveer drie uur rijden ten zuid-oosten van Ankara en is, naar onze mening, een prachtig natuurgebied. Het is echt een highlight van onze reis geweest tot nu toe. Wij reden direct naar Göreme, the place to be, een dorpje in het hart van Cappadocia. Daar kwamen wij per toeval op, wat achteraf bleek, een geweldige camping terecht (Camping Berlin N38º38.684, E034º50.093). Wij waren de enige gasten en de zoon van de eigenaar (Fikret) voelde zich blijkbaar geroepen om ons gedurende ons verblijf in Cappadocia te gidsen. De eerste avond kwam hij na het eten bij ons aankloppen om te vragen of wij met hem mee wilde naar het plaatselijk theehuis. Dat wilde wij heel graag want ze zitten altijd stampens vol locals en je voelt je een beetje bezwaard om daar naar binnen te gaan. Verder zitten er alleen maar mannen, dus wisten wij ook niet zeker of ik wel mee naar binnen mocht. Na meerdere keren vragen, waren we toch door hem gerustgesteld dat ik gewoon mee naar binnen mocht. Tijdens een paar kopjes thee heeft hij ons Backgammon geleerd en hebben wij meerdere potjes gespeeld. Op een gegeven ogenblik begon en een voetbal wedstrijd en zij hij tegen ons dat wij maar moesten gaan omdat wij niet meer konden praten. Toen heeft hij ons in het donker de hele stad laten zien. Het was echt geweldig om met hem in het donker alle highlights te zien. Zo liet hij ons een oude kerk zien die voor het publiek gesloten was, maar waarvan hij de sleutel had. Zo gingen wij met z’n drieën met een zaklampje door de kerk heen. Het was een hele bijzondere ervaring. Op de terugweg wilde hij ons introduceren aan een vriend van hem die hotel eigenaar was. (Bleek later het duurste hotel van Göreme te zijn!) Wij gingen het hotel in en kregen van de eigenaar een rondleiding van de mooiste kamers van zijn hotel. Het was allemaal een beetje vreemd en wij wisten niet echt wat wij ermee aan moesten. Wij dachten dat wij een kamer aangesmeerd kregen, maar dat was toch uiteindelijk niet het geval. De ene deur na de ander vloog open en wij gingen netjes naar binnen, zeiden “oe!” en “aa!” op de juiste momenten en dan gingen wij weer naar de volgende kamer. Erg vreemd! Na de rondleiding kregen wij allemaal een half liter bier en hebben wij even met hem gekletst over wat wij allemaal van plan waren. Daarna nam hij ons naar een leuke grot-cafe waar Roger geïntroduceerd werd aan Raki (zeer sterke anijs drank) en ik het bij een biertje hield. Als dank hebben wij Fikret getrakteerd, dat accepteerde hij alleen als hij met ons geld mocht betalen. Wij begrepen het niet, maar gingen akkoord. Buiten legde hij uit dat wij op deze manier local-korting hadden gekregen en dus de helft betaald. Prima!
De volgende dag stond hij alweer vroeg bij de auto, klaar voor een volgende dag gidsen. Wij hebben hem nog even kunnen laten wachten, maar op een gegeven ogenblik moesten wij erin geloven en hebben wij onze bergschoenen maar aangetrokken. Die dag nam hij ons eerst weer door het dorp heen en daarna door verschillende valleien met prachtige rotsformaties en heeft hij ons erg veel verteld over Cappadocia. Ondanks dat het een beetje een vreemde vogel is, kijken wij, door hem, erg goed terug op onze tijd in Cappadocia en hadden wij erg veel van hem geleerd. Die avond kroppen wij vroeg, afgepijgerd, in ons nestje.

De volgende dag waren wij op weg naar het openlucht museum van Göreme, een paar 100 meter van de camping, (wat ons overigens door Fikret werd afgeraden omdat er volgens hem niks aan was), toen wij Nederlanders aan zagen rijden met exact dezelfde auto als wij. Dit was de eerste keer dat wij überhaupt andere reizigers tegen waren komen en Roger rende enthousiast de weg op om hun aan te houden. Na een kort praatje kwamen wij erachter dat ook zij (Simon en Marjon: http://stepbyestep.web-log.nl) nog niemand waren tegengekomen en wij besloten om samen de dag door te brengen en samen ergens wild te gaan kamperen. Dit waren zij inmiddels gewend aangezien dit voor hun de tweede reis naar Afrika was. Aan het eind van de dag vonden wij een schitterende locatie in een vallei bij Göreme (Weggetje in tegenover Camping Berlin N38º38.133, E034º50.296). Het was onze eerste wild-kampeer-nacht en het ging ons goed af. Na heerlijk samen gegeten te hebben, en een super gezellige avond te hebben gehad, met een kampvuurtje en iets te veel whisky, gingen wij alle vier in de vroege uurtjes, lader zat naar bed. Roger en ik moesten echter om zes alweer rijden, omdat wij om negen uur bij een ambassade in Ankara moesten zijn om onze visum te halen! Dat werd dus iets later.
Met een behoorlijk zwaar hoofd reden wij naar Ankara (achteraf voor niks! 2 dagen te vroeg!!) en hebben de hele middag op een picknickplaats bij het vliegveld liggen ronken (N40º04.450, E032º57.161). Daar hebben wij twee nachten gratis kunnen staan. Omdat wij wat dagen over hadden (met regen), zijn wij twee dagen naar de bioscoop gegaan (waarvan 1 film over een terroristische aanval op westerlingen in het Midden Oosten…niet heel slim als je er middenin zit) en naar de plaatselijke malls (vier verdiepingen hoog met alles erop en aan) en eindelijk waren wij in Ankara klaar!
’s Avonds om vijf uur konden wij onze laatste visum ophalen en zijn direct weer Ankara uitgereden richting Cappadocia. Er waren nog wat dingen die wij wilde zien en dat was toch op weg naar Syrië. Daar zijn wij om acht uur bij een parkeerplaats aangekomen die wij de vorige keer hadden gezien en hebben daar gekampeerd (N39º34.378, E033º43.566). Inmiddels zat het wild kamperen ons in het bloed!
De volgende nacht stonden wij bij een stuwmeertje in Güzelyurt (N38º16.433, E34º21.273) en bezochten wij een ondergrondse stad, Derinkuyu en de Ilhara vallei. Wij hadden gehoopt die avond een camping in de buurt van Adana, aan de zuidkust, te vinden omdat het inmiddels hoog nodig was dat wij een keertje gingen douchen. Het was al een week geleden er begonnen luchtjes te ontstaan waar wij niet eens van wisten waar vandaan ze kwamen. Helaas was het al donker toen wij bij Adana aankwamen en dan is een camping hier erg lastig te vinden. Anderhalf uur hebben wij gezocht en uiteindelijk uit pure ellende zijn wij maar weer de snelweg op gereden. Wij hadden al vaker bij tankstations gestaan en waren dat nu maar weer van plan. De eerste beste pompstation reden wij op en dat bleek ook een geweldige beslissing. Wij waren in Truck-heaven beland (Tankstation mystic N37º00.158, E035º42.229). Dit was dè overnachtingplaats voor vrachtwagens in deze regio. Er was dus ook een kantine, kapper, douches, echt alles. Wij kwamen de kantine binnen (ik weer als enige vrouw, zoals zo vaak hier) en gelijk werden wij omringd door de staf. Ze vonden het geweldig dat wij er waren en voor 6 euro hebben wij samen uitgebreid gegeten en gedronken en heel veel gratis gekregen. Na het eten kwam een man met een geweer naar ons toe en vroeg of wij van plan waren om te blijven slapen. Wij gaven aan dat wij dat heel graag zouden willen en hij zei dat het geen probleem was. Hij was hoofd van security en zou hoogst persoonlijk ons bewaken. Nou dat nam hij erg serieus, hij heeft de hele nacht naast onze auto gestaan! Toen wij naar bed gingen vroeg hij of wij getrouwd waren waarop wij (tegenwoordig standaard) ‘ja’ antwoorden. Nou, dat was dan okay dat wij samen in de auto sliepen en hij zei erbij dat als wij het koud kregen wij ons dus ook niet hoefde te schamen om een stevig potje te rampetampen oftewel, oeshi oeshi oeshi, zoals hij het mooi beschreef met alle lichaamsbewegingen erbij(!) om lekker op te warmen! Nou meneer, wij hebben toevallig dons! Dat begreep hij alleen niet.
De dag erna reden wij naar Arsus, een dorp aan de kust in de buurt van de Syrische grens.


Grens overgang Turkije - Syrië:
Wij besloten pas een week van tevoren dat wij ook een uitstapje naar Syrië en Jordanië wilde maken (totaal niet op de weg naar Iran, maar ach ja, je bent ‘in de buurt’, toch??). Wij hadden hier al eerder over na gedacht maar het een beetje op zijn beloop gelaten. Toch wilde wij uiteindelijk heel graag naar Petra en Wadi Rum in Jordanië, tja, en dan moet je nou eenmaal door Syrië. Gelukkig had ik in Nederland de lonely planet (LP) van het Midden Oosten gekocht, waar deze landen allebei instonden, en kon ik het een en ander erover lezen. Op onze laatste nacht in Turkije kwamen wij twee Nederlanders (Mariëlle en Fulco: http://www.africandreamers.tk/) tegen op weg naar Afrika met ook als doel om de dag erna de grens over te gaan. Die avond hebben wij gezellig samen gegeten en gedronken en hebben zij ons veel verteld over hun ervaringen als overlanders en waar je allemaal op moest letten (dit was al hun 3de reis naar Afrika met de auto!). De dag erna besloten wij samen de laagste grensovergang over te gaan, aan de kust. Onderweg ernaartoe zat ik in de LP te lezen wat er zoal allemaal te zien was in Syrië en realiseerde dat wij een grensovergang hoger nodig hadden om in de buurt van Aleppo uit te komen. Daar wilde wij wat bezienswaardigheden bekijken.Wij moeten immers twee keer door Syrië en op de terugweg proberen wij iets oostelijker aan te houden en komen dus in deze regio niet meer terug. Net op tijd besloten wij onze wegen te splitsen en zijn wij een andere kant op gereden. Jammer wel, want het was een veilig idee om met twee wagens de grens te passeren, maar alles is de eerste keer en wij moeten er toch aan wennen om dit soort dingen te doen.
Eenmaal bij de grens aangekomen kwamen wij in hetzelfde riedeltje terecht als toen wij Turkije in kwamen. Het ene poortje na het andere waar ze steeds hetzelfde doen: naar je paspoort kijken. Toen kwamen wij bij het laatste poortje en ja hoor; wij miste een stempel. Die hadden wij ergens bij een van de poortjes moeten krijgen, maar dat was er blijkbaar bij ingeschoten. Het is ook zoooo moeilijk! Terwijl Roger terug liep naar de poortjes (ik zat met de auto tussen verschillende vrachtwagens gepropt) maakte ik een praatje met de beveiliging. Hij had drie kinderen en was (zoals altijd) erg onder de indruk van mij als vroedvrouw. Ik had het Turkse woord geleerd: Ebe, omdat iedereen hier naar je beroep vraagt, dus hij wist gelijk waar ik het over had. Toen hij weg liep kwamen er twee mannen in burger naar mij toe en vroegen of ze de auto konden nakijken ivm customs. Hier had ik echter niks van gelezen in de LP of andere informatie bronnen dus ik weigerde pertinent. Ik dacht namelijk dat ik voor gek werd gehouden en dat ze niet echt van de douane waren. De mannen wisten niet goed wat ze met me aan moesten en bleven herhalen dat ik de auto open moest doen. Ik zei dat ik niet gek was en dat ik nergens had gelezen dat dat nodig was, dus ze konden het vergeten. Ze wisten, geloof ik niet van gekkigheid wat ze met me aan moesten want ze keken elkaar aan en ratelde wat in het Turks tegen elkaar. Uiteindelijk trok een van de mannen zijn portemonnee uit zijn zak en liet mij een pasje zien. ‘Police’ zei hij. Nou, daar trappen wij natuurlijk niet in hè, de tekst op het pasje was Turks en nergens kon ik Politie ontdekken dus rolde ik mijn raampje een centimeter naar beneden en vroeg of hij mij het pasje in handen wilde geven. Hij keek me weer verrast aan, maar deed het wel en wist niet waar hij het zoeken moest toen ik mijn Engels-Turks woorden boekje erbij haalde om de tekst op zijn pas te ontcijferen. En… wat stond er… ‘in dienst van de president van Turkije: douane dienst’ Oh. Nou, okay dan, even kijken dan. Ik maakte de auto open en keek hoe hij enkele kastje open trok, erin neusde en weer dicht deed. ‘Camper?’ ‘Yes camper.’ ‘Ooooh, okay, no problem’. Ja hallo!
Even later kwam Roger, ook met een verhaal de hele douane te zijn afgelopen en van het ene hokje naar het ander te zijn gestuurd, eindelijk met de goede stempel terug. De man van de beveiliging liet ons door een zijpoort en wij waren eindelijk Turkije uit. Dan moet je ongeveer een kilometer in niemandsland tussen de grenzen rijden en kom je aan bij de ingang naar Syrië. Daar werden wij gelijk benaderd door iemand die aanbod ons rond de douane te gidsen. Wij hadden hier al van gehoord van de Marielle en Fulco en zij hadden ons aangeraden om er gebruik van te maken, want je zoekt je anders suf. Wij moesten namelijk een visum regelen, de carnet af laten stempelen (een bewijs die je nodig hebt als je met een auto een land in wil), een autoverzekering aanvragen en diesel- en wegenbelasting betalen. Wij stemde dus in en werden een uur lang van het ene hokje naar de andere gebracht door onze douane gids. Als de rij te lang was bij een hokje bracht hij ons achterom het kamertje in en zo werd alles erg soepel binnen no-time geregeld. Aan het eind vroeg hij ons ‘vrijblijvend’ om een vergoeding voor zijn services. Wij hebben hem 5 USD hiervoor gegeven en daar was hij ook blij mee. Binnen 2 uur: Syrië.

TURKIJE 2: Antalya, Side, Alanya, Aktasay


View Larger Map
Turkije 2 = rode route


Vandaag schrijf ik jullie uit Aktasay. De twee dagen in Antalya waren uiteindelijk heerlijk. De dag na het vorige schrijven hadden wij prachtig weer en dat is het tot nu toe gebleven. Niks meer van dat noodweer gemerkt dus, gelukkig. Okay, okay, het regent soms 's avonds, maar dan mag het.

Een paar dagen geleden zijn Roger en ik naar Termessos geweest. In eerste instantie dachten wij: oh nee hè, toch niet weer een ruïne! Maar ja, het stond in de lonely planet beschreven als de enige ruïne in Turkije die totaal niet gerenoveerd of gereconstrueerd is, dus uiteindelijk toch maar besloten om een kijkje te nemen. De weg ernaartoe beloofde al veel goeds want die was prachtig, door een natuurpark zeer stijl de berg omhoog. Toen wij boven bij de parkeerplaats aankwamen werden wij door een meneer verteld waar het pad was en wat er te zien was. Het was een halfuur stijl omhoog klauteren over boomstammen, rotsen en ruines maar het was het allemaal waard. Ongelofelijk dat vroeger iemand bedacht om boven op een berg een hele stad te bouwen. Das nie handig! Het uitzicht was ook geweldig en wij hadden niet meer geluk met het weer kunnen hebben. En als top punt van de dag, zagen wij ook nog een wilde zwijn. Al met al, dus een goede beslissing geweest.

Wij waren op de terugweg, met de bedoeling weer op dezelfde camping te staan toen een bordje ons op een andere camping wees. Wij zijn gaan kijken en het zag er netjes uit, dus besloten om te blijven. De camping in Antalya was namelijk zeer ranzig! En dan heb ik het nog netjes uitgedrukt. Nou, het bleek de beste beslissing tot nu toe te zijn geweest. De camping was spik splinter nieuw en de baas was zo blij dat wij er waren dat wij alles van hem mochten. Voor zes euro hebben wij ge-shit, ge-shaved and ge-showered in zijn nieuwste blokhut (met gebruik van handdoeken), gratis zitten internetten, gegeten en gedronken, onze kleren gewassen en geslapen. Wij hebben wel honderd keer gevraagd of wij hem niet wat meer konden compenseren, maar hij wilde niks hebben. Fris en vrolijk, (na nog wat thee van meneer, want je kan niet met een droge mond gaan rijden) vertrokken wij de dag erna langs de kust naar Side.

He! Wij hebben de toeristen gevonden! Ze zaten dus allemaal in Side! Nou, in elk geval alle duitsers dan. Het is hier onvoorstelbaar blank. Voor het eerst sinds wij in Turkije zijn worden wij van alle kanten door verkopers binnengeroepen (in het Duits note bene!) en wil iedereen iets aan je slijten. Wij vonden het tot nu toe al zo meevallen en hadden al vaker opgemerkt hoe heerlijk je met rust wordt gelaten in dit land; met uitzondering van Side dus. De ene heeft nog een “bessere preis” dan de ander en als je geluk hebt is het een “special preis only fur joe!” Het enige wat je hoeft te doen is even binnen komen kijken. Kijken kijken, niet kopen! Wij zijn toch Hollanders of niet?

De dag na Side reden wij verder langs de kust richting het zuiden. Daar zijn wij gestopt in Alanya om een kasteel boven op een zeer hoge berg te bezichtigen. Nou, heeeeeerlijk zo'n terreinwagen. Hoezo kasteel op een berg, geen probleem! Toyotatje in 4wd zeten en naar boven cruisen. Onderweg allemaal Duitse toeristen tegen komen die geen 3 euro willen betalen voor een taxi, en met hun afritsbroeken en bergschoenen en 20 liter water, 3 km omhoog aan het baggeren zijn. Hieraan voorbij flitsen; boven uitspringen en wat ruines bekijken; korte toilet pauzen, kopje koffie en een broodje, en vervolgens op de terugweg die-zelfde toeristen tegenkomen, bezig aan hun laatste bocht; raampje open draaien en roepen: “Es ist geslossen!!!! Tjuus!!”

Vannacht hebben wij ongelovelijke storm gehad. Wij dachten lekker aan de ze te staan... Het plekje was geweldig maar 's nachts begon het in een keer te stormen. Windkracht 9 was toch iets te eng voor ons want de auto ging als een idioot op en neer en de zee kwam akelig dichtbij. Wij hebben dus midden in de nacht de boel ingepakt en zijn een stuk landinwaards verhuisd achter wat hoge beschutting. Daar konden wij alleen het dak niet meer open zetten dus heb ik op de keuken kast gelegen en Roger (dubbelgevouwen) in het gangpad. Het ging wel, maar uitgerust is anders!

Ik heb weer wat foto's gedownload en als het goed is kan je bij de foto's ook de kaart opvragen om de lokatie te zien. Groetjes!

TURKIJE 1: Europa, Istanbul, Gallipoli Peninsula, Troy, Izmir, Pamukkale


View Larger Map


View Larger Map
Turkije 1 = blauwe route


Dag allemaal!

Ik hoop dat dit gaat lukken. Zit nu in een internet cafe-tje in Antalya en alles op mijn scherm is in t Turks...
Even terug naar het begin. Wij zijn maandag ochtend om 5 uur s'ochtends vertrokken vanuit de tuin van Roger's ouders. Wij hebben 3 dagen bij hun in de tuin gelogeerd om de auto helemaal start klaar te maken (plus het feit dat wij ons huis uit moesten omdat de huur van start was gegaan). En zo vertrokken wij dus vroeg in de ochtend met een auto die eigenlijk maar half reis klaar was, veel te veel spullen en een kater van de lekkere wijn van de avond ervoor. In Munchen moesten wij de carnet de passage ophalen, wat allemaal soepel verliep en toen zijn wij voor de nacht in Salzburg gestopt. Ik kan nog geen foto's downloaden, maar je weet niet wat je ziet. Stonden wij op onze eerste nacht weg in een half meter sneeuw en vrieskou! Kacheltje gelijk kunnen testen, die deed t prima. De dag daarna doorgeknalt naar de grens van Kroatie met Servie, waar wij langs de weg hebben gestaan. De dag erna Servie en Bulgarije (waar wij al gelijk afgezet werden! 30 euro voor een lampje; 2 voor t lampje en 28 voor de moeite!) en op de avond erna stonden wij in Turkije! Nou ja, half.
De grens tussen Bulgarije en Turkije bestaat uit 5 verschillende slagbomen. God weet waarom, maar je moet bij elk poortje je paspoort, visum en auto papieren laten zien. Dan rijd je 100 meter verder en doe je dat weer, en dan rijd je 100m verder en doe je dat weer, en dan rijd je..... enfen, het kost dus even wat tijd. En toen gebeurde het, wij waren half door poortje 4 heen toen het compleet systeem crashte. En zonder computer kan er uiteraard helemaal niks meer. Dus stonden wij om 22 uur met nog 5 auto's tussen poortje 4 en 5. Je kon turkije gewoon zien liggen! Niemand spreekt engels, niemand kan uitleggen wat er aan de hand is, waarom de poort niet gewoon open kan, aangezien je al 4 keer hetzelfde heb laten zien. Nee, je moet maar wachten. Terwijl de 5 Turkse auto's om ons heen de motor lieten draaien voor de warmte en kleumend, een beetje half zittend een oogje dicht probeerde te doen, gooide wij het dak open, en gingen naar bed. Een paar uur later werden wij gewekt door veel geschreeuw, het systeem werkte weer dus we moesten door naar poortje 5. Nog even gevraagd of wij niet mochten blijven slapen en een paar uur later erdoor mochten, maar open is open en dan moet je weg. Eindelijk...Turkije.
In Turkije aangekomen zijn wij de eerste beste benzinestation opgereden en hebben daar de rest van de nacht geslapen. s'Ochtends zijn wij doorgereden naar Istanbul, een wereld stad!
Aangezien er in Istanbul geen campings zijn, besloten wij op de parkeerplaats van de ferry te staan, daar was 24 uur per dag bewaking en lag middenin de stad. Een geweldige stad met veel mooie bezienswaardigheden en vooral veel leuke hippe plekjes. Niks hoofddoekjes! Liep ik daar op de eerste dag met mijn schaal om en mijn pyama aan, dat was echt niet cool! Dag twee: haren los, spijkerbroekje aan en makeup op, dat zag er beter uit. Tot nu toe is dat ook zo gebleven.
Het wordt touristen afgeraden om door Istanbul te rijden omdat het heel chaotisch is. Nou, wij hebben het drie keer gedaan. De eerste keer hebben toch echt zeven kleuren in onze broeken gezien, maar alles went. Roger is al een echte Turk, qua rijgedrag dan. Hij rijdt ook meestal want ik navigeer liever, dan komen wij er tenminste... (krijg nu een harde stoot van Roger ;-) ).
Van Istanbul zijn wij naar Gallipoli peninsula gereden en toen met de ferry naar Canakkale. Daar begaven onze binnen accu's het, viel het licht uit en kregen wij een platte band. Gelukkig hebben wij alles in 1 dag kunnen fixen. Voor de electra hebben 5 mannen 3 uur aan onze auto gewerkt voor 30 euro! Nou, dan kan er nog wel eens iets mis gaan, toch? Gelukkig hadden ze het probleem gevonden en werkt alles nu weer prima. Doorgereden naar Izmir waar wij 3 dagen op een camping hebben gestaan. Onderweg langs Troy gegaan (niks aan), Acropolis (beter) en Ephieus (prachtig). Allemaal romeinse ruines. Foto's volgen nog.
Gister waren wij in Pamukkale, de bekende cacium terrassen die iedereen vast wel een keer op een foto heeft gezien. Nou, zo zien ze er niet meer uit. Helaas door het slecht onderhoud zijn de thermische poeltjes opgedroogd. Het is nog mooi om te zien, maar je mag er niet meer in zwemmen zoals vroeger, alleen nog maar pootjebaden. Echt jammer.
Nu zit ik in een internetcafe in Antalya. Helaas is het noodweer en hebben ze de komende 2 weken regen voorspelt. De gevechten met Iraq zijn een groot probleem en Turkije is met Bush in gesprek voor hulp. Dat speelt nu heel erg onder de mensen. In Istanbul zijn wij regelrecht een demonstratie ingelopen. Dat was wel een beetje eng. De dag dat wij uit Izmir vertrokken zijn er twee poingen tot bom aanslagen geweest. Wij hadden die dag de stad in willen gaan, maar besloten toen wij al in de auto zaten om toch maar door te rijden. Ook Pakistan houdt ons bezig. Wij hebben begrepen dat de ambassades zich hebben teruggetrokken en dat daar een noodtoestand is uitgeroepen. Wij proberen informatie te krijgen over de mogelijkheid om met de boot van Iran of Oman naar India te varen. Verder komen wij zeer weinig touristen tegen, het is hier wat dat betreft echt uitgestorven. Alle bezienswaardigheden zijn nagenoeg leeg. Zo zitten Roger en ik helemaal alleen in het Theater of Apollo! Nou, dat komt maar zelden voor denk ik.
Roger zit naast me op internet te zoeken naar waar wij onze Visum voor Iran moeten halen. Het lijkt erop dat dat in Ankara is en dat het ongeveer 2 weken gaat duren! Ach ja, wij hebben de tijd.
Nou luitjes, tot de volgende keer, ik ga een kebab eten!

p.s. inmiddels is het uploaden van de foto's gelukt.

Sleutel cursus

Om niet helemaal onvoorbereid op reis te gaan, besloten wij om een sleutel cursus te volgen. Na lang zoeken op internet vonden wij de cursus van Ronnie Jongert. Een echte aanrader; ook voor thuisblijvers! Wij hebben een fantastische sleutel-week gehad, op een prachtige locatie in de Belgische Ardennen. Zie voor meer informatie: http://www.autosleutelcursus.nl/

Er werd extra aandacht besteed aan auto's die gebruikt worden bij ontwikkelingsprojecten, zoals de Land Cruiser. Als wij al niet blij waren met onze auto keus, dan werden wij dat wel tijdens de cursus. De Land Cruiser werd de hemel in geprezen. Niet stuk te krijgen! (dit moet nog blijken) En er werd met veel goedkeuring naar onze auto gekeken.


Met veel hulp van de leraren en cursisten hebben wij in deze week onze uitlaat vervangen, motor- en transmissieolie ververst, v-snaren vervangen, electra aangesloten (2e circuit), de lier gemonteerd en aangesloten en de bladveren een keer gedemonteerd en weer gemonteerd. Kortom, een vruchtbaar weekje. Realiseer wel, al de montage tijd valt buiten dat van de cursus!


Hiernaast kregen wij ook les in het terreinrijden. Dit was natuurlijk helemaal geweldig. Wij hebben ons 1 dag mogen uitleven op het militaire terrrein van spa! Super! Echt gillen (wat betreft de vrouwen dan).






Zie meer foto's op:
http://picasaweb.google.nl/landencruisen/SleutelcursusZomer2007ArdennenSpa

Thuis
























Dit is onze nieuwe aanwinst! Een heuse toyota landcruiser HZJ 75. Met deze fantastische wagen gaan wij landen cruisen!

Onze Reis

Waarom een weblog?
Wij hebben deze webblog gemaakt om ieder die ons dierbaar is op de hoogte te houden van onze reis en natuurlijk ook onszelf. Het is niet bedoeld als reisgids, maar wij zullen handige tips noteren wanneer wij die tegenkomen, waardoor er misschien andere geholpen kunnen worden die ook een dergelijke reis in het vooruitzicht hebben.
Roger zal de weblog met schuinschrift beschrijven en ik normaal, zo kan je onze verhalen uit elkaar houden.
Ik hoop dat jullie het met plezier zullen lezen en af en toe een berichtje zullen achterlaten zodat wij ook weten hoe het met jullie gaat . Uit het oog, maar zeker niet uit het hart...

Het idee om een wereldreis te maken:
Ongeveer drie jaar geleden werd het ons duidelijk dat wij een grote reis wilde gaan maken. Toen was er nog geen duidelijk plan en eigenlijk was alles nog mogelijk, maar dat er een reis zou komen, dat was zeker! Helaas waren er op dat moment meerdere redenen om het niet te doen en werd het idee op een laag pitje gezet (zoals het zo vaak gaat met grote ideeën).
Vorig jaar hebben wij dan eindelijk de knoop doorgehakt en zijn wij begonnen met de voorbereidingen voor een lange reis.
Al snel kwam het idee in ons op om de reis met een auto te maken. Dat komt eigenlijk door verschillende redenen, maar de twee belangrijkste zijn ten eerste dat het koud zweet mij uitbreekt bij de gedachten dat ik in een vliegtuig moet stappen en tweede omdat wij er erg tegenop zien om met een rugzak je hele hebben en houden rond te moet slepen en een jaar lang continu te moet verkassen van de ene plek naar de andere. Ik doe dit in Nederland al dagelijks en ik wilde heel graag mijn eigen plekje hebben tijdens zo'n reis. Vandaar; met de auto!
De volgende stap is een auto kiezen. Dat lijkt vanzelf sprekend, maar daar hebben wij toch lang over gedaan.


De auto:
Wij waren er gelijk uit dat het een 4x4 moest zijn. Wij hebben nog even naar een volkswagen busje gekeken, maar dat was toch niet wat wij zochten. Onze voornaamste redenering was betrouwbaarheid. Wij hadden er geen zin in om onze reis mogelijkheden te beperken en omdat je nou eenmaal niet met een Opel Corsa een bergpas van 4700 meter kan trotseren, moest het gewoon een 4x4 zijn.
Wij moesten rekening houden met ons budget, uitgaand van aanpassingen die aan de auto gemaakt moeten worden om deze reis te maken. Dat werd al snel heel lastig, er waren veel dingen om over na te denken: Tdi of Td5, Comfort of degelijkheid, 2 deuren of 4, tweede cabine of niet, in de auto of op de auto of naast de auto slapen, wel of geen airco, ijskast ja/nee, ga zo maar door. Dan was hij weer te duur, dan te veel geleden, dan al net verkocht voordat wij eindelijk in Zwolle aankwamen (frustratie ten top)!! Elke keer leek er wel iets mis te zijn. Althans, dat was toen wij nog naar Land Rover Defender’s aan het kijken waren…
Op een dag was Roger voor de honderdste keer het internet af aan het zoeken voor een geschikte auto en kwam daar een Toyota Land Cruiser tegen. Hij was zo mooi en wij waren beide opslag verliefd. Wij konden hem in Berkel en Roderijs bezichtigen. Zaterdag ochtend gingen wij dus vroeg op pad om op tijd de auto te bezichtigen. Wij hadden inmiddels al gemerkt dat de beste auto’s hooguit een week op internet staan, voor ze alweer verkocht zijn. Wij belde s’ ochtends de eigenaar op om te vragen of de auto nog te koop stond. Dat was zo en hij zou hem voor ons vasthouden tot wij er waren. Hij stond inmiddels al dag op marktplaats, dus de tijd begon te dringen. (Wij hadden al eerder deze afspraken gemaakt met auto-eigenaren en het is ons meerdere keren overkomen dat wij voor niks zijn gereden, dan was de auto alsnog voor onze neuzen aan een volgend partij verkocht! Je gelooft het niet, maar het zal hun een rot zorg zijn aan wie ze de auto verkopen, als het maar geld oplevert, of je uit Maastricht komt of niet, weg is weg.) Je kan je dus voorstellen met wat voor een snelheid wij richting Rotterdam zijn gereden (wij hebben de bon om het te bewijzen) en hebben wel 5 keer onderweg met de eigenaar gebeld om te vragen of hij er nog was. Dat was nog zo, hij zou hem immers voor ons bewaren, zei hij steeds. Volgens mij dacht hij dat wij gek waren. Toen wij aankwamen was ik voor de tweede maal verkocht en ik moest me inhouden om niet gelijk het geld te overhandigen. Voor de vorm zijn wij maar even een proefrit gaan maken, PRIMA, verkocht! Wij waren helemaal in de gloria, eindelijk kon de reis beginnen.


De reis:
Wij zijn van plan om van Nederland via het Midden Oosten naar Azië te rijden. Europa zullen wij in een redelijk tempo doorsteken want de reis begint voor ons op de grens van Turkije. Links op de weblog hebben wij twee zeer algemene routes beschreven. De reis door het Midden Oosten is redelijk zeker. Wij hopen met de boot van Iran naar Qatar te gaan en dan via Saudi Arabie, VEA en Oman weer terug richting Iran te rijden. Ons grootste obstakel na dit gedeelte van de reis is Pakistan. Daar is het helaas politiek niet zo stabiel momenteel en de onrust brengt gevaar voor buitenlanders. Ons tweede optie is om de boot van Oman naar India te pakken en omzeilen zo Pakistan geheel.
Het volgend probleem is China. Het is ontzettend duur en moeilijk om in China te mogen rijden. Ook al heb je het geld, is het nog maar de vraag of je toestemming krijgt en al het nodige papier werk. Die optie is dus nog onzeker, maar wij hopen dit wel te kunnen regelen.
Het derde obstakel is Myanmar. Er mogen geen toeristen in Myanmar rijden omdat je simpelweg niet bevoegd bent om overal in Myanmar te mogen komen. Dat zou betekenen dat je halverwege op een vliegtuig moet stappen en dat is geen optie. Overigens kan je alleen Myanmar binnen komen vanuit China of Thailand. Dat betekend dat wij dus weer toestemming moeten hebben om in China te mogen rijden, en als wij dat krijgen dan rijden wij dus helemaal om Myanmar heen en komen wij in Laos wel weer richting het zuiden. Een optie zal dus zijn dat wij die toestemming niet krijgen en dan zullen wij van Chennai met de boot naar Thailand moeten gaan. Dit is natuurlijk verre van ideaal, maar ja, daar doe je dan niks meer aan. Als iemand nog tips heeft over een van deze problemen horen wij het natuurlijk graag!
Eenmaal in Thailand aangekomen hebben wij geen plannen meer, dus die zullen gedurende de reis nog bedacht moeten worden.